Bosch tot steun
Gegegevens |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Bosch tot steun | ||||||||||||||
Plaats | Leeuwarden | ||||||||||||||
Provincie | Friesland | ||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||
Datum | 1803-1894 (laatste vermelding) | ||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1803 | ||||||||||||||
Laatste vermelding | 1894 | ||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||
Tekst | Bosch tot steun. 1803- Reglement 1803; opgericht 13 nov. 1803. Aard: onderling. Uitsluiting lidmaatschap: timmerlieden, metselaars, loodgieters, leidekkers, ververs en glazenmakers. Voorzieningen: ziekengeld ƒ1,50; begrafenisgeld volgens reglement ƒ20 man, ƒ15 vrouw, volgens opgave 1827 ƒ24,75 man, ƒ19,75 vrouw. 1877 begrafenis geld ƒ50-100 in drie klassen; ziekengeld tegen extra contributie van 2 cent. ±1892 (reglement 1885) bedroeg het ziekengeld ƒ2,- (13 weken, mannen boven 25 jaar); begrafenisgeld naar klasse voor boven 6 jaar ƒ50, 75 of 100. Voorts was er een kindertarief. Leden: 1827 81; 1856 119; 1863 113; ±1869 114; ±1887 141; 1891 147; ±1890 100-500; ±1894 100 leden. Contributie: 1827 5 cent. Bezit: 1887 ƒ2312; 1891 ƒ3.400. Bijzonderheden: 1. In 1827 leverde het dragen van particulieren de bos ƒ99 op. 2. 1856 kas verdeeld, ieder lid ƒ3,-, nog ƒ242 in kas. 3. 1877 reglement gewijzigd, vaste contributie; geen uitdeling meer; reserve gevormd. 4. Verhoren, 160, arts is lid van het bestuur. In 1877 had het fonds ƒ150 schuld, wat door particulieren is aangezuiverd. Hij heeft het toen gereorganiseerd en (weer?) donateurs aangetrokken (30-40). Fonds kan nu aan zijn verplichtingen voldoen. Gewoonte kas te verdelen afgeschaft. Men heeft om vergaderbezoek te bevorderen ingesteld, dat er koffie en een broodje wordt gegeven. Onlangs besloten tot instellen van een aanbrengpremie. Bronnen: Armverslag 1827; S. 287, 1803-?; Leeuwarder Courant; Begrafenisrapport Nut, 194; Ziekenfondsrapport Nut, 313; Fondsenenquête 774; Verhoren, 160; Asman, 109; Kooperberg, 330. |