Begrafenisfonds van de stedelijke arbeiders
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Begrafenisfonds van de stedelijke arbeiders | ||||||||||||
Plaats | Goes | ||||||||||||
Provincie | Zeeland | ||||||||||||
Aard | overheidspersoneel | ||||||||||||
Datum | 1828-1915 | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1828 | ||||||||||||
Jaar van opheffing | 1915 | ||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Begrafenisfonds van de stedelijke arbeiders. 1828-1915 Oprichting: in 1834 wordt gesproken van de vereniging van de stedelijke werklieden. Dit in combinatie met de aangekondigde opheffing van het arbeidersbedrijf leidt tot de veronderstelling, dat deze direct na de opheffing daarvan is opgericht. Nav vragen over de statistiek wordt de vereniging in 1852 genoemd. Opheffing: archiefgids Zeeland, Vereniging van Werklieden te Goes, 1828-1915. Voorziening: begrafenisgeld. Leden: 1855 101; 1860 109; 1865 98; 1870 64; 1875 64. Bronnen: Armverslag 1827; Archiefgids Zeeland, 1828-1915; departementale lijst; H. Uil, Inventaris Goes, ledenlijst 1827 en 1828. |