Timmerliedenvereniging 'Orde en matigheid'
Gegegevens |
|||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Timmerliedenvereniging 'Orde en matigheid' | ||||||||||||
Plaats | Breda | ||||||||||||
Provincie | Noord-Brabant | ||||||||||||
Aard | werklieden | ||||||||||||
Datum | 1876-1910 (laatste vermelding) | ||||||||||||
Jaar van oprichting | 1876 | ||||||||||||
Laatste vermelding | 1910 | ||||||||||||
Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||
Tekst | Timmerliedenvereniging `Orde en matigheid'. 1876- Opgericht: 4 mei 1876; Vereniging KB 15 okt. 1878, 38; 1 juni 1899, 43. Voorzieningen: ±1892 ziekengeld ƒ3,- (13 weken, erna ƒ1,50 eveneens 13 weken). In 1892 werden de begrafeniskosten deels door de vereniging gedragen; 1896 ziekengeld ƒ4,50 resp. 2,25; leden moeten met insigne op de begrafenis zijn; 1910 steun bij ziekte, werkloosheid en overlijden. Jaarlijks feestavond. Leden: 1876 40; 1892 75; 1895 96; 1900 110; 1910 125. Bezit: 1892 ƒ544 in Nutspaarbank, ƒ363 in RPS; 1895 ƒ800; 1896 ca. ƒ1000; 1900 ƒ1050. Bronnen: Fondsenenquête, 505; CCS 1894, 1 mei no. 13; CCS 1896, 3; departementale lijst; Statistiek Vakverenigingen, 1905, II, nr. 29; Adresboek werkliedenorganisaties (1910), 102. |