Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Weduwenfonds 'Door liefde zorgt men na de dood'

Gegegevens

Naam Weduwenfonds 'Door liefde zorgt men na de dood'
Plaats Holwerd
Provincie Friesland
Aard onderling
Verzekering op het leven weduwen- en wezenfonds
Datum 1820-1840 (laatste vermelding)
Jaar van oprichting 1820
Laatste vermelding 1840
Bestaansduur 20-30 jaar
Begrafenisgeld ja
Weduwegeld ja
Leden
Jaar Aantal
1839 40
Tekst

Holwerd

Weduwenfonds `Door liefde zorgt men na de dood'. 1820-

Reglement getekend door D.P. Wielinga, J.A. Bergmans, H.W. Smidt, P.H. Koopmans (op Ameland); in 1832 wordt als bestuur genoemd: T.H. Smedema, meester grofsmid, J.H. Bergmans, verwer en glazenmaker, R.W. Dijkstra, winkelier en koopman; 1840 T.H. Smedema.

Oprichting: Reglement 1820. Wijziging reglement bij 2/3 meerderheid.

NB: In het kader van het onderzoek naar weduwenfondsen tbv het Armverslag meldde de provincie, dat er geen particuliere instellingen voor het verlenen van weduwenpensioenen bestonden. NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1793, 30 aug. 1828, 5H. Bij het onderzoek nav KB 1830 bleken er in Friesland echter wel weduwenfondsen te bestaan.

Voorzieningen: steun aan weduwen, afhankelijk van ledental 50 cent tot maximaal ƒ2,- en begrafeniskosten.

Leden: 1839 40 en 12 weduwen, die ƒ156 kregen uitbetaald.

Bezit: 1839 ƒ400.

Goedkeuring geweigerd: Nav commentaren van het departement reglementswijziging doorgevoerd (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 127, 24 nov. 1834, 221). Lobatto constateert, dat die wijziging zodanig is, dat het gezien kan worden `als overgegaan te zijn tot een fonds blootelijk strekkende tot het verlenen van onderstand aan de weduwen der afstervende leden', want bij minder dan 100 leden bepaalt het bestuur de uitkering en beslist voorts over de mogelijke contributieverhoging bij meer dan 5 weduwen. Fonds zal zich bovendien tot Holwerd beperken. Daarom neigt hij ertoe te adviseren, dat het fonds kan doorgaan zonder koninklijke goedkeuring. (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 265, 10 nov. 1837, 72). Er werd desniettemin toch besloten, dat het aan het KB moest voldoen. Dat kon het niet, maar het weigerde opheffing en wordt in het KB 1840 genoemd als niet goedgekeurd fonds. Omdat Holwerd niet was goedgekeurd, deed de grietenij geen opgave meer voor het armverslag.. (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 455, 5 aug. 1841, 42).

Bronnen: S. 464, ±1840-?, 15w; correspondentie NA Armwezen.