Weduwenbeurs
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Weduwenbeurs | ||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Doesburg | ||||||||||||||||||||||||||
Provincie | Gelderland | ||||||||||||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||||||||||||
Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||||||||||||||||||||||||
Datum | 1759-1986 (laatste vermelding) | ||||||||||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1759 | ||||||||||||||||||||||||||
Laatste vermelding | 1986 | ||||||||||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||||
Fusieresultaat | organisatie bestaat nog, met ander doel. | ||||||||||||||||||||||||||
Weduwegeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||||||||||
Tekst | Weduwenbeurs 1759- Directeur: 1838 G.R. van Nek Oprichting: 1759 opgericht onder goedkeuring stadsbestuur. Maximaal 100 leden van christelijke religie; eigen burgers gaan voor. Bovendien voorrang voor afstammelingen van oprichters. Goedkeuring: 1838 gegevens ivm onderzoek KB 1830, het bestuur betwist toepasbaarheid. Verkrijgt geen goedkeuring, maar functioneert toch verder. Functieverandering: in 1986 kwamen er nieuwe financiële eisen, waaraan het fonds niet kon voldoen. In 1988 besliste de Verzekeringskamer, dat het Doesburgse fonds niet langer onder de wet op levensverzekeringen viel. Het bleef bestaan met een andere bestemming. Voorzieningen: maximaal ƒ200, werkelijke hoogte afhankelijk van de kas en dus vaak minder; 1763 ƒ100 (eerste uitkering); 1800 ƒ50; 1831 ƒ200; 1867 ƒ170; 1916 maximum losgelaten, stijgt tot ƒ340 (1925); 1952 ƒ300; 1977 ƒ200. Leden: 1801 28 (33 weduwen); 1802 34 (30 weduwen); 1830 36; 1831 48 (7 weduwen); 1835 95 (7 weduwen); 1839 97 (13 weduwen); 1845 100 (16 weduwen); 1925 78; 1930 87; 1935 84; 1940 92; 1950 111. Bezit: 1830 ƒ71.331; 1835 ƒ57.263; 1845 ƒ76.552; 1925 ƒ132.986. Bijzonderheden: Volgens het reglement zijn de uitkeringen niet voor vervreemding vatbaar, daarom goedkeuring van de magistraat gevraagd. `Deze uitdeelingen als spruitende uit eene pieuze zorg van de mannen voor hunne vrouwen tot derzelven noodig onderhoud, zullen voor geene schulden aanspreeklijk zijn, nog door arrest of onder inhibitive middelen mogen bekommert of beslagen, maar bij de weduwe gerustelijk en vredelijk genooten en gebruikt worden.' Bronnen: S. 202a, 27 febr. 1759-?; S. 461 ±1840- nog 1895; Opgaven Armverslag. NA, Armwezen 1832-1878, inv. 285, 5 april 1838, 70; Verslag Verzekeringskamer 1957; V.d. Vlis, `Een nieuwe rol voor een oud fonds’. |