Utrechtse Levensverzekering Maatchappij
Gegegevens |
|
---|---|
Naam | Utrechtse Levensverzekering Maatchappij |
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Aard | commercieel |
Verzekering op het leven | goedgekeurd volgens KB 1830/1840 |
Datum | 1876-1919 (fusie) |
Jaar van oprichting | 1876 |
Bestaansduur | 30-50 jaar |
Fusiedatum | 1919 |
Fusieresultaat | de Utrecht |
Begrafenisgeld | ja |
Overlijden | ja |
Tekst | Utrechtsche Levensverzekering Maatschappij. 1876-1919 opgelost in de Utrecht Goedgekeurd volgens KB 1830 en als NV: 31 maart 1876, 6 (Kabinet des Konings, inv. 2154); 1 mrt. 1877, 169 bericht van de CvK dat de maatschappij in werking is getreden. Oprichting: Omdat de regering in 1867 meedeelde, dat goedkeuring gevraagd moest worden, is toen de naamgeving van hun begrafenisfonds gewijzigd door de toevoeging tot bestrijding van begrafeniskosten (zie nr 10). Toen zij later alsnog wettelijke erkenning wilden richtten in 1876 dezelfde ondernemers de Utrechtsche Levensverzekering Maatschappij op. NB: vgl Algemeen Friesche en Groningen. Opheffing: 1919 portefeuille overgenomen door de Utrecht, bleef tot 1938 onder zelfde naam functioneren en werd in 1938 met de Utrecht geïntegreerd. Verslag Verzekeringskamer, 1938. Directie: ttv goedkeuringsprocedure S.P. ten Holt en K.A. Manssen; Begrafenisrapport Nut K.A. Manssen en P. ten Holt. Bijzonderheden: 1. Over de Utrechtsche meldt Wiebes Leemans, Geschiedenis, 17 dat deze nog wel bestaat, maar dat het aandelenkapitaal geheel in handen van de Utrecht (99007) is. Zijn oordeel over de Algemeen Utrechtsche is, dat deze vooral in het belang van de ondernemers was. Wiebes Leemans, Geschiedenis, 9, 17 en 41. In de Jaarcijfers geeft hij deze op als twee maatschappijen. In Geschiedenis maakt hij slechts melding van deze maatschappij, niet van het begrafenisfonds. 2. Had in 1855 een agent in Delft; in 1870 in Zeeland; in Haarlem 1857. Toen werd de maatschappij aangeduid als `Utrechtsche Levensverzekering-Maatschappij' (Jaarboekje Haarlem, 1857). Bronnen: S. 607, 1 jan.-1919 opgelost in Utrecht, 15v; NA, Armwezen 1832-1878, inv. 1924, 27 nov. 1867, 197; inv. 1927, 23 dec. 1867, 315; inv. 1929, 17 jan. 1868, 289; inv. 1938, 17 juli 1868, 109; Fondsenenquête, 562; Verhoren, 765 ev.; Begrafenisrapport Nut, 372; departementale lijst; Van Gerwen/Verbeek 1920 naar AMEV=Utrecht; S. NV, 343. |