Weduwensociëteit voor Nederlandse professoren
Gegegevens |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Weduwensociëteit voor Nederlandse professoren | ||||
| Plaats | Utrecht | ||||
| Provincie | Utrecht | ||||
| Aard | overige beroepen | ||||
| Verzekering op het leven | weduwen- en wezenfonds | ||||
| Datum | 1791-1831 | ||||
| Jaar van oprichting | 1791 | ||||
| Jaar van opheffing | 1831 | ||||
| Bestaansduur | 30-50 jaar | ||||
| Weduwegeld | ja | ||||
| Leden |
|
||||
| Tekst | Weduwensociëteit voor Nederlandse professoren. 1791-1831 in liquidatie. Directie: H.I. Roijaards (admin), J. Blurland directeur; H. Arntzenius, directeur. Oprichting: contract van 1791; goedkeuring GS 1793; wijziging en aanvulling 1831. Opheffing: 1832 (BiZa, 14 april 1832, 280) door het ministerie besloten, dat geen goedkeuring ivm KB noodzakelijk was, omdat in 1831 geen nieuwe leden meer werden aangenomen. Volgens de index 1859 stuurde begin 1859 notaris B.H. Schermbeek de acte van opheffing op naar het departement met het verzoek dit goed te keuren. Acte is niet aanwezig (NA, Armwezen 1832-1878, inv. 1440, 7 jan. 1859, 123), erbij staat overgeschreven op de 5e afdeling. Dat leidt tot de veronderstelling dat toen de laatste weduwe was overleden. Voorzieningen: Bij contract was het ƒ300, in 1832 nog ƒ88. Leden: 1830 11 (5 weduwen). Bijzonderheden: Het fonds hanteerde een omslagstelsel. Volgens Memorie van toelichting op de autorisatie aanvrage had het fonds geleden onder de moeilijke tijden en aan de kwaal van kleine fondsen. Daardoor daalde het aantal betalende leden en moesten de uitkeringen wel worden verlaagd. Zowel trekkende als contributie leden stemden in met het nieuwe reglement. De sociëteit wordt gesloten. Op gegeven moment zal bezit verdeeld worden. Bronnen: NA, Armwezen 1813-1832, inv. 1909, 25 nov. 1831, 24A. |
||||