Begrafenisbeurs 'Tot nut van 't algemeen'
Gegegevens |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Begrafenisbeurs 'Tot nut van 't algemeen' | ||||||
| Plaats | Zierikzee | ||||||
| Provincie | Zeeland | ||||||
| Aard | onderling | ||||||
| Datum | 1811-1922 (fusie) | ||||||
| Jaar van oprichting | 1811 | ||||||
| Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||
| Fusiedatum | 1922 | ||||||
| Fusieresultaat | Eerste Nederlandsche | ||||||
| Begrafenisgeld | ja | ||||||
| Leden |
|
||||||
| Tekst | Begrafenisbeurs `Tot nut van 't algemeen'. 1811-1922 opgelost in Eerste Nederlandse*. Reglement 15 dec. 1825. Oprichtingsdatum ook genoemd in Verhoren (1891), 405. Voorziening: begrafenisgeld ƒ60; ±1892 (reglement 1888) als Herstelde Belangen (6635). Leden: 1827 reglementair maximum 600; 1827 580; 1891 3387. Contributie: 5 cent. Bijzonderheden: 1. als meer dan ƒ1200 in kas is kan contributie vrijstelling in de winter worden gegeven; als er een tekort is, wordt een voorschot op de contributie geheven. 2. Intredegeld gedifferentieerd naar leeftijd. 3. Bode is tevens lijkenbedienaar. Leden moeten van zijn diensten gebruik maken. 4. per1847 opende het fonds een afdeling van kinderen van de leden (1-15 jaar). In 1848 verviel de bepaling dat voor toetreding beide ouders lid van het fonds moesten zijn. 5. Uit advertenties in de Zierikzeesche Courant blijkt dat ’s winters vrijstelling van contributie werd verleend. 6. in 1851 besloten entreegelden af teschaffen. Bronnen: Armverslag 1827; S. 301,1 juli 1811-1922* opgelost in Eerste Nederlandse; Enquête 1812; Zierikzeesche Courant; Begrafenisrapport Nut, 416; Fondsenenquête, 467; Verhoren, 36 en 405; Archiefgids Zeeland, 1814-1923 archief; departementale lijst. |
||||||