Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Bijlhouwersknechts zieken en doodenbus, vanaf 1933 Bijlhouwersknechtsdoodenbus

Gegegevens

Naam Bijlhouwersknechts zieken en doodenbus, vanaf 1933 Bijlhouwersknechtsdoodenbus
Plaats Utrecht
Provincie Utrecht
Aard werklieden
Datum 1730-1937 (fusie)
Jaar van oprichting 1730
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1937
Fusieresultaat Utrecht
Ziekengeld ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1812 500
1826 1081
1831 1140
1845 1724
1890 1443
1892 1043
1925 186
1930 98
1935 49
Tekst

Bijlhouwersknechts zieken en doodenbus. 1730-1933 Bijlhouwersknechtsdoodenbus-1937 opgelost in de Utrecht (99007).

Reglement 1817(nieuw); 1856; reglement 1803 op Provinciaal Archief N-H. stelt o:1730. Volgens CCS 1894, opgericht 1753.

Opheffing: Verslag Verzekeringskamer 1936, per 1-1-1937 naar de Utrecht.

Voorzieningen: 1812 ziekengeld 4Fr20, begrafenisgeld 105Fr; R. 1817 ziekengeld ƒ2,50 (1 jaar en 6 weken); begrafenisgeld ƒ50, volgens opgave 1827 ƒ65, zolang de kas het toelaat.

Leden: 1812 500; 1826 1081; 1831 1140; 1845 1724; ±1890 1443; 1892 1043 gewone leden, 332 weduwen, 34 niet betalend (verblijven in gestichten); 1925 186; 1930 98; 1935 49.

Contributie: 1812 42 cent per maand, winter 30 cent, weduwe 21 cent per 14 dagen; reglement 1817 10 cent; uitgetrokkenen 7½ cent en in godshuis 5 cent (beide alleen begrafenis); vrijgezel in zomer 10 cent, winter 7½ cent.

Bezit: 1892 ƒ18.300 grootboek, ƒ6000 NWS, ƒ3000 stad Utrecht, stuk land en gebouw ter waarde van ƒ4000; 1859 en 1895 18.300 2½%; 1925 ƒ12.953.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 104, 1730-1803, voortgezet als S. 288, verschillende reglementswijzigingen resulterend in 1933 Bijlhouwersknechtsdoodenbus*. S. 1290, 1933-1937 opgelost in de Utrecht. Begrafenisrapport Nut, 367 en p. 73; Ziekenfondsrapport Nut, 531, 1753. Volgens Inventaris Stadsarchief Utrecht bestond van 1482-1937 een bijlhouwersknechts zieken- en doodenbus; Enquête 1812 en die van 1845; CCS 1894, no. 643, geeft opgericht in 1753; departementale lijst. Verslag Verzekeringskamer 1925, bijlage 18, 106; idem 1936, per 1-1-1937 naar de Utrecht.