Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Algemeene Schoenmakers (Corduaniersgilde)

Gegegevens

Naam Algemeene Schoenmakers (Corduaniersgilde)
Plaats Utrecht
Provincie Utrecht
Aard gilde
Datum 1688-1932
Jaar van oprichting 1688
Jaar van opheffing 1932
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1812 280
1827 341
1831 296
1845 439
1889 7
1893 9
1900 3
Tekst

Algemeene Schoenmakersbus (Corduaniersgilde). 1688-1958.

Oprichting: volgens S. pas in 1817. Aangezien - behalve een aantal met name genoemde - alle bussen afkomstig zijn van voormalige gilden, is gekozen voor de oprichtingsdatum uit de enquête van 1812, 1688. Reglement ook in archief NH. Reglement 1827. Archiefgids Utrecht geeft archief over 1735-1958. CCS 1894 geeft 1817 als oprichtingsdatum voor de oude en nieuwe schoenmakers. Mogelijk zijn toen beide bussen gefuseerd.

Opheffing: volgens S 319 1932; Archiefgids Utrecht meldt archief over 1735-1958. Mogelijk had de bus vanaf 1932 alleen nog uitkeringsgerechtigden.

Voorziening: 1812 ziekengeld 5Fr25, begrafenisgeld 92Fr40, maar beide uitkeringen afhankelijk van het aantal leden; 1827 ziekengeld ƒ2,50 gedurende (1 jaar en 6 weken) onder overlegging van doktersattest; begrafenisgeld ƒ44; weduwe en vrijster ƒ40 en vrij laken. In 1827 wordt alleen ƒ44 begrafenisgeld gemeld; 1900 ƒ100. Sinds 1858 wordt er geen ziekengeld meer gegeven. Toch vermeldt de Fondsenenquête nog de voorzieningen conform het reglement van 1817.

Leden: 1812 280 1827 341; 1831 296; 1845 439; 1893 9; 1900 3.

Contributie: 1812 21 cent voor echtpaar, 31 cent per 14 dagen voor alleenstaande, weduwe 10 cent; 1827 10 cent; alleenstaande 7½ en weduwen/vrijsters 5 cent; 1893 5 cent.

Bijzonderheden: de bus heeft zilveren tekens, indien daar geen gebruik van wordt gemaakt wordt ƒ2,- van de uitkering afgetrokken ten voordele van de bus. Heeft men in periode van 6 jaar 56 weken getrokken dan raakt men uitgetrokken, maar moet wel contributie blijven betalen voor begrafenis.

Bezit: 1893 ƒ5400 op 2½% Grootboek en ƒ832 in spaarbank; 1900 grootboek idem, kas ƒ1095.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 319. 3 juni 1817-1932; Begrafenisrapport Nut, 368 en 37. Fondsenenquête, 553.; Enquête 1845; CCS 184, no. 656; departementale lijst; Archiefgids Utrecht, Archief over 1735-1958. N.Kok, doctoraalcollege Utrecht, 4.