Ziekenfonds voor de arbeidende stand1909 Zeister ziekenfonds
Gegegevens |
|||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Ziekenfonds voor de arbeidende stand1909 Zeister ziekenfonds | ||||||||||||||||||||||||||||
Plaats | Zeist | ||||||||||||||||||||||||||||
Provincie | Utrecht | ||||||||||||||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||||||||||||||
Datum | 1856-1978 (fusie) | ||||||||||||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1856 | ||||||||||||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||||||||||||
Fusiedatum | 1978 | ||||||||||||||||||||||||||||
Fusieresultaat | Algemeen Provinciaal Ziekenfonds voor Utrecht, Zeist e.o. `Voorzorg en Hulp bij Ziekte' | ||||||||||||||||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Tekst | Ziekenfonds voor de arbeidende stand*. 1856*-1909 reorganisatie tot Zeister Ziekenfonds-1 jan. 1978 fusie met `Hulp bij Ziekte' tot Algemeen Provinciaal Ziekenfonds VHZ (6180). Bestond al in 1858. Reglement 1889 gepubliceerd in De Ziekenfondsgids, 1957. Bestuur toen gevormd door burgemeester, gemeentesecretaris en 2 bankdirecteuren. 1898 bestuur uit medewerkers. Bestuur volgens NMG financieel belangeloos. CBS 1936 rangschikte het onder onderlinge fondsen. In 1947 door de NMG als Maatschappijfonds erkend. 1917 ook verzekerden in bestuur. Aard: bijdrage particulieren. Doel volgens armverslag: voorkomen van achteruitgang van de arbeidende stand bij ziekte en hen opwekken voor zichzelf te zorgen. Voorzieningen: medicijnen, arts, ziekengeld en begrafenisgeld (alles echter geboekt onder 1 post). ±1892 alleen geneeskundige hulp, inclusief bevalling. 1918 verstrekkingenpakket uitgebreid (Companje, 216). Contributie: 1888 man en vrouw 10 cent, als zij kinderen hebben 8 cent, kind tot 8 jaar 2 cent, 8-14 jaar 1 cent; 1901 10 cent; gezin (kinderen tot 18 jaar) 24 cent; 1918 32 cent echtpaar. Leden: 1858 167; 1860 226; 1865 427; 1870 406; 1875 646; ±1894 500-1000; 1 jan. 1901 580; 1931 6020; 1933 6976; 1936 8.307; 1940 12.000; 1951 26.652 (19.765 verplicht; 6.887 vrijwillig); 1978 35.000. Welstandsgrens: 1910 geïntroduceerd, ƒ800 per gezin, ƒ600 alleenstaand; 1918 ƒ1200 resp. 800. Honorering: arts 1901 ƒ2,08; gezin ƒ5,20. Bijzonderheden: het armbestuur verzekerde van begin zijn bedeelden bij het fonds. Bronnen: Armverslag 1858; Ziekenfondsrapport Nut, 622, opgericht 1850; Fondsenenquête, 585; NMG rapport, 251: opgericht 1856*, Ziekenfonds voor de arbeidende stand*; departementale lijst; Companje, Artsen en verzekeraars, 65-67; 215-228; reorganisatie 1919, fusie 1978; Inventarisatie HiZ, 5. |