Typografische vereniging 'Tot nut en genoegen'
Gegegevens |
|||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Typografische vereniging 'Tot nut en genoegen' | ||||||||||
Plaats | Utrecht | ||||||||||
Provincie | Utrecht | ||||||||||
Aard | werklieden | ||||||||||
Datum | 1851-1910 (laatste vermelding) | ||||||||||
Jaar van oprichting | 1851 | ||||||||||
Laatste vermelding | 1910 | ||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||
Leden |
|
||||||||||
Tekst | Typografische vereniging `Tot nut en genoegen'. 1851- Vakvereniging 1 febr. 1851. Vereniging KB 16 juni 1901, 138. Bij doelstellingen in CCS 1896 geen echte vakverenigingsbelangen genoemd. Volgens CCS 1894, 659a, heette de onderafdeling Broederhulp. Voorzieningen: ±1892 ziekengeld maximaal ƒ4,- (20 weken); sinds okt. 1894 12 weken ƒ4,- ; 8 weken ƒ2,-; ongehuwden, gratis in gesticht verpleegde personen en gepensioneerden kregen slechts half ziekengeld, maar betaalden ook slechts halve contributie; begrafenisgeld: ƒ35, voor vrouw ƒ15 en 24 cent per lid; sinds 1887 beide ƒ35 en 50 cent per lid (1905 ƒ40 en 50 cent per lid); medische zorg via onderafdeling `Broederhulp', die op 1 sept. 1884 werd opgericht; laatste eer 15 leden en 1 van het bestuur; 1910 werklozenfonds, ziekengeld en ubo. Leden: 1892 215; 1895 215; 1900 230; 1904 236; 1910 320. Contributie: vroeger 10, nu 11 cent (1905). Bezit: 1892 ƒ1000 in Oostenrijkse fondsen; 1896 idem en ƒ150; 1904 idem en ƒ200 in de spaarbank. Bijzonderheden: de burgemeester is beschermheer. Bronnen: S. 601, 15 v, 29g; Fondsenenquête, 552; Ziekenfondsrapport Nut, 535; Begrafenisrapport Nut, 377; CCS 1894, 659, 1 febr; CCS 1896, 401 (inkomen en uitgaven 1888-1895) ; departementale lijst; Statistiek Vakverenigingen, 1905, II, nr 822; Adresboek Werklieden organisaties (1910). |