Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Ziekenfonds voor Enschede en Lonneker

Gegegevens

Naam Ziekenfonds voor Enschede en Lonneker
Plaats Enschede
Provincie Overijssel
Aard onderling
Datum 1867-1955 (fusie)
Jaar van oprichting 1867
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1955
Fusieresultaat Ziekenfonds voor Enschede en omgeving
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1867 1500
1870 2300
1875 2666
1880 3296
1885 4241
1889 5130
1911 12771
1928 24132
1930 30345
1936 33991
1938 41901
1951 59539
1955 62357
1958 63701
1960 63575
Tekst

Ziekenfonds voor Enschedé en Lonneker. 1867-1900 id. en pensioenfonds-1927-1955 fusie met Ambachtsfonds `De Voorzorg' tot Algemene Ziekenfonds Enschede e.o. - 1971 Ziekenfonds Oost Twente-… fusie 1990 tot Oost Nederland Zorgverzekeraar.

Opgericht: 1 okt. 1867 door 14 werkgevers; initiatief van Gerrit Jan van Heek; deelname verplicht, wat tot veel verzet leidde. Reglement 1882.

Bestuur: uit de leden gekozen. Werkgevers vormden een commissie van toezicht.

Opheffing: na de Wet op de levensverzekeringen van 1922 ging de afdeling begrafenisgelden in liquidatie; Verslag Verzekeringskamer 1927 meldt opheffing. Het ziekenfonds bleef echter voortbestaan en kreeg erkenning in het kader van het ziekenfondsenbesluit. Volgens Het Ziekenfonds (1960) 106/7 bestond er nog steeds een verplicht begrafenisfonds dat tegen betaling van 4 cent ƒ200 uitkeerde bij overlijden.

Onderlinge; het fonds heeft geprobeerd rechtspersoon te krijgen, is geweigerd. Het fonds heeft 12 commissarissen uit en door de leden gekozen en een CvT van 5 fabriekseigenaren.

Voorzieningen: ziekengeld, medische zorg. Reglement 1882: medische zorg en medicijnen;

ziekengeld afhankelijk van premie 20 cent-ƒ1,20 (180 dagen), dan vervalt het lidmaatschap, nog wel ½ jaar geneeskundige hulp; begrafenisverzekering kan voortgezet worden. Als ouders beide lid zijn wordt er ook voor kinderen begrafenisgeld gegeven. Oud en invaliditeit: tweederde van dat bedrag. Begrafenisgeld afhankelijk van de contributie ƒ48,60 of 75. Bij ouder dan 40 jaar lagere uitkeringen. Pensioen sinds 1882 bij 75 jaar of met doktersverklaring vanaf 65 jaar.

Leden: 1867 1500; 1868 1825; 1870 2300; 1875 2666; 1880 3296; 1885 4241; 1889 5130; 1910 12.771; 1928 24.132 (20.671 en 3461 kinderen); 1930 30.345 (wv 5190 in kinderfonds); 1936 33.991; 1938 41.901; 1951 59.539 (53.386 verplicht; 6153 vrijwillig); 1955 62.357; 1958 63.701; 1960 63.575; 1967 >59.000.

Bezit: saldo in kas 1870 ƒ2755; 1875 ƒ7780; 1880 ƒ16.662

Bijzonderheden: 1. De artsen hebben indertijd de oprichting fel bestreden, maar waarderen het nu. Fonds vooral gericht op fabrieksarbeiders. Aan het ziekenfonds is een spaarkas met premie (5 cent per ingelegde gulden) verbonden. Tijdens de verhoren spreken verschillende arbeiders hun bezorgdheid uit over het ziekenfonds; zij zijn bang, dat de pensioenuitgaven teveel van het fonds zullen vergen.

2. Het Centrum 25.10.1913: het ziekenfonds heeft een schuld van ƒ60.000 aan het pensioenfonds en moet daarover 4% rente betalen.

3. 1909 eigen apotheek; 1930 tandheelkundige kliniek. Het Ziekenfonds (1955) 263, overeenkomst met NMP, zodat hun leden voortaan in dienst mogen treden. Idem (1957) 152/3; Volgens Het Ziekenfonds (1960) 106/7 sinds 1957 tandheelkundige dienst (NB vorige apotheek waarschijnlijk in het kader vn het ziekenfondsenbesluit opgeheven), 1959 optiek; Idem, 1963 eigen apotheek, wat een kostenbesparing van ƒ3-4,- per ziel oplevert.

Bronnen: S. 767, 15v, 29k; S. 1157; Provinciale Overijsselsche Courant 8.2.1896; Economist, 1870, II, 763/4; Fondsenenquête, 672; Arbeidsenquête Twenthe, passim; verhoor directeur van het fonds 77-81; Min. WHN; Begrafenisrapport Nut, 107; Ziekenfondsrapport Nut, 150; departementale lijst; Elink Schuurman, Ziekteverzekering, 123; CBS 1936; Gedenkboek Centrale Bond; adresboek ziekenfondsen 1952; Verslag Ziekenfondsraad 1955; HiZ, 97.