Ziekenfonds voor boekverkopers, boekdrukkers en -bedienden
Gegegevens |
|
---|---|
Naam | Ziekenfonds voor boekverkopers, boekdrukkers en -bedienden |
Plaats | Groningen |
Provincie | Groningen |
Aard | werkgevers |
Datum | 1851-1930 |
Jaar van oprichting | 1851 |
Jaar van opheffing | 1930 |
Bestaansduur | > 50 jaar |
Ziekengeld | ja |
Begrafenisgeld | ja |
Overlijden | ja |
Tekst | Ziekenfonds voor boekverkopers, boekdrukkers en boekdrukkersbedienden. 1851-1941 Het fonds bestond al toen het in 1858 werd aangemeld en weigerde voortdurend opgave te doen. Opheffing: met het Ziekenfondsenbesluit volgens Ik blijf werken, 53-54. Dat is merkwaardig aangezien de andere bronnen geen medische voorziening melden. Volgens H. van der Laan, Drukkers, uitgevers en boekhandelaren, 180 werd het fonds opgeheven nav de Ziektewet. Gekozen is voor opheffing in 1930. Voorzieningen: ±1892 ziekengeld à tweederde van het loon; bij overlijden 6 maanden ½ loon. Leden: ±1894 100-500. Verhoren Fondsenenquête, 531 e.v., verhoor letterzetter: zegt dat het ziekenfonds van 1826 is, de patroon maakt zijn werklieden lid. Contributie: 2% loon. Maximum leeftijd toetreding 25 jaar (vroeger 40 jaar). Patroons hebben beheer. Nu wordt er reglementswijziging doorgevoerd, waardoor er ook werklieden in het bestuur komen. Het overschot wordt gespaard om een pensioenfonds in het leven te roepen. Al ƒ15.000; bij ƒ40.000 zal fonds gestart worden. Ziekenfonds heeft veel geleden onder influenza. Ernaast bestaat er een begrafenisfonds, wat door de arbeiders wordt bestuurd en 150 leden heeft. Bestaat al 75 jaar. Elders (810) klacht van letterzetter, dat pogingen om een onderling typografenfonds op te richten mislukt is door tegenwerking van de patroons die hun werklieden verboden lid te worden van het onderling ziekenfonds, hetgeen overigens door vertegenwoordiger van patroons ontkend wordt (813). Deze patroon is wel van mening, dat een door de werklieden zelf beheerd fonds nooit iets kan worden. Zie ook Verhoren Arbeidsenquête Groningen, 237 ev. over verplicht lidmaatschap. Bijzonderheden: aanvankelijk was het een ondersteuningsfonds, hervorming in 1851 tot verzekeringsfonds met verplichte bijdrage van 2% van het loon. `Ik blijf werken’ Jubileumnummer 1836-1961 (zp [Groningen] zj [1961]) 53-54. Volgens het Sociaal Weekblad 16 (1902) hield het boekverkoperscollege geld over van de inzamelingsactie bij de ziekte van 1826 en belegde dit vervolgens op het Grootboek. In 1852 werd besloten het te gebruiken voor een ziekenfonds. Sinds 1855 bijdrage werkgevers. In 1858-9 veel ziekte. Daarop inzamelingsactie gehouden, die het tekort ophief en een overschot toonde van ƒ1000. Vanaf 1862 reservering van 10% van het overschot van het ziekenfonds voor een pensioenvoorziening. Vanaf 1891 vrijwillige bijdragen geworven voor pensioenfonds. 1902 besloten een oude mannen en vrouwenhuis op te richten. 1901 bezit ten behoeve van het pensioenfonds ƒ25.000 nominaal op Grootboek 2½% en land ter waarde van ƒ9.700. Bronnen: Armverslag: 1858; Ziekenfondsrapport Nut, 205, opgericht 1821, zieken- en begrafenisgeld en ouderdomsuitkering; Fondsenenquête, 717, opgericht 1852; departementale lijst, ziekenfonds van bedienden van boekverkopers enz; `Ik blijf werken’ Jubileumnummer 1836-1961 (zp [Groningen] zj [1961]) |