Verzekeringsfondsen

Begrafenisfonds `Een ieders voordeel'. 1846*-begin jaren tachtig.

Opheffing: al nav de statistiek over 1864 werd opgemerkt, dat het fonds slechts een reserve had van nog geen ƒ2,- per deelnemer. In 1876 sloot het met een negatief saldo. In 1878 maakte de directie bezwaar tegen het verstrekken van opgaven. In 1879 telde de statis­tiek nog slechts twee fondsen. In de Verzekeringsbode 30 aug. 1884, no. 48, werd een oproep geplaatst voor een bijeenkomst van de deelne­mers teneinde de directeur, F. Nienhuis, te dwingen zijn verplichtin­gen na te komen. In de Verhoren, 528, wordt gezegd, dat jaren terug een klein lokaal fonds teniet is gegaan. Ondervraagde meent, dat dit is overgenomen door een ander fonds.

Voorziening: begrafenisgeld.

Leden: 1852 1150; 1855 1215; 1860 2276; 1865 2396; 1870 1723; 1875 1398.

Bijzonderheden: In 1856 werden de leden en het saldo van een bus, waarvan de overheid het bestaan niet kende, overgenomen. Onbekend blijft welk fonds dit was. Tevens werden de leden van een opgeheven agentschap overgenomen.

Bronnen: Armverslag: 1852; S. 531, 1846*-?; Verhoren 522/3, 528.