Broederschap 'Voorzorg'
Gegegevens |
|||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Broederschap 'Voorzorg' | ||||||||||||||
Plaats | Nijmegen | ||||||||||||||
Provincie | Gelderland | ||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||
Datum | 1838-1941 (fusie) | ||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1838 | ||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||
Fusiedatum | 1941 | ||||||||||||||
Fusieresultaat | ANOZ | ||||||||||||||
Ziekengeld | ja | ||||||||||||||
Ziektekosten | ja | ||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||
Tekst | Broederschap `Voorzorg'. 1838-±1941 opgegaan in ANOZ (6234) Opgericht: 1 mei 1838, reglement 2 mei 1838 + wijzigingen tot 1851. Uit een van die wijzigingen blijkt, dat `Voorzorg' is voortgekomen uit St. Joseph. In 1851 besloten, dat wie naar de RK godsdienst overgaat geroyeerd wordt. Reglement 1838: tijdelijke directie A. Heystek en A. Degens. CvT. Volgens reglement alleen grondeigenaren als directeur verkiesbaar. Doelgroep volgens het Begrafenisrapport Nut en NMG: alleen protestanten ouder dan 18 jaar. Opheffing/fusie: bij het Ziekenfondsenbesluit ging het op in ANOZ. Aangesloten bij de CBZ. Voorzieningen: 1838 geneeskundige hulp, waarvan ook de weduwe gebruik kan blijven maken mits zij contributie doorbetaalt; na 3 jaar recht op ziekengeld ƒ2,- maximaal 6 weken, erna ƒ1,-; begrafenis in natura, nauwkeurige voorschriften en maximaal ƒ15 rouwgeld, in 1841 verhoogd tot ƒ20; als niet van de dienst van de bode gebruik wordt gemaakt ƒ30; ±1892 als metselaars, maar geen gegageerden. Volgens NMG-rapport ziekengeld bij betaling van een vrijwillige bijdrage ƒ0,75, als 3 jaar lid ƒ2,- en na 6 weken ƒ1,-; als er voldoende reserve is krijgen de oudste leden pensioen. Contributie: 12 cent; 1848 besluit tot verlaging. Leden: 1845 180 à 200; 1862 284; 1866 328; vanaf die tijd weigert ook Voorzorg opgaven te verstrekken. ±1890 en ±1894 100-500; 1845 180 à 200; 1936 499; 1938 606; 1939 1400. Bezit: 1848 ƒ4000. Bijzonderheden: 1838: leden mogen tegen betaling van 75 cent vergadering bijeenroepen, verbod buiten het bestuur om te vergaderen. Streeft naar instelling pensioen, het eerst voor de oprichters. 1848 2 leden krijgen pensioen. NMG-rapport: in reglement 1862 werd bepaald, dat vrouwen geen lid konden worden tenzij zij gehuwd waren met een lid. Geen verloskundige hulp. Extra intreegeld als men lid wordt na 35-jarige leeftijd. Relatie tot artsen: 1938 buiten onderhandelingen over een contract gehouden. De artsen wilden minder ziekenfondsen. Volgens Het Ziekenfonds, 1939, no. 2/3 steeg het aantal leden oiv de strijd snel. Eigen arts aangetrokken. Ook specialisten weigerden met het fonds samen te werken. Bronnen: Armverslag 1839; S. 441, 1 mei 1837; Begrafenisrapport Nut, 256; Ziekenfondsrapport Nut, 392, o: 1838; Fondsenenquête, 606; NMG rapport, 11: opgericht 1 mei 1838; Lijst departement; Verslag Verzekeringskamer 1925, 332, rubr. B; CBS 1936; Centrale Bond van Ziekenfondsen 1913-1938; Het Ziekenfonds, 1948, 75; Enquête 1845. |