Verzekeringsfondsen

Metselaars- en Leijendekkersbeurs. 1749-1795; heropgericht 1797-

Opgericht: 1749; reglement 18 april 1819; reglement 1884.

Voorzieningen: ziekengeld ƒ1,80 (6 weken), ƒ1,- (7 weken), erna ƒ0.75; in 1827 12 gepensioneerden, die onder ziekengeld werden gerekend; begrafenisgeld: als er door de leden gedragen wordt ƒ41,45, als men zelf de dragers regelt ƒ34. Sinds 1 aug. 1801 ook voor vrouwen begrafenis. De begrafenis wordt geregeld, niet in geld uitgekeerd tenzij het lid van een andere dan de RK-gezindte is, dan wordt de begrafenis in geld uitgekeerd. ±1892 (reglement 1884) arts, medicijnen; ziekengeld idem, alleen eerste periode ƒ2,50; begrafenis in natura en ƒ10 rouwgeld voor man, ƒ5,- voor vrouw of uitkering in geld ƒ30 man, ƒ25 eerste, ƒ20 tweede vrouw. 1901 idem. 1892 in Verhoren gesteld, dat 7 oudste leden ƒ1,50 krijgen, ook als zij in gesticht zijn. Uitkering begrafenis, niet door de Broederschap verzorgd 1892 ƒ40.

Contributie: ±1887 van 12 op 11 cent gebracht. In 1892 stelt de boekhouder, dat op ieder lid 4 cent per jaar toegelegd moet worden.

Leden: 1827 520; 1845 ±400; ±1890 en ±1894 100-500 leden; 1892 206.

Overige voorzieningen: aan deze bus is sinds eind 1827 een afzonderlijk weduwefonds verbonden, dat 31 dec. 1827 116 deelnemers had. Voorts kent het fonds nog een zg. kleine bus, waar men zich voor 1 cent premie kan verzekeren van een toelage op het ziekengeld van 15 cent. De kleine bus had in 1827 110 leden.

Bezit: volgens Verhoren, 803/4, F.A. van Velpen (boekhouder) heeft het fonds arbeidershuisjes, waaruit het tekort van 4 cent per lid wordt aangevuld.

Bestuur: Vergoeding president directeur ƒ25; boekhouder ƒ50, overigen ƒ5,-. Bestuur door de leden gekozen. Geen plicht tot aanvaarden benoeming.

Bijzonderheden: vast aantal gepensioneerden; reglement 1884 mogelijkheid zich op 60-jarige leeftijd uit te laten kopen.

Bronnen: Armverslag 1827; Enquête 1812 geeft geen details; S. 141, 1749*, ampliatie 1755-?; Enquête 1845; Begrafenisrapport Nut, 254; Ziekenfondsrapport Nut, 393; Verhoren, 803/4; Fondsenen­quête, 605; NMG rapport, 13; Lijst departement.