Fonds voor onderlinge onderstand
Gegegevens |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Naam | Fonds voor onderlinge onderstand | ||||
Plaats | Heerenveen | ||||
Provincie | Friesland | ||||
Aard | onderling | ||||
Datum | 1819-1828 | ||||
Jaar van oprichting | 1819 | ||||
Jaar van opheffing | 1828 | ||||
Bestaansduur | 02-10 jaar | ||||
Ziekengeld | ja | ||||
Begrafenisgeld | ja | ||||
Ouderdom | ja | ||||
Leden |
|
||||
Tekst | Fonds voor onderlinge onderstand. 1819-1828 Reglement 19 juni 1819, gewijzigd 22 okt. 1819, 7 juli 1821, 28 juli 1821, 4 mei 1822. Opheffing: 31 okt. 1828. Aard: onderling. Voorzieningen: ziekengeld ƒ2,-; begrafenisgeld ƒ15; uitkering bij arbeidsongeschiktheid ƒ0.75 en ouderdom ƒ1,-; kraamgeld ƒ7,-; bij ziekte van de vrouwen ƒ1,- uitkering. Leden: 1827 88. Contributie: 10 cent per week. Bijzonderheden: 1. Bij de opgaven over 1827 werd gemeld, dat als gevolg van de ziekte van 1826 alle kapitaal verteerd was. Op de rekendag in 1826 was dit nog ƒ1200. 2. Leden directie eerste keer gekozen door de Sociëteit Gezelligheid. Erna benoeming door de leden. 3. Ongehuwde vrouwen en weduwen kunnen lid worden. Als iemand, die meer dan 2 jaar lid is geweest zonder uitkering te krijgen verhuist krijgt hij ƒ5,-. 4. Bij ziekte moet een verklaring van een dokter worden overgelegd. Bron: Armverslag 1827-1828. |