Onderlinge bus 'Gedenk de dood'
Gegegevens |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Onderlinge bus 'Gedenk de dood' | ||||||
Plaats | Bolsward | ||||||
Provincie | Friesland | ||||||
Aard | onderling | ||||||
Datum | 1824-1838 | ||||||
Jaar van oprichting | 1824 | ||||||
Jaar van opheffing | 1838 | ||||||
Bestaansduur | 10-20 jaar | ||||||
Ziekengeld | ja | ||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||
Leden |
|
||||||
Tekst | Onderlinge bus `Gedenkt de dood'. 1824-1838 Reglement: 24 jan. 1824; gewijzigd 5 jan. 1825. Aard: onderling. Doelgroep: alleen christelijke religie. Opheffing: gemeld door de provincie in 1839, omdat het fonds niet kon voldoen aan de eisen van het KB van 1830. Het fonds was in 1832 niet meer in de statistiek voor zieken- en begrafenisbussen, maar in die voor weduwen en wezen opgenomen. Voorzieningen: ziekengeld ƒ1,50 (tot 1827) en begrafenisgeld ƒ25. Leden: reglementair maximum 50; 1827 20; 1831 29. Contributie: ƒ4,80 per jaar, maandelijks betalen. Bezit: 31 dec. 1826 ƒ95. Bijzonderheden: 1. Als de man overlijdt, zijn de vrouw en verdere erfgenamen van voorrechten verstoken. 2. De ziekte of het ongeval moet bewezen worden met een doktersattest. 3. In jan. 1825 werd de bepaling omtrent het verdelen van de kas afgeschaft. 4. In 1827 wordt gemeld, dat de situatie zo slecht is, dat alleen nog begrafenisgeld wordt gegeven. Bronnen: Armverslagen. |