Boom, Cornelia Arnolda Johanna ten (1892-1983)

 
English | Nederlands

BOOM, Cornelia Arnolda Johanna ten (geb. Amsterdam 15-4-1892 – gest. Orange, VS 15-4-1983), horlogemaakster, actief in het verzet; later evangeliste. Dochter van Casper ten Boom (1859-1944), horlogemaker, en Cornelia Johanna Arnolda Luitingh (1858-1921), onderwijzeres. Cornelia ten Boom bleef ongehuwd.

Cornelia (Corrie) ten Boom groeide op als jongste dochter in een diepgelovig Nederlands-hervormd gezin met vijf kinderen. Tot haar vijfde woonde ze in Amsterdam, daarna in Haarlem (Barteljorisstraat 19), waar haar vader een horlogerie had. Corrie – een vrolijk en sociaal kind – ging na de lagere school naar de huishoudschool en in 1910 naar de bijbelschool. Ze leerde vreemde talen, hield van Bach en speelde graag orgel. Van jongs af aan was ze betrokken bij de zondagsschool. Later gaf ze catechisatie aan verstandelijk gehandicapten en leidde ze de door haarzelf opgerichte christelijke padvindersclub De Driehoeksmeisjes.

Verzet en gevangenschap

Na een ongelukkige liefde bleef Corrie ten Boom in het ouderlijk huis wonen; ze zou vrijgezel blijven. Als ‘manager’ van haar vaders winkel – haar moeder stierf in 1921 – ontpopte ze zich als een geboren onderneemster. Ook ging ze naar Zwitserland om het horlogevak te leren. Zo werd ze in 1924 de eerste vrouwelijke gediplomeerde horlogemaakster van Nederland. Het huis in de Barteljorisstraat – ‘De BéJé’ – ontwikkelde zich intussen tot een toevluchtsoord voor hulpbehoevenden: ondervoede oorlogskinderen en wezen uit Duitsland vonden er na de Eerste Wereldoorlog onderdak, en ook kinderen van zendelingen nam ze op.

In lijn met haar diepgewortelde overtuiging van christelijke naastenliefde – mensen in nood moeten geholpen worden, en in het bijzonder ‘Gods volk’ – sloot de inmiddels vijftigjarige Corrie ten Boom zich begin 1942 aan bij het verzet. De BéJé veranderde in een centrum van illegale activiteiten en werd een drukbezocht doorgangshuis voor opgejaagde Joden en verzetsmensen: met ‘haar jongens’, onder wie neef Christiaan (Kik), regelde Ten Boom onderduikadressen, voedselbonnen en valse papieren. Vanaf 1943 moest een speciaal getimmerde schuilplaats in haar slaapkamer bij gevaar bescherming bieden.

Corrie ten Boom werd op 28 februari 1944 met haar zeven jaar oudere lievelingszus Betsie, haar 84-jarige vader en een dertigtal onderduikers thuis opgepakt en naar de Scheveningse strafgevangenis Oranjehotel gebracht. Haar drie maanden durende eenzame opsluiting – ze leed aan besmettelijke pleuritis – en het bericht dat haar vader in de gevangenis bezweken was, stelden haar geloof op de proef, maar ontnamen haar nooit het rotsvaste vertrouwen in God: ‘Zijn liefdevolle hand heeft deze verschrikkingen toegelaten om mij te louteren’ (gecit. Moore, 128), schreef ze op 11 april 1944 in een clandestiene brief.

Op 6 juni 1944 belandde Corrie ten Boom in concentratiekamp Vught. Samen met Betsie, met wie ze tot haar vreugde was herenigd, sloeg ze zich er doorheen en probeerde ze anderen tot steun te zijn. Op 4 september 1944 moest ze op transport naar het vrouwenkamp Ravensbrück en na drie lange dagen en nachten in een overvolle veewagon daalde Ten Boom drie maanden lang af in ‘de diepste hel die de mens kan maken’ (gecit. Moore, 134). Haar bijbelstudies in de barak, waar de luizen de bewakers op veilige afstand hielden, gaven haar de kracht om in het goede te blijven geloven: ‘Het slechtste kan je overkomen, maar het beste blijft’, was een van haar motto’s. Op 28 december 1944 werd Ten Boom onverwacht vrijgelaten, haar zus Betsie overleefde het kamp niet.

‘Zwerfster van God’

Al snel na de bevrijding heropende Corrie ten Boom de horlogerie, bracht ze in de BéJé geestelijk gehandicapten onder en publiceerde ze haar oorlogsherinneringen in boekvorm (Gevangene en toch...Herinneringen uit Scheveningen, Vught en Ravensbrück (Amsterdam 1945)). Ook slaagde ze erin een droom te verwezenlijken die haar stervende zus Betsie in Ravensbrück zo helder voor haar beschreven had – de stichting van herstellingsoorden voor (kamp)overlevenden. In de villa Schapenduinen en later in de villa Zonneduinen in Bloemendaal richtte Ten Boom, gesteund door een weldoenster en een stichting, een rehabilitatiecentrum in voor oorlogsslachtoffers – ook voor ‘foute’ Nederlanders. In 1949 opende ze een opvanghuis voor vluchtelingen in Darmstadt, op het terrein van een voormalig concentratiekamp.

Eind jaren veertig stopte Corrie ten Boom als horlogemaakster. De rest van haar leven wijdde ze zich aan evangelisatie en het prediken van de liefde van Jezus, die haar volgens eigen zeggen door de kampen had heen gesleept. Ruim dertig jaar lang reisde ze de wereld rond om haar verhaal te vertellen – ze was een begenadigd spreekster. Ze schreef meer dan twintig christelijke boeken en was een graag geziene gast op radio en televisie. Vergeving, hoe moeilijk ook, was voor Ten Boom steeds het kernbegrip, de Bijbel het instrument om daartoe in staat te zijn. Voor haar was haar geloof zo krachtig dat ze zelfs de verrader van de BéJé en een kampbeul uit Ravensbrück vergiffenis kon schenken.

In 1977 verhuisde de inmiddels 85-jarige Corrie ten Boom naar Californië, maar daar ging haar gezondheid haar parten spelen. Ze kreeg enkele herseninfarcten, verloor haar spraakvermogen en was vanaf 1980 aan bed gekluisterd. Op 15 april 1983, haar 91ste verjaardag, stierf Corrie ten Boom in haar huis in Orange, omringd door haar vrienden.

Betekenis

Voor haar verzetswerk werd Corrie ten Boom in 1962 door koningin Juliana benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau; in 1968 kreeg ze de Yad Vashem-onderscheiding. Diverse fondsen steunden Ten Booms werk, zoals de International Council of Christian Leadership. Ze had banden met Youth for Christ en was vanaf de jaren zestig bevriend met de beroemde Amerikaanse evangelist Billy Graham.

Het leven van Corrie ten Boom is voorwerp van een aantal boeken en films. John en Elizabeth Sherrill beschreven het in The Hiding Place (1971), in het Nederlands vertaald als De schuilplaats. Het boek werd een wereldwijde bestseller – in 1975 kwam er een gelijknamige film. In 1978 kwam de bioscoopfilm Corrie. The Lives she has touched uit, en in 2014 de documentaire Het leven van een verzetsheldin. In 1987 is de Stichting Corrie Ten Boomhuis opgericht en een jaar later opende het Corrie ten Boomhuis in Barteljorisstraat 19 zijn deuren. Honderdduizenden bezoekers bezochten het huis en de fameuze schuilplaats, hét symbool voor haar opmerkelijke verzetswerk.

NaslagwerkenBLGNP.

Archivalia

Noord-Hollands Archief, Haarlem: toegangnr. 3536, Familie Ten Boom te Haarlem, inv. nr. 10, brieven.

Publicaties

  • Een uitgebreid overzicht van de meer dan twintig boeken van Corrie ten Boom is te vinden in ‘Meer dan een Schuilplaats’, 126-127.
  • Gevangene en toch….Herinneringen uit Scheveningen, Vught en Ravensbrück (Amsterdam 1945).
  • Brieven uit de gevangenis (Hoornaar 2012).

Literatuur

  • John en Elizabeth Sherrill, De schuilplaats. Het ontroerende waar gebeurde verhaal van Corrie ten Boom (Hoornaar 1972) [vert. van Hiding Place].
  • Guus Hartendorf, Noodklokken luiden bij Ten Boom. De historische feiten over de inval en ontsnapping bij Ten Boom, gedurende de Duitse overheersing (Haarlem 1994).
  • Pam Rosewel Moore, Levenslessen uit de Schuilplaats. Een blik in het hart van Corrie ten Boom (Hoornaar 2008).
  • Emily S. Smith, Meer dan een schuilplaats. Wat Corrie ten Boom u nog wilde vertellen (Haarlem 2008).
  • John en Elizabeth Sherrill, De schuilplaats. Het leven van Corrie ten Boom, een leven in het teken van vergeving en verdraagzaamheid (2008).

Website

Corrie ten Boomhuis [URL: https://www.corrietenboom.com/nl/home, geraadpleegd 29-11-2015].

Illustratie

Corrie ten Boom, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Beeldbank WO2 - NIOD).

Auteur: Marie-Cécile van Hintum

laatst gewijzigd: 29/08/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.