© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Duyvendak, Mia, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Duyvendak [24/11/2016]
DUYVENDAK, Mia, vooral bekend als Mieke van der Wall-Duyvendak (geb. Nijmegen 16-9-1922 – gest. Heemstede 24-1-1992), eerste vrouwelijke burgemeester in Gelderland. Dochter van Hendrik Wilhelm Duyvendak (1893-1950), accountant, later predikant, en Maria Susanna Moulijn (1892-1958). Mieke Duyvendak trouwde op 17-11-1943 in Haarlem met Sake Clasinus van der Wall (1917-1949), advocaat en procureur. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.
De kerk speelde een grote rol in het gezin waarin Mieke Duyvendak als vijfde van zes kinderen opgroeide – beide grootvaders waren predikant, de een hervormd, de ander luthers. Haar vader, een voormalige zendeling-leraar, werkte als accountant in haar geboorteplaats Nijmegen, later in Bussum, Hamburg, Belgrado, Franeker en Eindhoven, en werd tenslotte predikant bij de epilepsiekliniek Meer en Bosch in Heemstede. Het gezin ging wonen in Haarlem, waar Mieke na de middelbare meisjesschool een opleiding tot lerares koken volgde. Eind 1943 trouwde ze met de jonge advocaat en verzetsstrijder Sake van der Wall. Via haar man raakte Mieke van der Wall-Duyvendak betrokken bij de illegale pers en de onderduikershulp.
Gemeenteraadslid
Na de Bevrijding werd Sake van der Wall raadslid en wethouder voor de Christelijk-Historische Unie, maar toen in 1946 de Partij van de Arbeid (PvdA) werd opgericht om een ‘doorbraak’ in het verzuilde Nederland te bewerkstelligen, sloot het echtpaar Van der Wall zich hierbij aan. Mieke van der Wall-Duyvendak werd actief in de PvdA-Vrouwenbond – ze organiseerde gespreksochtenden. Na de vroege dood van haar echtgenoot (1949) stond ze er alleen voor met drie jonge kinderen: Evert, Henk-Willem (‘Kiek’) en Marieke.
In 1953 werd Mieke van der Wall-Duyvendak in Haarlem gekozen als gemeenteraadslid. Ze zette zich in voor volkshuisvesting en vrouwenzaken en ging na de watersnood van 1953 ‘kelders schrobben’ in het zwaar getroffen dorp Oude Tonge. In datzelfde jaar begon ze aan een studie politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. In 1956 kreeg ze een baan bij het provinciaal bureau voor maatschappelijk werk in Noord-Holland, waarvoor ze onder meer de opvang van Hongaarse vluchtelingen organiseerde. Als secretaris-directeur van de stedelijke stichting voor bijzondere sociale zorg en maatschappelijk buurtwerk kreeg ze het vervolgens zo druk dat ze zich in 1962 niet weer verkiesbaar stelde voor de raad.
Kort daarna werd Mieke van der Wall door Rita de Bruyn Ouboter van de Vrouwenbond in contact gebracht met Tweede Kamerlid en ‘burgemeesterslobbyist’ Johan Scheps. Hij wees haar op een burgemeestersvacature in Geldermalsen, een tamelijk ‘rode’ plattelandsgemeente met een overwegend protestantse bevolking. Tegen de zin van de commissaris van de koningin verkoos de liberale minister Edzo Toxopeus mevrouw Van der Wall boven 34 mannelijke sollicitanten. Op 29 september 1964 bekrachtigde koningin Juliana de benoeming van twee vrouwelijke burgemeesters: Van der Wall in Geldermalsen en Tine ’s Jacob-des Bouvrie in Leersum. Als vrouwelijke burgemeester was alleen Truus Smulders-Beliën hen in de gemeente Oost-, West- en Middelbeers (1946-1966) voorgegaan.
Moeder van Geldermalsen
Zodra de benoeming van Van der Wall bekend was, meldde de pers uit Geldermalsen zich bij haar flat in Haarlem. Ze kreeg bevestigd wat ze van de plaatselijke PvdA-wethouder had gehoord: voor de confessionele en liberale raadsleden kwam haar aanstelling als een complete verassing. ‘Mevrouw, u sloeg in als een bom!’, zou één verslaggever haar hebben verteld (gecit. Van der Wall, 244). ‘Men zal eraan moeten wennen!’, schreef ook Het Vrije Volk (10-10-1964). Een jaar later merkte Van der Wall in die krant op dat het aanzien van een beroep volgens sociologen ‘daalt als er vrouwen in komen. Dan werk ik eraan mee dat het aureool wat van het burgemeesterschap afgaat en dat past wel in deze tijd. Ik sta ook gewoon bij de slager’ (gecit. Houwer). Ze had toen al kennisgemaakt met alle lokale verenigingen van Geldermalsen, maar was met opzet nergens lid van geworden – wel van het landelijke partijbestuur van de PvdA en de generale diaconale raad van de Hervormde Kerk.
Met haar nuchtere ambtsopvatting en sociale bewogenheid kreeg Mieke van der Wall al snel de koosnaam ‘moeder van Geldermalsen’. In 1970 werd ze zonder problemen herbenoemd. Onder haar bestuur kwam er een sociaal-medisch centrum, werd het station beter bereikbaar, verbeterde de woningdistributie en kreeg het regionale woonwagenwerk een nieuwe impuls. Haar oudste zoon herinnerde zich in 1992 dat ze als een van de weinige burgemeesters in het gebied ‘gewoon een woonwagenkamp opwandelde en met de mensen ging praten’ (Van der Wall, 245). Landelijk zat ze nu onder meer in de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn en de Gehandicaptenraad.
Midden jaren zeventig ontstond er commotie onder de inwoners omdat Geldermalsen, Buurmalsen, Beesd en Deil op 1 januari 1978 moesten samensmelten in het kader van de gemeentelijke herindelingen. Van der Wall was het niet eens met deze plannen en ze liet commissaris van de koningin Molly Geertsema weten dat ze geen functie in de nieuwe fusiegemeente wenste.
Laatste jaren
In 1979 werd Van der Wall ‘burgemeester’ van de woongemeenschap voor gehandicapten Het Dorp in Arnhem. Ironisch genoeg kwam ook hier een fusieproces op haar pad. Vanaf 1985 begeleidde ze het samengaan van Het Dorp met de andere Arnhemse revalidatie-inrichtingen. Van der Wall, die inmiddels in Zoelen bij Tiel woonde, had verder nog bestuursfuncties in de Stichting 1940-1945 en in de Pensioen- en Uitkeringsraad.
Om gezondheidsredenen verhuisde Van der Wall in 1988 van het vochtige Zoelen naar Heemstede, dichtbij haar vrienden in Haarlem. Hier overleed Mieke van der Wall-Duyvendak, 69 jaar oud en Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, geheel onverwacht in de nacht van 23 op 24 januari 1992. Na een rouwdienst in de Oude Kerk in Heemstede is ze gecremeerd in Driehuis-Westerveld. In 1997 eerde ‘haar’ gemeente haar met een straatnaam in het dorp Geldermalsen.
Naslagwerken
BWG.
Archivalia
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag: dossier M. van der Wall-Duyvendak.
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam: archief Partij van de Arbeid, dossiers burgemeestersbenoemingen; archief Wiardi Beckman Stichting, dossiers vrouwelijke burgemeesters; documentatie over M. van der Wall-Duyvendak.
- Regionaal Archief Rivierenland, Tiel: archief gemeentebestuur Geldermalsen 1925-1977; documentatie over M. van der Wall-Duyvendak.
Publicaties
‘De Algemene Bijstandswet’, De Gemeente (1964) 113-168 (met J. Bastiaans en N. Ongerboer).
Literatuur
- ‘Nederland heeft drie vrouwelijke burgemeesters’, Het Vrije Volk, 10-10-1964.
- Iet Houwer, ‘Ik maak het ambt wat gewoner...’, Het Vrije Volk, 8-10-1965.
- E. van der Wall, ‘Mia (Mieke) van der Wall-Duyvendak, 16 september 1922-24 januari 1992’, Jaarboek Haerlem 1992 (1993) 243-246.
- Jan de Roos, ‘Als een bom. Mieke van der Wall-Duyvendak, de eerste vrouwelijke PvdA-burgemeester’, in: Idem, Met enige schroom. Pioniers van het lokaal bestuur (Amsterdam 2000) 122-131.
- Jan de Roos, ‘De lonkende ambtsketen. De eerste generatie vrouwelijke PvdA-burgemeesters’, in: Idem, Besturen als kunst. Lokale sociaal-democraten 100 jaar verenigd (Amsterdam 2002) 216-225.
Websites
Repertorium van Nederlandse zendings- en missiearchieven 1800-1960 [URL http://resources.huygens.knaw.nl/zendingoverzeesekerken/RepertoriumVanNederlandseZendings-EnMissie-archieven1800-1960; geraadpleegd 19-9-2016].
Illustratie
Mieke van der Wall-Duyvendak, door Ruud Hoff, 1964 (ANP Photo).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 24/11/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.