© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Els Kloek, Feddes, Geesje, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Feddes [03/11/2022]
FEDDES, Geesje (geb. Leeuwarden 22-12-1831 – gest. Leeuwarden 24-9-1882), feministe, schreef onder pseudoniem pleidooi voor vrouwenrechten. Dochter van Cornelis Jansz. Feddes (1806-1856), koopman, en Claaske van der Meulen Heymans (1806-1878). Geesje Feddes trouwde op 15-2-1855 in Leeuwarden met Christiaan Houdijn Beekhuis (1814-1885), notaris. Uit dit huwelijk werden 6 zoons en 6 dochters geboren, waarvan 1 zoon als zuigeling stierf.
Geesje Feddes groeide met twee jongere zusjes en een broer op in een bemiddeld koopmansgezin aan de Noordvliet (nr. 8) in Leeuwarden – drie andere kinderen stierven jong. De moeder kwam uit een familie van goud- en zilversmeden, de vader had een lijmziederij en handelde in vee en onroerend goed. In Leeuwarden moet hij een invloedrijk man zijn geweest: hij was kapitein van de schutterij, lid van de stedelijke raad en als een van de hoogst aangeslagen inwoners van de stad was hij diverse malen kandidaat bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer.
Over de jeugd van Geesje is weinig meer bekend dan dat ze van jongs af aan bevriend was met een notarisdochter (Volkertina van der Plaats, 1831-1908) die later kostschoolhouderes en directrice van een meisjes-hbs zou worden, en dat ze in 1850 belijdenis deed. In 1852 scheidden Geesjes ouders van tafel en bed en verhuisden moeder en kinderen naar een bovenwoning aan de Vleeschmarkt. Het huis aan de Noordvliet bleef eigendom van de vader, maar uit diverse documenten blijkt dat hij in die tijd in Dresden woonde. Vermoedelijk had hij de stad verlaten omdat hij in de problemen was geraakt.
Huwelijk en gezin
Op 15 februari 1855 trouwde Geesje Feddes met de bijna zeventien jaar oudere Christiaan Houdijn Beekhuis, een domineeszoon uit Garijp die zich in 1842 als notaris had gevestigd in Buitenpost. Onduidelijk is hoe de twee elkaar hadden leren kennen. Wel weten we dat Geesje al in 1854 meedeed aan de jaarlijkse familiedag van de Beekhuizen. De toestemming van haar vader voor het huwelijk ontbrak – hij was desgevraagd niet bij de kantonrechter verschenen – maar omdat Geesje met haar 23 jaar meerderjarig was, kon het huwelijk doorgang vinden. Geesje en Christiaan trouwden onder huwelijkse voorwaarden (hij had ruim 25.000 gulden aan bezit, zij ruim 10.000 gulden). Ook Geesje Feddes, die zich voortaan mevrouw Beekhuis-Feddes noemde, verhuisde naar Buitenpost.
Het echtpaar Beekhuis-Feddes kreeg tussen 1856 en 1874 twaalf kinderen, van wie er elf de volwassen leeftijd bereikten. Feddes nam hun opvoeding zeer serieus: in het familiealbum van de familie Beekhuis wordt regelmatig gememoreerd dat zij nauw betrokken was bij onderwijs van zowel haar zoons als haar dochters.
Gelijk recht voor allen!
Dat Beekhuis-Feddes niet alleen de positie van haar eigen dochters maar ook die van andere meisjes en vrouwen wilde verbeteren blijkt uit haar brochure Gelijk recht voor allen! (1870). Zij schreef dit vlammend en doorwrocht pleidooi voor gelijkberechtiging van vrouwen onder het pseudoniem ‘eene vrouw’. De brochure (36 pagina’s, 30 cent) kwam uit bij boekhandelaar H. Kuipers te Leeuwarden. In een advertentie prees de uitgever de schrijfster aan als een vrouw die ‘met kennis van zaken, met klaarheid, en levendige stijl een boeiend betoog over en een nadrukkelijk protest tegen het standpunt [geeft] dat de wetten in Nederland aan de vrouw in de maatschappij toekennen’ (Leeuwarden Courant, 14-6-1870). Na een lange, sarcastische inleiding, waarin ze de vrouwen van het vrije Nederland een ‘kaste van paria’s’ noemt – ze hebben geen stemrecht en zijn van alle staatszaken uitgesloten – behandelt Beekhuis-Feddes een reeks van wetsartikelen die laten zien dat vrouwen de facto op één lijn staan met misdadigers en andere onmondigen.
Enkele malen stuurde Beekhuis-Feddes begin jaren zeventig een ingezonden brief aan het in 1870 opgerichte feministische weekblad Ons Streven. Ze ondertekende deze inzendingen met G.B.F. te B. Het meest opmerkelijk is haar brief over de toen actuele kwestie tussen de vrouwenverenigingen Arbeid Adelt en Tesselschade over het al dan niet bekendmaken van de namen van behoeftige dames die via deze clubs hun handwerkproducten verkochten: G.B.F. vindt dat er over de hele linie geen smet zou moeten kleven aan door vrouwen verdiend geld. Die schaamte wordt pas weggenomen als álle dames, dus ook de vermogenden, hun werk openlijk te koop aanbieden. Hoezeer ze zich verbonden voelde met het onderwijs in het algemeen en het meisjesonderwijs in het bijzonder, wordt duidelijk uit haar artikel ‘Geroepen doch niet vaardig’, in twee afleveringen opgenomen in De Schoolbode (1873-1874). Deze verhandeling ten faveure van onderwijs aan meisjes publiceerde ze als ‘de schrijfster van Gelijk recht voor allen’, kennelijk ervan uitgaande dat de lezers haar brochure uit 1870 kenden.
Zware taak
Waarschijnlijk werd de zorg voor alle kinderen gecombineerd met haar schrijfactiviteiten Feddes in 1873 toch te veel. Dat jaar plaatste ze een advertentie in de Leeuwarder Courant (24-1-1873) waarin voor een ‘gezin met negen Kinderen’ een gouvernante én kinderjuffrouw ofwel ‘eene eenigszins bejaarde’ kindermeid worden gezocht ‘tot adsistentie van de Moeder’ (twee kinderen waren al uit huis en het jongste kind moest nog geboren worden). Vijf jaar later, in januari 1878, ging Feddes op zoek naar een ‘Hulp-onderwijzeres’ die ‘eenige kinderen’ moest klaarstomen voor de hbs en die onder andere gezond en beschaafd moest zijn en een goede leestoon moest hebben, evenals een zuivere uitspraak van zowel het Nederlands als het Frans (Het nieuws van den dag, 5-1-1878).
Eind 1878 overleden kort na elkaar de moeder en de oudste zoon van Beekhuis-Feddes. Anderhalf jaar later, in mei 1880, verhuisde het gezin naar de Ossekop (nr. 13) in Leeuwarden, waar Beekhuis een notariskantoor had kunnen overnemen. Blijkens het familiealbum had het echtpaar voor deze verhuizing gekozen met het oog op de betere onderwijsvoorzieningen in die stad – dit ter verlichting van de ‘zware taak’ van de moeder, ‘die zich steeds met dat onderwijs had onledig gehouden’.
Neef Doeke Hellema, auteur van een autobiografie, maakt diverse malen melding van de slechte gezondheid van Tante Geesje, die ‘lusteloos’ was en onderhevig aan ‘zenuwtoevallen’, al meldt hij in januari 1881 dat ze nog aardig snel was op de schaats. In diezelfde winter had zoon Jan Claas (1861-1882) een ongeluk op het ijs, waarna hij bedlegerig werd – ook dat was een zware belasting voor de moeder.
Geesje Feddes overleed op 24 september 1882, in de leeftijd van vijftig jaar. Volgens neef Doeke bezweek ze aan een buikontsteking, ‘vrij zeker het gevolg van een drieweeks verblijf aan boord van de boeier [haar man was een fervent zeiler] in de omtrek van Workum, alwaar Oom ging jagen en vinken en Tante aan boord bleef bij het koele water, om verzen te maken’ (Hellema, 27-9-1882). Ze werd op 27 september begraven op de Nieuwe begraafplaats in Leeuwarden. Jan Claas overleed drie maanden later.
Naamsbekendheid
Tijdens haar leven genoot Geesje Beekhuis-Feddes geen algemene bekendheid als schrijfster van Gelijk recht voor allen!, al deden er in Friesland al wel geruchten de ronde. Zo meldt Wopke Eekhoff, stadsarchivaris van Leeuwarden, in 1875 dat ‘voor de schrijfster wordt gehouden mevrouw Geesje Feddes, echtgen. van den heer C.H. Beekhuis, notaris te Buitenpost’. Haar familie was zeker op de hoogte: de in het familiealbum opgenomen condoleance van jeugdvriendin Van der Plaats spreekt van ‘mannen van naam’ die haar geschriften lazen. In een voetnoot bij deze passage worden zowel Gelijk recht voor allen! als Geroepen doch niet vaardig vermeld.
Onder de titel Pleidooi voor het recht van de vrouw verzorgde de Friese feministe Mietje Rutgers-Hoitsema in 1895 een heruitgave van Gelijk recht voor allen omdat de inhoud nog steeds actueel was. De naam van Geesje Feddes noemt ze niet, maar ze geeft wel enige details over de schrijfster (een notarisvrouw, moeder van twaalf kinderen, ‘gezegend met aardsche goederen’ en op haar vijftigste gestorven). Ook in het naslagwerk Van Moeder op dochter (1948) heet de brochure nog altijd ‘anonym’. In 1960 duikt Feddes naam als auteur van Gelijk recht voor allen! op in twee publicaties: M.J. van Heemstra houdt nog een slag om de arm met de formulering ‘men veronderstelt…’, maar M.J. van Lennep stelt in zijn bijdrage aan het Genealogysk Jierboekje over de familie Beekhuis onomwonden dat Geesje Feddes de schrijfster was (p. 88). Een jaargang later voegt hij hieraan toe dat een van haar dochters dit persoonlijk had bevestigd.
Tegenwoordig geldt Geesje Feddes in de geschiedschrijving over het Nederlandse feminisme als een van de eerste principiële pleitbezorgsters van gelijke rechten voor vrouwen.
Archivalia
- Historisch Centrum Leeuwarden: toeg. 2069, Archief Beekhuis-Feddes, diverse nrs. [o.a. over de ouders Feddes]; toeg. 1779, Archief Beekhuis en Menalda te Leeuwarden, 1854-1994, inv.nr. 1., nr. 3, Brieven van Geesje Beekhuis-Feddes aan Christiaan Houdijn Beekhuis en inv.nr. 3 Brieven van Geesje Beekhuis-Feddes aan Cornelis Beekhuis.
- Privécollectie: Album der familie-Vereeniging Willem Beekhuis, Margreet Nauta ed. (z.p. 2019) [voor transcriptie, zie Album van de Familie-Vereeniging Beekhuis, geraadpleegd 29-7-2022]; Doeke Hellema, Het leven en werken van Doeke H. Hellema, Margreet Nauta ed. (z.p. 2016) [autobiografie. voor transcriptie, zie De autobiografie van Doeke H. Hellema, geraadpleegd 29-7-2022].
Publicaties
- Gelijk recht voor allen! (Leeuwarden 1870) [in te zien bij google books, geraadpleegd 29-7-2022]
- ‘Ingezonden’, Ons Streven, 30-7-1871, 132.
- ‘Waarom anonimiteit’, Ons Streven, 13-8-1872, 139.
- ‘Geroepen, doch niet vaardig’, De Schoolbode (1873) november, 1-35 en (1874) februari, 24-41.
- ‘Gelijk recht voor allen – Antikritiek’, Ons Streven 1 (1870, Bijblad) 117.
- W. Eekhoff, De stedelijke kunstverzameling van Leeuwarden … (Leeuwarden 1875) 238.
- W.H. Posthumus van der Goot en Anna de Waal red., Van moeder op dochter. De maatschappelijke positie van de vrouw in Nederland vanaf de Franse tijd (Leiden 1948) 176.
- M.J. van Heemstra, ‘Geesje Beekhuis Feddes’, Leeuwarder Gemeenschap (1960) november, 11.
- M.J. van Lennep, ‘Beekhuis’, en ‘Enkele errata en addenda op het artikel Beekhuis’, Genealogysk Jierboekje (1960) 63-98, aldaar 88, en (1961) 68.
- Marianne Braun, De prijs van de liefde. De eerste feministische golf, het huwelijksrecht en de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 1992) 41-47.
- Ulla Jansz, ‘Vrouwenkiesrecht als omstreden kwestie onder Nederlandse feministen, 1870-1900’, De Moderne Tijd 1 (2017) 277-299.
Illustratie
Portretfoto met een van haar kinderen. Ongedateerde foto door onbekende fotograaf (privécollectie).
Auteur: Els Kloek (met dank aan Margreet Nauta)
laatst gewijzigd: 03/11/2022
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.