© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Suzanne Loohuis, Georgi, Emilie Hortense Felixine Yvonne, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Georgi [13/04/2017]
GEORGI, Emilie Hortense Felixine Yvonne (geb. Leipzig, Duitsland 29-10-1903 – gest. Hannover, Duitsland 25-1-1975), danseres en choreografe. Dochter van Carl Theodor Marius Albrecht Georgi (?-?), oogarts, en Marguérite Cornélie Astier (1883-?). Yvonne Georgi trouwde op 28-1-1932 in Amsterdam met Louis Marie George Arntzenius (1898-1964), musicus en kunstcriticus. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Yvonne Georgi werd geboren in Leipzig als enig kind van een welgestelde arts en diens Franse echtgenote. Na het afronden van de middelbare school begon ze in 1920 een opleiding tot bibliothecaresse in haar geboortestad. Daarnaast volgde ze lessen ritmische gymnastiek en deed ze met eigen choreografieën mee aan de culturele middagen die in Leipzig voor de jeugd werden georganiseerd. Nadat ze in november 1920 een voorstelling had gezien van Mary Wigman, pionierster van de expressionistische dans, stopte ze met haar bibliotheekopleiding en begon aan een dansopleiding. Na enkele maanden lessen gevolgd te hebben bij Jacques Dalcroze ging ze in Dresden naar de school van Wigman, die in de jonge Georgi een groot danstalent herkende en haar opnam in haar groep. Ze trad onder meer op in het ensemble van Wigmans Sieben Tänze des Lebens.
Moderne dans
Eind 1923 gaf Yvonne Georgi een reeks optredens met de danseres Gret Palucca en ging ze met de muziekstudenten Alfred Schlee en Fritz Cohen op tournee door Duitsland. Ze maakte indruk met haar levendige en vaak grappige choreografieën. In 1924 werd ze solodanseres aan Die Neue Tanzbühne in Münster; hier danste ze onder meer in zijn Persische Ballett van Kurt Jooss, op muziek van Egon Wellesz. In 1925 begon de 22-jarige Yvonne Georgi in het Reußischen Theater in Gera (Thüringen) als – jongste – balletmeesteres van Duitsland. Ze had een voorliefde voor moderne componisten. Zo choreografeerde ze in Gera bijvoorbeeld balletten op muziek van Igor Stravinsky. De pers was enthousiast, maar het Thüringse publiek vond haar werk te modern. Na een jaar stapte Georgi over naar het Staatstheater in Hannover, waar ze tot 1931 bleef en een eigen dansschool oprichtte. Georgi gaf optredens door heel Europa: met Harald Kreutzberg trad ze in 1928 met het humoristische Baby in the Bar op in het Amsterdamse Rika Hoppertheater. Het Algemeen Handelsblad (4-5-1928) schreef hierover: ‘voortreffelijk gedanst, vol vuur en vaart, met kracht en temperament’. In 1929 maakte het populaire danspaar met uitverkochte voorstellingen furore in de VS.
In 1931 choreografeerde Yvonne Georgi op uitnodiging van de prestigieuze Wagner Vereeniging in Amsterdam de opera Acis en Galatea en danste zelf de hoofdrol. Hier leerde ze Louis Arntzenius kennen, dirigent en muziekcriticus van De Telegraaf. Ze trouwden in 1932 en Georgi kreeg zo de Nederlandse nationaliteit. Gedurende enkele jaren werkte ze zowel in Amsterdam als in Hannover, waar ze vanaf Hitlers machtsovername niet langer balletten op de nu als ‘enartete’ verboden jazzmuziek of haar geliefde moderne componisten mocht maken. In 1936 vestigde ze zich definitief in Nederland en begon ze met steun van de Wagner Vereeniging in de Amsterdamse Jacob Obrechtstraat haar Dansschool Yvonne Georgi, waar zowel moderne dans als klassiek ballet werden onderwezen. Met Mascha ter Weeme richtte zij het Ballet der Wagner Vereeniging op (later: Balletten Yvonne Georgi). In november 1936 debuteerde de groep met het moderne ballet Coppélia. Georgi’s echtgenoot had de muzikale leiding en begeleidde de tournees, zoals in 1939 naar de VS – een tournee die overigens een financiële flop werd: ze moest haar eigen geld aanboren om de dansers te betalen.
Werkverbod
In 1941, dus tijdens de bezetting, kreeg Yvonne Georgi de leiding over de balletafdeling van het Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam. Dankzij de ruimhartige subsidie van de nazi’s kon zij in de oorlog groots opgezette voorstellingen maken, waaronder Josefs legende (1942) en Carmina Burana (1944) ‒ afgestemd op de nationaalsocialistische voorkeuren. Behalve in Nederland gaven haar dansers ook voorstellingen in Duitsland, zoals voor de nationaal-socialistische organisaties Kraft durch Freude en Frontzorg, en bekleedde ze in Wenen ‘een lectoraat in de danskunst’ (Het Parool, 31-10-1945). Meer dan vijfhonderd voorstellingen verzorgde ze in de oorlogsjaren.
Vanwege haar samenwerking met de bezetter kreeg Georgi na de Bevrijding een werkverbod opgelegd voor vijf jaar, dat in 1947 in hoger beroep overigens werd teruggebracht naar twee jaar. In 1947 gaf ze alweer optredens en heropende ze Dansschool Yvonne Georgi aan de Koninginneweg. Toch verhuisde ze in 1949 terug naar Duitsland, waar ze haar goede naam behouden had. Ze werd balletmeesteres van de Abraxas-Kompanie en kreeg twee jaar de leiding over de balletgroep van het Opernhaus in Düsseldorf.
Yvonne Georgi werd in 1954 balletdirecteur van het Opernhaus aldaar. Naast operaballet en veel negentiende-eeuws klassiek werk voerde men hier stukken van haar op, waaronder een revolutionaire choreografie op elektronische muziek van Henk Badings. In 1959 werd Georgi docent en later hoofd van de afdeling Dans aan de Hochschule für Musik und Theater in Hannover. Met het Nederlands Dans Theater studeerde Georgi 1962 haar choreografieën Agon en Evoluties in. De Telegraaf (8-5-1962) sprak van ‘eerherstel’, maar niet iedereen was gelukkig met haar tijdelijke terugkeer naar Nederland.
In september 1964 overleed Georgi’s echtgenoot. Bij haar afscheid als choreografe bij het Staatstheater in Hannover in 1970 kreeg zij de Nedersaksische Orde van Verdienste toegekend. Ze bleef nog enkele jaren aan de Hochschule für Musik und Theater verbonden en maakte in 1973 als gastchoreografe voor het Staatstheater haar laatste, heel persoonlijke werk: Skorpion. Yvonne Georgi overleed op 25 januari 1975. Enkele Nederlandse kranten besteedden kort aandacht aan de dood van de ‘internationaal bekende choreografe’ (NRC Handelsblad 27-1-1975). Georgi werd begraven in een eregraf in Hannover, de stad waar zij zo lang had gewerkt – de stad kreeg ook een Yvonne-Georgi-Allee.
Betekenis
Yvonne Georgi is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van de theaterdans en geldt als een van de grondlegster van het ballet in Nederland (Nieuwsblad van het Noorden, 15-11-1961). Vanwege haar rol gedurende de oorlog is zij in Nederland jarenlang verguisd. ‘Kennelijk willen Nederlanders, die toch een groot deel van hun huidige bloeiende danscultuur aan deze vrouw te danken hebben, haar liever vergeten’, aldus danshistorica Eva van Schaik (Op gespannen voet, 65). Dat neemt niet weg dat Georgi met haar vooruitstrevende choreografieën op eigentijdse muziek grote invloed heeft gehad op de Nederlandse danswereld en een hele generatie dansers heeft gevormd.
Archivalia
Stadsarchief Amsterdam: archiefkaarten.
Werken
Een greep uit haar werk, behalve de in de tekst genoemde:
- Pulcinella (1926).
- Orpheus en Eurydice (1941).
- Le Sacre du Printemps (1953).
Literatuur
- Algemeen Handelsblad, 4-5-1928.
- Het Vaderland, 4-5-1928.
- De Kunst, 5-3-1932.
- Deutsche Zeitung in den Niederlanden, 21-12-1944.
- Het Parool, 31-10-1945.
- De Telegraaf, 8-5-1962.
- Leeuwarder Courant, 11-6-1970.
- NRC Handelsblad, 27-1-1975.
- Eva van Schaik, Op gespannen voet. Geschiedenis van de Nederlandse theaterdans vanaf 1900 (Haarlem 1981) 49-53 en 60-65.
- Isa Partsch-Bergsohn, Modern dance in Germany and the United States. Crosscurrents and Influences (Oxford 1995) 59.
- Karl E. Toepfer, Empire of Ecstasy. Nudity and Movement in German Body Culture, 1910-1935 (Berkeley 1997) 229-231.
- C. Paris Bautista en J. Bayo Bernal, Diccionario biográfico de la danza (Madrid 1997) 138-139.
- Lilian Karina en Marion Kant, Hitler’s Dancers. German modern dance and the Third Reich (New York/Oxford 2003) 168. Wiert W. Fehling, Irail Gadescov. Danseur célèbre 1894-1970 (Delft 2007) 108, 193-194.
- A.P.A.M. van der Logt, Het theater van de nieuwe orde. Een onderzoek naar het drama van Nederlandse nationaalsocialisten (Amsterdam 2008) 239-240 [diss. UvA].
- Brigitta Weber red., Die Tänzerin und Choreographin Yvonne Georgi (1903-1975). Eine Recherche (Hannover 2009).
Illustratie
Yvonne Georgi, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Theatermuseum Hannover).
Auteur: Suzanne Loohuis
laatst gewijzigd: 13/04/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.