Michaelis, Hanny (1922-2007)

 
English | Nederlands

MICHAELIS, Hanny (geb. Amsterdam 19-12-1922 − gest. Amsterdam 11-6-2007), dichteres, schrijfster en redactrice. Dochter van Alfred Michaelis (1889-1943), vertegenwoordiger, en Gonda Sara Swaab (1866-1943), boekhoudster en handelscorrespondente. Hanny Michaelis trouwde op 9-12-1948 in Amsterdam met Gerard Kornelis van het Reve (1923-2006), schrijver. Het huwelijk, dat kinderloos bleef, werd in oktober 1959 ontbonden.

Hanny Michaelis werd geboren in de Amsterdamse Van Eeghenstraat als enig kind in een liberaal joods gezin. Haar vader, afkomstig uit het Duitse Königsberg (nu Kaliningrad, Rusland), was uit geldgebrek als zeventienjarige conservatoriumstudent naar Amsterdam gekomen, waar hij aan het werk kon als vertegenwoordiger voor de hoedenfabriek van zijn oom. Hanny's moeder was een Amsterdamse. Toen de vader in de crisisjaren zijn baan kwijtraakte, werd moeder Michaelis kostwinster; ze had een baan als boekhoudster en handelscorrespondente in de drie moderne talen. Na het ontslag van haar man bleek echter dat Gonda Michaelis schulden had gemaakt. Na de boedelverkoop verhuisde het gezin naar de Holendrechtstraat. Daar woonde Hanny gedurende haar lagere schooltijd (Montessori). Ze leerde piano spelen van haar vader, die haar ook liefde voor de literatuur bijbracht. Op haar zevende schreef ze al gedichtjes. Toen ze naar het Vossiusgymnasium ging, raakte ook haar moeder werkloos en moesten ze zien rond te komen van de steun. Het gezin verhuisde naar de Rivierenlaan, de huidige Kennedylaan.

Al in de eerste klas publiceerde Hanny in het schoolblad enkele gedichten. Daar bleef het bij, omdat de gedichten vooral over verliefdheden gingen − ze liet ze overigens wel aan haar ouders lezen. Had zij als kind last van driftbuien, ook tijdens haar puberteit maakte ze veel ruzie, vooral met haar moeder, die haar probeerde op te voeden tot zelfstandigheid. Hanny aardde meer naar haar introverte, onzekere en artistieke vader.

Oorlog en huwelijk

Een jaar na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog deed Hanny Michaelis eindexamen. Vervolgens trok zij als dienstmeisje voor dag en nacht in bij de familie Van Schaik-Willing. Toen ze als jodin werd opgeroepen zich te melden, dook ze onder. Via een hele reeks onderduikadressen vond Michaelis uiteindelijk definitief onderdak in Leiden. Ze hield een oorlogsdagboek bij dat bewaard is gebleven, net als enkele brieven van haar ouders uit Westerbork, gericht aan Hetty of aan Wilma, de schuilnamen die ze aannam tijdens de onderduik. Haar ouders werden in 1943 vergast in het concentratiekamp Sobibor.

Na de bevrijding keerde Michaelis terug naar Amsterdam. In het ouderlijk huis kon ze niet terecht − daar woonden andere mensen, en er werd beweerd dat het de man was die haar ouders had verraden − maar ze vond een kamer in de Biesboschstraat. Ook vond ze al snel een baan: bij Volksherstel. Er volgden diverse baantjes voordat ze als bureausecretaris in dienst trad bij het Nieuw Israëlietisch Weekblad. In 1948 trouwde ze met schrijver Gerard (van het) Reve, die ze had leren kennen bij de uitreiking van de Reina Prinsen Geerligsprijs voor De avonden − zelf kreeg ze een eervolle vermelding voor enkele ingezonden gedichten. In 1949 verscheen haar debuut, een bundel met tamelijk traditionele poëzie; later koos ze voor een vrije versvorm. Uit haar werk spreekt doorgaans een existentiële zwaarmoedigheid, vaak handelend over het verlies van geliefden, al refereert ze zelden direct aan de oorlog. Toch hebben haar gedichten ook een zekere lichtheid door de alledaagse situaties die ze beschrijft en vat in een ironische, enigszins afstandelijke toon.

Dacht Michaelis met haar huwelijk de oorlog achter zich te hebben gelaten, de geest van de holocaust liet zich niet makkelijk afschudden. Zowel persoonlijk als artistiek raakte ze in een impasse en ze ging in therapie. Pas in 1957 verscheen haar tweede bundel, Water uit de rots. Twee jaar later kwam een einde aan het huwelijk met Reve, niet alleen omdat hij openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit, maar ook door hun aanhoudende botsingen: Reve hield niet van tegenspraak, terwijl Michaelis daar juist toe was geneigd. Twee jaar lang had Michaelis een nieuwe partner, maar nadat deze was omgekomen bij een verkeersongeluk, ging zij geen vaste verbintenis meer aan.

Literator

Hanny Michaelis was, meer dan dichteres, een literator in ruime zin. Ze schreef ook essays en recensies en vertaalde jeugdboeken uit het Frans, Duits en Engels. Ze deed altijd veel redactiewerk, ook nadat ze was vertrokken bij het Nieuw Israëlietisch Weekblad en een baan voor halve dagen vond als beleidsmedewerker bij de afdeling Kunstzaken van de Gemeente Amsterdam − de latere Kunstraad −, waar ze tot 1984 werkte. Verder was ze bestuurslid van de Vereniging voor Letterkundigen en vicevoorzitter van de Federatie voor Kunstenaars. Bovendien zat ze in talloze jurys van literaire prijzen. Ze hield daar veel sociale contacten aan over en raakte bevriend met schrijvers als Henk Romein Meijer, Nop Maas en Frida Vogels.

Behalve een enkel gedicht verscheen van Michaelis na haar vijftigste geen nieuw werk meer in boekvorm. Haar zelfkritiek leidde tot verlammende twijfel. Pogingen tot schrijven bleven steken in losse invallen en regels, aanzetten, flarden en beelden, zonder dat die zich tot een geheel lieten vormen. De reden was dat haar voornaamste inspiratiebron − de liefde − was opgedroogd, aldus vriendin Frida Vogels in haar necrologie. Met de tijd namen de demonen van het verleden bezit van haar: het schuldcomplex van de overlevende. Op latere leeftijd kon Michaelis vrijwel nergens anders meer over praten dan over haar jeugd en haar ouders. Maar daarover schrijven kon of wilde zij niet. Nop Maas tekende haar jeugdherinneringen op in een reeks gesprekken die hij publiceerde onder de titel Verst verleden (2002).

In haar laatste levensjaren verloor Michaelis haar belangstelling voor mensen en muziek, verwaarloosde zichzelf, haar kat en haar huis, maar sloeg alle aangeboden hulp af. Nadat ze in 2005 haar heup en schouder had gebroken, werd ze opgenomen in het joodse verzorgingshuis Beth Shalom. Daar overleed ze op 11 juni 2007. Daags na haar dood werd ze volgens de joodse riten begraven op de joodse begraafplaats van Muiderberg.

Betekenis

Hanny Michaelis is wel een groot dichteres van een bescheiden oeuvre genoemd. Er was kritiek op het gebrek aan thematische ontwikkeling en op de enkelvoudige betekenis van haar werk, maar de waardering overheerste. Ook bij het publiek: haar bundels haalden doorgaans meerdere drukken. Waardering blijkt eveneens uit de toekenning in 1967 van de Jan Campertprijs voor haar bundel Onvoorzien (1966). In 1955 kreeg ze voor haar oeuvre zowel de Sjoerd Leikeprijs als de Anna Bijnsprijs. Haar in 1996 verschenen Verzamelde gedichten beleefde in tien jaar tijd vijf drukken. Nop Maas bezorgde in 2016 en 2017 de uitgave van haar oorlogsdagboeken in twee delen. In 2022 werd een brug over het Noorder Amstelkanaal (Amsterdam) naar Hanny Michaelis genoemd.

Naslagwerken

KLNL; Schrijvende vrouwen.

Publicaties

  • Klein voorspel (Amsterdam 1949).
  • Water uit de rots (Amsterdam 1957).
  • Tegen de wind in (Amsterdam 1962).
  • Onvoorzien (Amsterdam 1966).
  • De rots van Gibraltar (Amsterdam 1970).
  • Wegdraven naar een nieuw Utopia (Amsterdam 1971).
  • Dankwoord bij de aanvaarding van de Anna Bijns Prijs, Tirade 40 (1996) nr. 1, 40-46.
  • Verzamelde gedichten (Amsterdam 1996).
  • Verst verleden. Jeugdherinneringen verteld aan Nop Maas (Amsterdam 2002).
  • Lenteloos voorjaar. Oorlogsdagboek 1940-1941, Nop Maas ed. (Amsterdam 2016) [verschenen na publicatie van dit lemma].
  • De wereld waar ik buiten sta. Oorlogsdagboek 1942-1945, Nop Maas ed. (Amsterdam 2017).

Literatuur

  • Bibeb,... dat Gerard Reve mijn grote liefde is, dat is waarschijnlijk niet waar, in Idem, De mens is een ramp voor de wereld (Amsterdam 1969) 207-218.
  • Aukje Holtrop, Telkens als ik probeerde een gedicht te schrijven dacht ik: ach mens hou er toch mee op, ga ramen lappen, dan doe je tenminste iets nuttigs, Vrij Nederland, 22-2-1985.
  • In memoriam Hanny Michaelis (1922-2007), Tirade 51 (2007) nr. 3, 4-72 [diverse auteurs].
  • Nop Maas, Gerard Reve. Kroniek van een onschuldig leven. De vroege jaren (1923-1962) (Amsterdam 2009).

Illustratie

Voor microfoon, door onbekende fotograaf, 1978 (Literatuurmuseum, Den Haag).

Auteur: Joris van Groningen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 972

laatst gewijzigd: 20/12/2022

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.