© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Thomas Dresscher, Heyblom, Sara, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Heyblom [04/09/2017]
HEYBLOM, Sara (geb. Amsterdam 27-5-1892 – gest. Amsterdam 20-7-1990), actrice. Dochter van Elisa Willem Heyblom (1860-1909), wijnhandelaar, en Geertruida Johanna Bax (1865-na 1912). Sara Heyblom had van 1918 tot 1930 een relatie met Albert van Dalsum (1889-1971), acteur. Deze relatie bleef kinderloos.
Sara Heyblom – vernoemd naar haar grootmoeder van moeders kant – bracht haar vroege jeugd door in geboorteplaats Amsterdam. Haar jongere broertje, Willem Christiaan, werd later zeeman. Haar vader had een wijnhandel met veel Franse contacten en de familie van haar moeder bestond uit predikanten en artsen. Toen ze negen was, verhuisde het gezin naar Den Haag. In 1909 – Sara was zeventien – stierf haar vader en bleef ze achter met haar moeder, die naar eigen zeggen meer een vriendin voor haar was. Financieel hadden ze het moeilijk. In hetzelfde jaar zag ze in Den Haag Vondels Adam in ballingschap in een uitvoering van Willem Royaards, met een debuterende Albert van Dalsum. De voorstelling maakte grote indruk op haar en voortaan was toneel haar droom. Royaards was een vriend van haar grootvader en door zijn bemiddeling kreeg ze een jaar lang privélessen van zijn vrouw, Jacqueline Royaards-Sandberg.
Toneel en film
In 1911 trad Heyblom op met Het Toneel (het gezelschap van Royaards) in de rei van de Amsterdamse Maagden in de Gijsbrecht van Aemstel. Dit was haar echte debuut nadat ze enige tijd alleen als figurant bij het gezelschap had gespeeld. Hierna bleef ze vier jaar bij Royaards en speelde zij in klassieke stukken van Shakespeare, Vondel, Molière en Schiller. Haar eerste grote rol was die van dochter van een van de Frankforters in de vijf Frankforters – ze nam die op het laatste moment over van de door roodvonk gevelde Marie Holtrop. Heyblom ontwikkelde een grote liefde voor de poëzie van deze toneelteksten en beschouwde het voordragen van verzen als de hoogste vorm van theater. In haar tijd bij dit gezelschap had zij ook een relatie met Royaards, een echte rokkenjager. Toen deze de relatie naar vier jaar verbrak, was zij er naar eigen zeggen lang kapot van.
In 1915 verliet Heyblom het gezelschap van Royaards en ging werken met Cor Ruys en Cees Laseur, bij wie ze haar komische talenten ontwikkelde. Ook werkte zij met grote regisseurs als Eduard Verkade en Albert van Dalsum. Met laatstgenoemde had zij tussen haar 26ste en 38ste een relatie. Later omschreef ze dit als haar gelukkigste tijd: latere relaties stonden voor haar altijd in de schaduw van deze ervaring (Het Vrije Volk, 20-5-1972). Ze speelde bij een groot aantal gezelschappen en de hoeveelheid rollen die zij voor en tijdens de oorlog vervulde, is indrukwekkend. Zo speelde ze in 1915 Clara in Pygmalion bij de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel (KVHNT), in 1918 Agnes Sorell in Jeanne d’Arc bij het Groot Tooneel, en diverse stukken van Shakespeare (zoals de tweede heks in Macbeth) bij het Vereenigd Tooneel. In 1921 maakte zij haar filmdebuut in De gele mantel, een verfilming van het toneelstuk van Verkade (regie Willy Mullens).
Bij het Amsterdamsch Toneel speelde Heyblom in 1930 in De Komedie van het geluk en andere stukken. In de jaren dertig zat Heyblom bij de Amsterdamsche Toneelvereniging. Hier speelde ze bijvoorbeeld Blanche Monet in De affaire Dreyfus en Emilie in Othello. Tijdens de oorlog zat ze bij het Centraal Tooneel en kort na de bevrijding oogstte ze daar succes in Arsenicum en oude kant (1945-1946, regie Cor Ruys) waarin ze een van de twee sardonische oude dames speelde die een reeks mannen met arsenicum om het leven brachten.
Swiebertje en Fanfare
Hoewel het toneel haar grote liefde bleef, deed Sara Heyblom ook mee aan films en – later – televisieproducties. Zo speelde ze in films als Pygmalion (1937, in de rol van mevrouw van Heteren-Hill), die goed ontvangen werd door pers en publiek, en Vadertje Langbeen (1938). In 1952 maakte Heyblom haar televisiedebuut bij de AVRO in Engelen zonder vleugels (een bewerking van het Franse blijspel Cuisine des anges) en in 1958 deed ze mee aan de televisieserie Pension Hommeles. Datzelfde jaar speelde ze de leidster van een vereniging in een van haar bekendste films: Fanfare van Bert Haanstra. In 1969 was ze te zien als Tante Gree in ’t Schaep met de 5 pooten en van 1970 tot 1972 speelde zij de rollen van Elise Zilverschoon en Opoe Klaassen in de populaire jeugdserie Swiebertje. In verschillende series speelde zij op latere leeftijd de rol van gewiekste aristocratische dame.
Vanaf 65-jarige leeftijd speelde Heyblom bij de gezelschappen Puck en Centrum, waar ze zich uitstekend thuis voelde tussen de jonge acteurs en moderne regisseurs als Walter Kous en Peter Oosthoek. Toen ze achter in de zeventig was, moest zij met films en televisie stoppen omdat ze moeilijkheden kreeg met lopen. Het laatste stuk waaraan zij meedeed was Een dag uit de dood van verdomde Lowietje.
In 1978 publiceerde Heyblom haar autobiografie Spelend door het leven. In die jaren raakte ze ook geïnteresseerd in het soefisme, een mystieke leer die haar steun en vertrouwen in het leven gaf. Na een langdurige ziekte overleed Sara Heyblom op 20 Juli 1990 in het Joodse verpleeghuis Beth Shalom in Amsterdam. Volgens de soefi-traditie werd ze in het wit begraven – ze wilde dat de begrafenis een blijmoedig karakter had.
Betekenis
Ter nagedachtenis aan Sara Heyblom was er in de zomer van 1990 een expositie in het Theatermuseum in Amsterdam. Rond deze tijd was er ook sprake van enige mythevorming rond haar persoon. Volgens de Telegraaf (26-7-1990) was zij in 1907 door Frankrijk gevraagd om te spioneren, maar had zij het aanbod afgeslagen waarop Mata Hari later ja zou zeggen. Deze geruchten zijn nooit bevestigd. Heyblom was een getalenteerde en veelzijdige actrice met een indrukwekkende staat van dienst. Niet alleen de kwaliteit van haar spel is opmerkelijk, maar vooral ook de grote hoeveelheid rollen die ze gedurende haar leven speelde. Ze was er trots op nooit een rol te hebben geweigerd en oogstte alom roem en lof.
Naslagwerken
Honig.
Archivalia
- Theaterinstituut Nederland, Amsterdam: personaliamap Sara Heyblom.
- Centraal Bureau voor de Genealogie, Den Haag: persoonskaart S. Heyblom.
Rollen
Voor een overzicht van de film- en tv-rollen van Sara Heyblom, zie IMDb [URL http://www.imdb.com/name/nm0382164/; geraadpleegd 16-2-2017].
Publicatie
Spelend door het leven (Nieuwkoop 1978).
Literatuur
- ‘Sara Heyblom: 60 jaar toneelleven in memoires’, Het Vrije Volk, 20-5-1972.
- Jos Haagmans, ‘De Herinneringen van Sara Heyblom’, De Waarheid, 22-4-1976.
- Aart van Bergeijk, [interview], Volgspot, 27-7-1989 [NCRV-radio].
- ‘Actrice Sarah Heyblom in het wit begraven’, De Telegraaf, 26-7-1990.
- ‘Expositie over Sara Heyblom’, De Telegraaf, 27-7-1990.
- Henk van Gelder, ‘Sara Heyblom 1892-1990. Gratie en humor’, NRC, 23-8-1990.
- Henk van Gelder, Hollands Hollywood (Amsterdam 1995).
Illustratie
Sara Heyblom. Atelier J. Merkelbach, 1938 (Stadsarchief Amsterdam).
Auteur: Thomas Dresscher
laatst gewijzigd: 04/09/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.