© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Karels, Catharina Sophia, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Karels [05/02/2015]
KARELS, Catharina Sophia (geb. Amsterdam 1-9-1809 – gest. Amsterdam 4-7-1842), concertzangeres, zanglerares. Dochter van Reijndert Karels (gest. 1839) en Hendrika Barendina Hendriks (gest. 1833), zangeres. Catharina Sophia Karels trouwde op 9-8-1837 in Amsterdam met Jan Eduard de Vries (1808-1875), decorschilder en schouwburgdirecteur. Kinderen uit dit huwelijk zijn niet bekend.Catharina Sophia Karels werd geboren in Amsterdam en was de jongste in een gezin met vier kinderen. Zij kreeg al op jonge leeftijd zangles van haar moeder, eerste zangeres op het toneel van de Hollandsche Schouwburg. Later kreeg ze zangles op de Koninklijke Muziekschool in Amsterdam, van de Italiaanse zangleraar Benucci. Catharina Sophia Karels werd zowel in Amsterdam als elders in het land een bekend concertzangeres. In Amsterdam zong zij – net als haar moeder – de sopraansolo’s in de missen in de Mozes en Aäron kerk. In oktober 1834 trad zij op bij het grote tweedaagse muziekfeest in Den Haag van de Maatschappij ter Bevordering der Toonkunst, georganiseerd door J.H. Lübeck en Gertrude van den Bergh. Ze zong er diverse sopraansolo’s. Hiernaast ontwikkelde zij zich tot een veel gevraagd zanglerares. Catharina Sophia Karels had ‘een aangename, buigzame, klankvolle, ronde en vrij uitgebreide sopraanstem’ (Broekhuijzen, 199).Catharina Sophia Karels trouwde in 1837 met de decorschilder en latere schouwburgdirecteur Jan Eduard de Vries. Na haar huwelijk trad ze nog op onder de naam Catharina Sophia de Vries. Zij stierf op 4 juli 1842 in Amsterdam, 32 jaar oud, volgens de schrijver van haar necrologie aan de gevolgen ‘ener keeltering’. Haar echtgenoot zou later hertrouwen met Maria Francisca Bia.NaslagwerkenGregoir.ArchivaliaStadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 35 (Oude kerk) p. 373; BS, Overlijden 6294, S 1842-6. Literatuur- G.H. Broekhuizen, ‘Biographische schetsen van Nederlandsche toonkunstenaars’, Caecilia (1846) 194-195; (1849) 199-200.
- J.D.C. van Dokkum, Honderd jaar muziekleven in Nederland: een geschiedenis van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst bij haar eeuwfeest 1829-1929 (Amsterdam 1929) 45, 50.
- H.H. Metzelaar, From private to public spheres: exploring women's role in Dutch musical life from c. 1700 to c. 1880 and three case studies (Utrecht 1999) 94.
laatst gewijzigd: 05/02/2015
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.