© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Ladenius, Gaatske Adriana, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ladenius [02/10/2017]
LADENIUS, Gaatske Adriana, vooral bekend als Adri Leendertz-Ladenius (geb. Emmen 29-10-1883 – gest. Almelo 21-4-1953), politica, eerste vrouwelijk Statenlid in Overijssel. Dochter van Hendrik Johannes Ladenius (1854-1925), gerechtsgriffier, later kantonrechter, en Catharina Elisabeth Beucker Andreae (1853-1950). Adri Ladenius trouwde op 1-11-1921 in Almelo met Albertus Cornelis Leendertz (1881-1953), rechter. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Adri Ladenius was vernoemd naar haar grootmoeder maternel Gaatske Adriana Haverschmidt, een zuster van de dichter en predikant François (‘Piet Paaltjens’) Haverschmidt. Als derde van zeven kinderen groeide ze op in een orthodox hervormd gezin, eerst in Zuidhorn, Vianen en Utrecht en vanaf haar dertiende in Almelo, waar ze de hbs bezocht. Na een jaar in het buitenland volgde ze vanaf 1902 schilderlessen in Amsterdam, eerst aan een tekenschool voor meisjes en vervolgens – tot 1907 – aan de Academie voor Beeldende Kunsten.
SDAP en Overijsselse Staten
In 1908 werd Adri Ladenius lid van de afdeling Almelo van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), waarvan ze in 1909 secretaris werd en in 1911 penningmeester. Ze liet zich horen als ‘marxist’, maar nam afstand van de communistische vleugel binnen de SDAP die zich in 1909 afscheidde. In 1916 werd ze secretaris van het SDAP-gewest Overijssel en in 1918 kandidaat voor de Tweede Kamer, ook al hadden vrouwen toen nog geen actief stemrecht. Ladenius maakte intussen regelmatig illustraties voor het blad De Proletarische Vrouw. Jarenlang was ze actief in de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs (BSDVC). Ze was een fervent voorstander van kiesrecht voor álle vrouwen en verzette zich tegen ‘dameskiesrecht’. In 1918 schreef ze de brochure In de spoortrein, waarin ze willekeurige vrouwen in een trein met elkaar laat spreken over de diverse noden waaronder vrouwen lijden, zoals armoede, slechte gezondheidszorg, maar ook oorlog. De vrouwen worden het eens: wat zou het goed zijn als ook arbeidersvrouwen kiesrecht kregen. Ook werd Ladenius rond 1916 lid van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken: in 1941 vierde de vereniging dat ze 25 jaar lid was (Dagblad van het Oosten, 11-11-1941).
Adri Ladenius stond in 1918 op de lijst van de SDAP voor de Tweede Kamer, maar niet op een verkiesbare plaats – vrouwen hadden toen nog geen actief, maar wel passief kiesrecht. Een jaar later kwam ze als eerste vrouw in de gemeenteraad van Almelo. In datzelfde jaar werd ze beëdigd als Statenlid van Overijssel – daarmee was ze een van de veertien vrouwen die dat jaar als eersten lid werden van Provinciale Staten. Bij haar ‘maiden speech’ in december 1919 toonde Ladenius zich meteen een strijdbaar politica: ze bepleitte de oprichting van een algemeen provinciaal sanatorium voor tuberculoselijders, en kwam daarmee in aanvaring met de machtige anti-revolutionaire gedeputeerde mr. Hendrik van der Vegte, die voorstander was van een christelijk sanatorium.
In 1921 trouwde Adri Ladenius op 38-jarige leeftijd met de jurist Albertus Cornelis Leendertz – het huwelijk bleef kinderloos. Na haar trouwen ging Leendertz-Ladenius door met haar politieke werk. Als lid van de gemeenteraad zette ze zich in voor het openbaar onderwijs, in de Provinciale Staten had ze onder meer volksgezondheid in haar portefeuille. Diverse malen kruiste Leendertz-Ladenius in de Statenvergadering de degens met de adellijke commissaris der koningin mr. A.F.L. graaf van Rechteren Limpurg Almelo, die ze bij gelegenheid niet schroomde te interrumperen. Ze bleef tot 1948 de enige vrouw in de Overijsselse Staten.
In 1946 was het Adri Leendertz-Ladenius die als oudste lid van de Provinciale Staten de nieuwe commissaris ir. J.B.G.M. ridder De van der Schueren mocht verwelkomen. Met hem kon ze het beter vinden dan met zijn voorganger. Toen ze de Staten in 1948 bij het regeringsjubileum van koningin Wilhelmina toesprak, blikte ze terug op de veranderingen die ze als politica in de voorbije halve eeuw had meegemaakt: twee wereldoorlogen en de invoering van actief kiesrecht voor arbeiders en vrouwen. In 1898, aldus Leendertz-Ladenius, maakten ‘hooggeplaatsten en welgestelden’ goeddeels de dienst uit, maar in 1948 waren ook ‘het arbeiderselement, de kleine burgers en de kleine boeren’ rijkelijk vertegenwoordigd (gecit. C. van Heel, BWSA). Dat laatste gold nog niet zo voor vrouwen, ‘maar misschien komt dat later nog’, kon ze niet nalaten op te merken.
Adri Leendertz-Ladenius overleed op 21 april 1950 op 69-jarige leeftijd in Almelo. Haar sobere maar door velen bijgewoonde uitvaart in Almelo werd geleid door haar zwager Willem Leendertz, hoogleraar aan het doopsgezind seminarie te Amsterdam.
Betekenis
Adri Leendertz-Ladenius werd in 1946 koninklijk onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ze gold als een goed spreekster. In Almelo is de G.A. Leendertz-Ladeniuslaan naar haar genoemd en in de nieuwbouwwijk Zwolle-Zuid de Ladeniusmarke.
Naslagwerken
BWSA; Nederland’s Patriciaat; Overijsselse biografieën.
Publicaties
In den spoortrein. Het belang van de arbeidersvrouw bij de gemeenteraadspolitiek (Amsterdam 1918).
Literatuur
- ‘Vrouwelijke Statenleden’, Tilburgsche Courant, 17-4-1919.
- W.H. Vliegen, Die onze kracht ontwaken deed, geschiedenis der Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in Nederland gedurende de eerste 25 jaren van haar bestaan, deel 2 (Amsterdam 1925) 282, 498-499, 545.
- Jan de Roos, Besturen als kunst. Lokale sociaal-democraten 100 jaar verenigd (Amsterdam 2002).
- Caspar van Heel, ‘Portretten van Overijsselse vrouwen’, Transistor. Contactblad provinciaal personeel Overijssel 19 (1988) 15-21.
Illustratie
Adri Leendertz-Ladenius, door onbekende fotograaf, ongedateerd (uit: Vliegen, Kracht II, 493).
Auteur: Redactie (dit lemma is o.a. gebaseerd op een schets van C. van Heel in BWSA).
laatst gewijzigd: 02/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.