© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Astrid Waltmans, Overeem, Emmy van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Overeem [24/02/2017]
OVEREEM, Emmy van (geb. Den Haag 3-5-1931 – gest. Winschoten 12-7-2012), journaliste, columniste, predikante. Dochter van Jan van Overeem (1901-1992), kantoorbediende, en Gezina Catharina Johanna Hoogerheide (1903-1990). Emmy van Overeem trouwde op 27-12-1971 in Rotterdam met Eilert Mensink (1919-1994). Het huwelijk bleef kinderloos.
Emmy van Overeem groeide op in Den Haag als oudste van een gezin met vijf dochters. Haar vader was van huis uit protestant, haar moeder katholiek, maar het gezin was niet kerkelijk. Na de lagere school ging Emmy naar het lyceum – ze deed er zeven jaar over omdat ze in de eerste klas bleef zitten. Na de bevrijding hing haar vader thuis foto’s op van de concentratiekampen; de veertienjarige Emmy raakte hiervan zozeer onder de indruk dat ze besloot later mensen in nood te gaan helpen. Dat voornemen leidde in 1953 tot haar intrede in het klooster, want helpen, zo meende ze, kon alleen via God. Ze trad in bij de karmelietessen in Boxmeer en was vanaf dat moment Zuster Michael.
In Boxmeer was Emmy van Overeem gelukkig, al viel het strenge kloosterleven haar zwaar. Later zei ze daar zelf over dat ze psychisch niet rijp was voor het leven in afzondering (Kamp, 1980). Negen jaar na haar intrede ging ze in therapie bij psychoanalytica Anna Terruwe en in 1965 trad ze uit.
‘Trol van Lourdes’
In 1965 begon Emmy van Overeem haar journalistieke loopbaan bij het Eindhovens Dagblad. Drie jaar later werd ze aangenomen als algemeen verslaggever bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant (in 1970 gefuseerd met het Algemeen Handelsblad tot NRC Handelsblad). In 1971 trouwde ze met Eilert Mensink, die een uitkering voor oorlogsslachtoffers ontving. Ze schreef nieuwsberichten en reportages over uiteenlopende onderwerpen, maar wilde liever stukken schrijven waarin ze haar gevoel kon uiten. In 1974 kwam de hoofdredactie aan die wens tegemoet: naast haar dagelijkse werk kreeg ze een wekelijkse column. Elke maandag verscheen van haar hand op de opiniepagina een persoonlijk stukje over ‘zachte’ onderwerpen: geloofsvragen, leven en dood, haar depressies, maar ook over feminisme en vrouwenzaken.
De columns van Emmy van Overeem waren in het rationele en sceptische NRC Handelsblad van de late jaren zeventig een eiland van emotie en intimiteit. Collega’s hadden moeite met haar hartstochtelijke, persoonlijke stijl, maar vooral onder vrouwelijke lezers was Van Overeem immens populair. Als de column een keer niet verscheen, belden lezers de krant met de vraag of ze ziek was of dat er iets met haar man was. Bij lezersonderzoeken, die de hoofdredactie gewoonlijk naast zich neerlegde, scoorde ze steevast net zo hoog als en meestal hoger dan J.L. Heldring. Hoofdredacteur André Spoor was het zelden met zijn columniste eens, maar legde haar geen strobreed in de weg.
Sommige collega’s van de redactie staken de draak met Emmy van Overeem. Zo liet Rudy Kousbroek haar in zijn feuilleton ‘Vincent en het geheim van zijn vaders lichaam’ optreden als ‘Oma van Emmereem’: iedereen die haar uit haar stoel probeert te trekken, werkt ze met één hand tegen de vloer. In 1979 schreef collega-columnist Gerrit Komrij een venijnig stuk over haar ‘zweverige’ columns – hij noemde haar ‘de trol van Lourdes’, ‘Cycloop van Gethsemane’ en ‘Eucalypta op klompen’. Komrij verweet haar zonder humor te schrijven, vol zelfbeklag en zonder spot of gevoel voor betrekkelijkheid. Van Overeem heeft hem in haar eigen column van repliek gediend, maar de woordenstrijd ontaardde in een rel omdat zij vond dat de hoofdredactie onvoorwaardelijk haar kant had moeten kiezen. Toen dat niet gebeurde, vertrok ze in 1980 naar Elsevier’s Magazine, toen onder hoofdredacteurschap van Ferry Hoogendijk.
Predikante
Ook bij Elsevier’s Weekblad kreeg Emmy van Overeem de vrijheid om haar eigen onderwerpen te kiezen. Feminisme en maatschappijkritiek maakten echter plaats voor esoterie en spirituele zaken als aura’s, reïncarnatie en een leven na de dood. De overstap van haar voormalige hoofdredacteur André Spoor in 1986 naar Elsevier’s Magazine zag Van Overeem met gemengde gevoelens gebeuren, maar ook nu bemoeide hij zich niet met haar onderwerpkeuze. Haar artikelen waren steeds vaker verslagen van de persoonlijke zoektocht in haar leven, met als gevolg dat ook bij Elsevier, zoals het blad kortweg was gaan heten, onenigheid ontstond over haar manier van schrijven. In 1989 besloot ze de journalistiek vaarwel te zeggen.
Emmy van Overeem bleef gefascineerd door alles wat het geloof aanging. Halverwege de jaren tachtig was ze naast haar werk als journalist theologie gaan studeren. Ze wilde haar leven weer meer aan God wijden, maar niet in een klooster: ‘Ik heb publiek nodig’ (Kamp, 1980). Na een jarenlange worsteling nam ze in 1988 afscheid van de katholieke kerk en werd ze protestants. In februari 1990 werd ze geïnstalleerd als predikant van de vrijzinnig hervormde gemeente in Vlagtwedde op het Oost-Groningse platteland. Met dat beroep ging haar diepste wens in vervulling. Vanaf datzelfde jaar leefde ze gescheiden van haar man, die in 1994 stierf.
Emmy van Overeem overleed op 12 juli 2012 in Winschoten. Ze is begraven in Wollinghuizen.
Betekenis
In 1976 ontving Emmy van Overeem de persprijs van de Vereniging voor Vrouwenbelangen en in 1990 werd ze Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Met haar columns in NRC Handelsblad was Emmy van Overeem haar tijd ver vooruit: ze schreef over vrouwen- én mannenemancipatie, ze vond dat ouderen een grote rol in de samenleving kunnen en moeten blijven spelen en pleitte – ver voor ‘de pil van Drion’ – voor het recht van de mens om over zijn eigen levenseinde te beschikken. Ook trok ze ten strijde tegen vrouwenbesnijdenis en pleitte ze al in 1977 voor instelling van een vondelingenkamer. Haar columns waren omstreden, onorthodox, soms prekerig, vaak intiem, maar altijd persoonlijk. Tegenwoordig kijkt niemand daar meer van op, maar in de journalistiek van de jaren zeventig van de vorige eeuw was dat geheel nieuw.
Archivalia
Gemeentearchief Den Haag: burgerlijke stand.
Publicaties
- Zeg Marie, ’t haakje zit aan de binnenkant (Rotterdam 1976).
- Emancipatie is niet genoeg, Kortschrift (Rotterdam 1976).
- Teveel gebeurt er op z’n mans (Amsterdam 1978).
- Niet in de zachte bries (Baarn 1983) [roman].
- Door ongemaaid gras (Amsterdam 1987).
- Dagblad voor Nederland, 27-12-1971.
- ‘Persprijzen van vrouwenbelangen’, Het Vrije Volk, 10-3-1976.
- Jurriaan Kamp, ‘De mensen hebben nieuwe dromen nodig’, Ode 18 (januari/februari 1998).
- Gemma Blok, Baas in eigen brein, ‘Antipsychiatrie in Nederland 1965-1985 (Amsterdam 2004).
- Frits Groeneveld, ‘Gepassioneerd en omstreden’, NRC Handelsblad, 20-7-2012.
- Sjoerd de Jong, ‘Van God naar feminisme. En weer terug’, NRC Handelsblad, 1-8-2012.
Illustratie Emmy van Overeem, door Rinus de Hilster, ca. 1992 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).
Auteur: Astrid Waltmans
laatst gewijzigd: 24/02/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.