© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Nathalie Menke, Rettich, Ria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Rettich [11/12/2017]
RETTICH, Ria (geb. Amsterdam 24-7-1939 – gest. Amsterdam 11-8-2006), schilderes en tekenares, ontwerpster van theaterdecors en boekbanden. Dochter van Johannes Rettich (1905-1972), chauffeur, en Alberta Maria van der Poel (1906-1988). Ria Rettich had vanaf 1965 een aantal jaren een relatie met Wim Verstappen (1937-2004), regisseur, filmmaker. Ze had 1 zoon.
Ria Rettich groeide met haar broer John (1937) en zusje Maria Henriette (1945) op in een behoudend rooms-katholiek gezin dat woonde in de Amsterdamse Veerstraat (nr. 39 hs). Haar moeder had voor haar huwelijk op kantoor gewerkt, haar vader was expeditie-chauffeur. Vlak na de oorlog kreeg Ria’s zusje hersenvliesontsteking en raakte geestelijk gehandicapt, waardoor het gezinsleven onder druk kwam te staan. Al jong schreef Ria toneelstukjes en tekende ze in een schuurtje in de achtertuin dat dienst deed als atelier. Toen ze op haar zestiende niet langer naar de mulo wilde, stuurde haar moeder haar naar een hoedenatelier aan de Keizersgracht. In hetzelfde pand bleken kunstenaars te huizen die Ria tijdens de pauzes haar eerste tekenlessen gaven.
Schilderes
In 1956 bezocht Ria Rettich met steun van het Prins Bernhard Fonds de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs en een jaar later vervolgde ze haar studie aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hier kreeg ze les van onder anderen Gerard Röling. Buiten de academie nam ze schilderlessen bij Rudi Bierman. Nadat Bierman Rettich en haar werk bij de Oostenrijkse schilder Oskar Kokoschka had geïntroduceerd, nodigde deze haar in 1958 uit om zijn zesweekse zomercursus Schule des Sehens in Salzburg kosteloos te komen volgen. In deze periode leerde ze de verf heel direct en vanuit haar gevoel op te brengen en snelle schetsen in waterverf te maken naar bewegende modellen. Twee jaar later, in 1960, werd Rettich, bewust ongehuwd, moeder van een zoon.
Rettich ging meedoen aan tentoonstellingen. Zo exposeerde ze in 1963 met de Nederlandse Kring van Tekenaars bij Pictura in Groningen en een jaar later met onder anderen Rudi Bierman in de Amstelveense Villa Aemstelle. In 1964 nam Galerie 845 in Amsterdam haar werk in portefeuille. Later werd het ook verkocht bij Siau Galerie (1969), Galerie Babs Hendriksen (1974) en Galerie Serieuze Zaken (1994), eveneens in Amsterdam. Daarnaast organiseerde Rettich exposities in haar eigen atelier.
Vanaf eind jaren zestig ging Ria Rettich gebruik maken van een combinatie van expressief getekende lijnen en duidelijk met de kwast aangebrachte felle popart-kleuren. Spanningen en conflicten tussen man en vrouw, vaak geïnspireerd op situaties uit haar eigen omgeving, waren een terugkomend thema in haar werk. In eerste instantie gebruikte Rettich hiervoor beeltenissen van kennissen en fictieve portretten, later maakte zij ook associaties met figuren uit de literatuur, de mythologie en de Bijbel en citeerde zij uit de kunstgeschiedenis. Rettich voorzag haar werk altijd van puntige titels als Haiku en Come-Back.
Ludieke acties
In 1965 ontmoette Ria Rettich de cineast Wim Verstappen, met wie zij enkele jaren samenleefde. Ze maakte gretig deel uit van het progressieve, provocerende culturele leven in het Amsterdam van de jaren zestig en zeventig. Vanaf 1967 ontwierp ze boekomslagen voor onder anderen Lodewijk-Henri Wiener (Seizoenarbeid, 1967) en Pim de la Parra (Prins Pim, overdenkingen van een levensgenieter, 1978). Voor de filmproductie Drop out van Verstappen beschilderde ze in 1969 een Volkswagenbusje dat dat jaar voor promotiedoeleinden langs veertig Nederlandse plaatsen reed. In 1970 bracht Rettich samen met andere kunstenaars op een schutting rond de Nieuwe Kerk in Amsterdam schilderingen aan die de aandacht moesten vestigen op de tentoonstelling Mooie Vrijheid!? die daar zou plaatsvinden. Bij een expositie van haar schilderijen in de kunstetalages van de Heineken Galerij in de Amsterdamse Pijp (1970) maakte Rettich een ludieke promotiefolder waarin ze zichzelf presenteerde als een zeventienjarige kunstenares, compleet met de foto van een model. Datzelfde jaar raakte Ria Rettich betrokken bij het Amsterdamse theatergezelschap Het Werkteater. Voor diverse producties ontwierp ze decors en kostuums.
In 1976 kreeg Rettich in Museum Fodor in Amsterdam een overzichtstentoonstelling. Tussen 1983 en 1985 was ze docente schilderkunst aan de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede. Ze deed dit werk graag, ook omdat ze zich realiseerde dat ze hiermee een voorbeeldfunctie had voor andere vrouwen. Het Arnhems Gemeentemuseum wijdde in 1987 een tentoonstelling aan Rettichs schilderijen-reeks De Tien Geboden (1986) – twee jaar later te zien in het Bijbels Museum in Amsterdam. Ter voorbereiding op deze serie bezocht zij Israël. De tentoonstelling werd begeleid door een map met tien kleurenreproducties en tien teksten van onder anderen Jan Wolkers, Wim Verstappen en Josepha Mendels.
Voor het grote publiek was het werk van Rettich voor het laatst te zien in 2005 in de Haagse Pulchri Studio, toen zij de Jeanne Oosting Prijs voor de (figuratieve) schilderkunst ontving. Onverwacht stierf Ria Rettich op 11 augustus 2006 op 67-jarige leeftijd in haar geboorteplaats Amsterdam aan de gevolgen van de ziekte van Kahler.
Reputatie
Ria Rettich bleef altijd trouw aan haar kleurrijke, figuratieve en expressieve stijl. Een deel van haar werk kan worden geschaard onder de Vlaams-Nederlandse interpretatie van Popart (de Nieuwe Figuratie). In 1974 omschreef kunstrecensent Ed Wingen haar werk als ‘bijzonder genietbare schilderkunst’ (De Telegraaf, 24-10-1974). Hoewel Rettich ook door andere recensenten als schildertalent werd gezien maakte zij – uit eigen keuze – slechts in beperkte mate deel uit van de gevestigde kunstcircuits. Rettich trok zich het liefst terug en organiseerde bij voorkeur zelf ateliertentoonstellingen. Cineaste Barbara Meter kwam in 2016 met een filmportret over het leven en werk van haar jeugdvriendin Ria Rettich.
Naslagwerken
Jacobs; Scheen (1970).
Archivalia
- Stadsarchief, Amsterdam: bevolkingsregister (archiefkaarten Johannes Rettich).
- RKD, Den Haag: PDO.
Werk
Werk van Ria Rettich bevindt zich behalve in particuliere verzamelingen onder meer in: Stedelijk Museum, Amsterdam; Museum Arnhem en bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed afdeling Kunst collecties (Rijswijk).
Literatuur
- Hans Redekker, ‘Ria Rettich’, Algemeen Handelsblad, 7-6-1969.
- Y. Luycks, ‘De twee gezichten van Ria Rettich, Vers van ’t Vat, 14-12-1970, 10-11.
- Ed Wingen, ‘Schilderkunst om te lezen’, De Telegraaf, 24-10-1974.
- Hans Redekker, ‘Ria Rettich’, NRC Handelsblad, 25-10-1974.
- Sipke Huisman, ‘Ria Rettich’, tentoonstellingscatalogus Museum Fodor Amsterdam (Amsterdam 1976).
- Ed Wingen, ‘De actualiteit van de verbeelding’, De Telegraaf, 5-4-1976.
- Hans Redekker, ‘Ria Rettich’, NRC Handelsblad, 31-3-1976.
- Ank Leeuw-Marcar, Ria Rettich, tentoonstellingscatalogus Volle Maan, Delft (Delft 1978) [serie Volle Maan, nr. 29].
- Thea Figee, ‘De tien geboden geschilderd; Ria Rettichs eigentijdse visualisering in Arnhems museum’, Trouw, 10-2-1987.
- August Willemsen, ‘Rettich geeft gestalte aan een zucht in kleur’, Het Parool, 27-5-1994.
- Ruud Den Drijver, Circus Bloteman. Biografie van Wim Verstappen (Amsterdam 2015).
- Barbara Meter, Op de rand. Een film over werk en leven van Ria Rettich (filmportret 2016).
Illustraties
- Ria Rettich, door onbekende fotograaf, ongedateerd (particuliere collectie).
- Illusie, door Ria Rettich, 1979 (Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijswijk).
Auteur: Nathalie Menke, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
laatst gewijzigd: 11/12/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.