Rutgers, Jacqueline Cornélie (1874-1951)

 
English | Nederlands

RUTGERS, Jacqueline Cornélie, vooral bekend als J.C. van Andel-Rutgers (geb. Vlissingen 15-11-1874 – gest. Amsterdam 3-9-1951), zendelinge. Dochter van Frederik Lodewijk Rutgers (1836-1917), theoloog, en Cornélie Cathérine Hermance Guye (1856-1908). Jacqueline Rutgers trouwde op 18-12-1912 in Buitenzorg (Ned.-Indië) met Huibert Antonie van Andel (1875-1945), zendeling. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Jacqueline werd geboren in Vlissingen, als oudste van drie in een gereformeerd predikantengezin – ze had twee broers: Victor (1877-1945) en Bram (1884-1966). Vanaf haar vijfde levensjaar groeide ze op in Amsterdam, waar haar vader in 1879 was benoemd als hoogleraar kerkgeschiedenis aan de VU. Met de dochters van haar vaders collega Abraham Kuyper zat ze op een particuliere meisjesschool. In 1890 schreef zij zich in bij de Gereformeerde Kweekschool te Amsterdam, waar zij in 1893 de akte van bekwaamheid als onderwijzeres behaalde en een jaar later, als eerste vrouw, het Diploma van den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel. Dit diploma gaf haar recht les te geven in onder andere Bijbelse geschiedenis en Christelijke opvoedingsleer.

Hoofdverpleegster

Als assistente van haar vader en als notuliste was Jacqueline Rutgers in 1896 aanwezig op de synodevergadering van de Gereformeerde Kerken in Middelburg. Hier kwamen de zendingsarbeid en de medische zending in Midden-Java uitvoerig aan de orde. Jacqueline voelde zich zeer aangesproken en wilde iets ondernemen. Samen met twee vriendinnen, Johanna en Catharina, dochters van Abraham Kuyper, richtte ze in 1897 de Vereeniging Dr. Scheurer’s Hospitaal op om geld in te zamelen voor een zendingsziekenhuis in Djokjakarta (Yogyakarta) op Midden-Java: het Petronella Ziekenhuis. Jacqueline Rutgers wilde ook zelf in het ziekenhuis gaan werken, en daarom ging ze in het cursusjaar 1899-1890 naar de protestantse opleidingsschool voor verpleegsters La Source in Lausanne.

In 1900 kregen Jacqueline Rutgers en Johanna Kuyper toestemming van de Gereformeerde Kerk om in hun zendingsziekenhuis te gaan werken. Beiden werden er hoofdverpleegster. Het tweetal probeerde tijdens het werk in het ziekenhuis ook te evangeliseren – daartoe leerden ze de Javaanse taal. Tijdens een verlof in Nederland (1907-1911) leerde Rutgers de jonge theoloog Huibert van Andel kennen. In 1911 keerde ze terug naar in Djokjakarta. Een jaar later nam ze ontslag vanwege haar huwelijk met Van Andel, die door de Gereformeerde Kerk als predikant was uitgezonden naar Soerakarta op Midden-Java. In 1913 werd hun dochter Cornélie Cathérine Hermance geboren.

Zendelinge

Het echtpaar Van Andel-Rutgers leefde voor de zending: hij als predikant en zij als – onbetaalde – zendelinge. Met volle kracht zette ze zich in voor de verspreiding van bijbels en andere christelijke boeken om alle inwoners van Soerakarta met het christendom te laten kennismaken. Bij de verspreiding werden colporteurs betrokken. Vaak vertaalde ze ook zelf boekjes in het Javaans. Vanaf 1916 gaf zij een christelijke kalender uit waarop alle feestdagen, dus ook die van de islam, vermeld stonden. In 1931 bedroeg de oplage hiervan 75.000 exemplaren. Ze zat in de redactie van diverse periodieken (De Macedoniër, De Opwekker, Ons Zendingsblad, Zendingstijdschrift voor de Jeugd), waarvoor ze bijdragen schreef over het zendingswerk en het dagelijks leven in Midden-Java.

Van Andel-Rutgers was ook betrokken bij het protestants-christelijk lager onderwijs op Midden-Java. Dit onderwijs, met Javaans als voertaal, moest de invloed van de islam terugdringen. De organisatie en het beheer van deze scholen waren vanaf het begin haar taak. Zij richtte diverse scholen op in Surakarta en omgeving, soms met subsidie van de overheid, dan weer bekostigd door de gereformeerde zending. Zij huurde een ruimte, een onderwijzerswoning, bestelde lesmateriaal en zocht geschikte onderwijzers. Maandelijks gaf zijzelf Bijbelstudie aan de vrouwen van de onderwijzers. Ze richtte ook een huishoudschool op. In 1939 had Jacqueline van Andel-Rutgers in haar eentje het beheer over 56 inlandse lagere scholen en de zorg voor 138 onderwijzers en 4 onderwijzeressen. Aan de scholen was veelal een zondagsschool verbonden.

Op het terrein van de zending onder vrouwen vervulde Van Andel-Rutgers een pioniersrol. Om zoveel mogelijk Javaanse vrouwen te bereiken, bouwde ze een netwerk op van Nederlandse zendingszusters en vrouwelijke leden van de Javaanse christelijke gemeente die deze zendingsarbeid onder de Javaanse vrouwen verrichtten. Punt van aandacht was de polygamie – Van Andel-Rutgers was ervan overtuigd dat alleen het christendom deze vrouwen vooruitgang kon bieden. Het echtpaar had ook altijd enkele Javaanse meisjes in huis die door Jacqueline tot christelijke huisvrouwen werden opgevoed en meehielpen in de huishouding.

Na de inval van Japan (1942) werden Jacqueline van Andel-Rutgers, haar echtgenoot en hun dochter geïnterneerd in verschillende kampen. Haar man overleed voor het einde van de oorlog. In 1946 keerde ze met haar dochter terug naar Nederland. Ondanks haar leeftijd – ze was inmiddels de zeventig gepasseerd – bleef zij zich inzetten voor de verspreiding van christelijke lectuur op Java. Daarnaast corrigeerde zij de drukproeven van de nieuwe Javaanse bijbelvertaling; dit werk wist ze kort voor haar dood te voltooien. Jacqueline van Andel-Rutgers stierf op 3 september 1951 en werd begraven in Amsterdam. Ze wilde niet dat op haar begrafenis over haar en haar werk werd gesproken – alleen het evangelie moest verkondigd worden.

Betekenis

De zendingsarbeid van Jacqueline van Andel-Rutgers beperkte zich niet tot vrouwen en meisjes: ze was bij alle facetten van de zending betrokken. Bijzonder is dat ze zich als gereformeerde vrouw verdiepte in de islam en de verhouding tussen islam en christendom. Vanwege haar organisatorisch talent en haar kennis van de Javaanse taal en adat gold zij als een invloedrijke zendelinge. In 2004 schreef Rineke van der Woerdt over haar het boek Werken zolang het dag is.

Archivalia

  • Het Utrechts Archief: Archief van Generale Deputaten voor de Zending van de GKN, Archieven van de Zendende Kerken van de GKN.
  • Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, VU Amsterdam: Rutgers familie-archief (kleine verzamelingen doos 15, nummer 61)

Publicaties

  • Islam en christendom (Delft 1910) [vertaling en bewerking van W.H.T. Gairdner, The Reproach of Islam].
  • Serat Donga (Solo 1921; 2de druk Amsterdam 1948) [gebedenboekje in het Javaans].
  • Overzicht van haar artikelen in Rineke van der Woerdt, Werken zolang het dag is. Jacqueline Cornélie van Andel-Rutgers (1874-1951) (Kampen 2004) 325-326.

Literatuur

Rineke van der Woerdt, Werken zolang het dag is. Jacqueline Cornélie van Andel-Rutgers (1874-1951) (Kampen 2004).

Illustratie

Jacqueline van Andel-Rutgers (r) met haar echtgenoot en dochter, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Collectie HDC | Protestants Erfgoed).

 

Auteur: Liesbeth Hesselink

laatst gewijzigd: 19/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.