© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Maarten Hell, Schreijer, Jacoba, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Schreijer [09/01/2018]
SCHREIJER, Jacoba (geb. Amsterdam 25-4-1922 – gest. Laren 1-12-2005), folkzangeres en feministe. Dochter van Hermanus Marinus Schreijer (1896-1975), arbeider, en Johanna Hermanna Cornelia Koetsier (1902-1985), schoonmaakster. Cobi Schreijer trouwde (1) op 26-8-1943 in Amsterdam met Jan Heijdenrijk (geb. 1920); (2) na echtscheiding (in 1950) op 8-4-1952 in Oterleek met Roelof Petrus Hiemstra (geb. 1930), inseminator. Uit huwelijk (2), dat in 1964 eindigde in een echtscheiding, werden 1 dochter en 1 zoon geboren.
Jacoba (Cobi) Schreijer werd in 1922 geboren als eerste kind in een arbeidersgezin in de Marnixstraat, aan de rand van de Jordaan. Haar vader legde rubbervloeren en speelde in zijn vrije tijd accordeon; haar moeder werkte als schoonmaakster van scholen. Cobi werd vernoemd naar ‘opoe Coos’, de moeder van haar vader. Na de geboorte van haar broer Herman (1924-2011) verhuisde het gezin naar een gemeentewoning aan de Spaarndammerdijk. In 1927 verhuisde het gezin opnieuw, nu naar de De Wittenstraat in de Staatsliedenbuurt. Daar werd Cobi’s zusje Ludie (geb. 1930) geboren. Het gezin Schreijer was links georiënteerd.
The Novelty Sisters
Al op de kleuterschool zong Cobi graag, en op haar vierde zong ze mee in het zangkoor van vereniging Ons Huis. Vanaf 1928 bezocht Cobi de meisjesschool Pestalozzischool. In deze tijd was ze lid van de kinderoperettevereniging van de speeltuinvereniging. Na de lagere school en de driejarige ulo (eindexamen in 1937) ging ze werken op de administratie van de metaalbewerkerkersbond. Op een avondschool volgde ze lessen typen, steno en handelscorrespondentie in vreemde talen.
In 1938 las Cobi Schreijer in de krant dat de Varamountgirls, het omroepkoor van de VARA, in de stad zouden repeteren. Ze fietste erheen en meldde zich bij dirigent-arrangeur Benedict Silbermann, die haar wat liet zingen. De ‘auditie’ was geslaagd: Schreijer kon meteen meedoen. Iedere twee weken was ze daarna met de Varamountgirls op de radio te horen. Met drie koorleden vormde ze ook The Novelty Sisters, die close harmony-repertoire à la de Andrew Sisters zongen. Omdat Amerikaanse liedjes tijdens de bezetting verboden waren schakelde de zanggroep over op Zweeds en Nederlands werk. Eind 1941 werden de uitzendingen van het Varamountkoor stopgezet en gingen ook The Novelty Sisters uiteen. Toen de metaalbewerkersbond onder Duits beheer kwam, wilde Schreijer er weg. Om het ontslagverbod van de bezetter te omzeilen trouwde ze met haar verloofde, Jan Heijdenrijk, die werkte bij de distributiedienst – ze gingen wonen in de Ten Catestraat. In 1943 moest haar man onderduiken omdat hij was opgeroepen voor de Arbeitseinsatz. Schreijer vond een betaalde baan als jeugdleidster bij Ons Huis: ze deed spelletjes, knutselde, zong en volksdanste met groepen jonge kinderen. Daar ontdekte ze klassieke volksliederen, zoals De Twee Koningskinderen.
In februari 1945 trok Cobi Schreijer met 25 ondervoede Jordaanjongetjes naar Wieringerwaard, waar ze de bevrijding meemaakte. Pas in mei kon ze met de kinderen terug naar Amsterdam en werd ze herenigd met haar man. Ook The Novelty Sisters kwamen weer bijeen. Met succes: dankzij alle radio-uitzendingen en optredens kon ze haar baan bij Ons Huis opzeggen. Onafhankelijk van de VARA toerde het zanggroepje door Nederland. Moppentapper Max Tailleur vroeg hun om met zijn revue in Indonesië voor de soldaten op te treden. Ondanks haar bezwaren tegen het militaire ingrijpen van Nederland reisde Schreijer mee naar Batavia, waarvandaan ze naar legerkampen en ziekenhuizen in alle uithoeken van Java en Sumatra vloog. Na terugkeer in Nederland viel de zanggroep uiteen, evenals haar huwelijk.
Folk in De Waag
Cobi Schreijer ging solo verder, met een nieuw repertoire van ballades en volksliedjes. Zichzelf begeleidend op gitaar trad ze op tijdens bijeenkomsten van de vakbond, de PvdA en in vormingscentra. Ze volgde cursussen over de geschiedenis van het volkslied en kreeg toneellessen. In 1951 studeerde Schreijers met een beurs zang en lekenspel op instituut Middeloo in Amersfoort, waar ze meer leerde over middeleeuwse ballades. Bij een optreden in Bergen (N-H) ontmoette ze Roel Hiemstra. Ze raakte zwanger, trouwde en in 1952 werd hun zoon Ruwalt geboren. Een jaar later verhuisde Schreijer naar Stompetoren, waar haar man werkte als inseminator van koeien. Ze werd lid van de Bond van Plattelandsvrouwen en kwam in de zangcommissie van de Bond. Na de geboorte van dochter Anneluus (1954) volgde ze een korte cursus dirigeren. Een jaar later leidde ze de samenzang van drieduizend plattelandsvrouwen bij de landelijke viering van het 25-jarig bestaan van de Bond in de Haagse Houtrusthallen.
In 1954 verhuisde Cobi Schreijer vanwege het werk van haar man naar Zwanenburg, waar ze een woning naast een stierenstal betrokken. Ze bleef optreden in zaaltjes maar wilde liever een eigen café chantant beginnen. In het kader van het Frans Halsjaar (1962) lukte het haar: ze kon in De Waag van Haarlem – hoek Spaarne en Damstraat – een zeventiende-eeuws ogende taveerne openen. Het werd een groot succes en het café mocht blijven bestaan. Samen met beatnick-zanger Ronnie Potsdammer speelde ze er maatschappijkritische volksliedjes en ‘brutale chansons’, onder meer geschreven door Brel-vertaler Ernst van Altena. Haar tweede huwelijk liep tezelfdertijd op de klippen en in 1964 verhuisde Cobi met de kinderen naar Haarlem (Anselijnstraat). Een jaar later kwam er ook een eind aan de samenwerking met Potsdammer.
Cobi Schreijer besloot De Waag te transformeren tot folkclub. Veel buitenlandse troubadours en folkzangers, zoals de Amerikanen Pete Seeger, Joan Baez en een toen nog onbekende Paul Simon, wist ze erheen te halen. De artiesten sliepen na afloop in de ‘folksingers room’ bij haar thuis. Schreijer had ook oog voor beginnend Nederlands talent, zoals Boudewijn de Groot, die zij waardevolle tips gaf. De latere Doe Maar-zanger Ernst Jansz noemde haar zelfs ‘een soort oermuziekmoeder’ (gecit. Van den Berg, 106). Het AVRO-muziekprogramma Wie waagt die wint zond in 1965 enkele Waag-optredens uit op de radio; een jaar later waren er tv-opnamen voor Een avondje in de Waag (NCRV). Toch moest de taveerne in 1969 wegens geldgebrek sluiten.
Vrouwenliederen
In de jaren zeventig werd Cobi Schreijer actief in de vrouwenbeweging. Ze was lid van Man-Vrouw-Maatschappij en de Rooie Vrouwen, en ze was contactvrouw van de actiegroep Dolle Mina in Haarlem. Voortaan gebruikte ze haar muzikale talent om vrouwenbelangen onder de aandacht te brengen, waarbij zij zich speciaal richtte op arbeidersvrouwen. Met eigen teksten trad ze overal op waar de vrouwenbeweging in actie kwam. Ze stelde de vrouwenliedbundel Sanseveria samen, maakte verschillende elpees en deed in 1975 een theatertournee met de zanger Robert Long. Schreijer bleek een felle woordvoerster die vooraan stond bij acties als de bezetting van abortuskliniek Bloemenhove (1976).
In 1980 publiceerde Cobi Schreijer Sara je rok zakt af, over vrouwen in liederen door de eeuwen heen. Een jaar later hielp ze Joke Smit bij het voltooien van haar lied Er is een land waar vrouwen willen wonen – in 1983 zette ze het op haar elpee Plant een roos. In Haarlem was Schreijer in deze periode actief voor de Wijze OUde Wijven en het lokale Vrouwenknooppunt. Bovendien organiseerde ze een nieuw podium voor folk, ballades en verhalen. Koninklijke erkenning volgde in 1987 toen ze werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Tien jaar later ontving ze de ‘Legpenning van verdienste’ van de gemeente Haarlem.
Vanaf 1995 gaf Cobi Schreijer huisconcerten, deels om de eenzaamheid te bestrijden. Ze dacht lange tijd depressief te zijn, maar bleek de vermoeidheidsziekte ME te hebben. In 1998 produceerde Boudewijn de Groot haar laatste cd, Klein ritueel. Datzelfde jaar verhuisde ze naar het Rosa Spierhuis in Laren, waar ze zich ergerde aan het gebrek aan strijdlust bij de bewoners (Vrij Nederland, 27-6-2009). Daar overleed Cobi Schreijer op 1 december 2005, in de ouderdom van 83 jaar.
Naslagwerken
Atria; Honig.
Archivalia
Atria, Amsterdam: Archief Cobi Schreijer (1922-2005).
Publicatie
[samenstelling], Sara, je rok zakt af. Vrouwenliedboek (Amsterdam 1980).
Literatuur
- Trouw, 28-4-1997.
- Angeline van den Berg, Door de zee van de tijd. Het gezongen leven van Cobi Schreijer, een rebelse meid (Schoorl 2003).
- Gerlof Leistra, ‘Oermuziekmoeder’, Elsevier, 10-12-2005.
Illustratie
Cobi Schreijer, door onbekende fotograaf, 1975 (Collectie IAV-Atria Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis).
Auteur: Maarten Hell
laatst gewijzigd: 09/01/2018
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.