Tak van Poortvliet, Joanna Maria (1871-1936)

 
English | Nederlands

TAK van POORTVLIET, Joanna Maria (geb. Den Haag 15-2-1871 – gest. Dornach, Zwitserland 8-7-1936) , kunstverzamelaarster, mecenas en publiciste. Dochter van Joannes Pieter Roetert Tak van Poortvliet (1839-1904), liberaal politicus, en Christina Louisa Henrietta Geertruida van Oordt (1850-1897). Marie Tak van Poortvliet woonde vanaf 1905 samen met Jacoba Berendina van Heemskerck van Beest (1876-1923), schilderes.

Marie Tak van Poortvliet groeide op als oudste van vier kinderen in een welgesteld milieu in Den Haag. Haar vader, afkomstig uit een oud Brabants-Zeeuws geslacht, was een progressief-liberaal politicus. Twee keer was hij minister en twee keer sneuvelde een kabinet op zijn wetvoorstel: de Kanalenwet in 1879 en de Kieswet in 1894 – de progressieve ‘takkianen’ zijn naar hem genoemd. Maries moeder kwam uit een bekende Rotterdamse familie. Over haar jeugd is weinig bekend, maar vast staat dat ze een degelijke opleiding kreeg. Wellicht heeft ze na de dood van haar moeder in 1897 als oudste dochter het huishouden bestierd. Na de dood van haar vader in 1907 stelde het familievermogen haar in staat haar belangstelling voor eigentijdse kunst te volgen.

Mecenas en kunstverzamelaarster

Evenals haar vader had Marie sterke banden met Walcheren. Waarschijnlijk rond 1905 ontmoette ze de schilderes Jacoba van Heemskerck. Sinds 1906 vertoefden zij jaarlijks van mei tot september in Maries huis Loverendale in Domburg. In de tuin van deze villa – die later door het Badhotel werd aangekocht – richtte ze voor Jacoba een atelier in. Altijd even tactvol trad Marie op als mecenas van haar levenslange vriendin. Ze deelden hun affiniteit met de antroposofie en de moderne, expressionistische kunst. Het was vooral de ‘vergeestelijkte’ (abstracte) richting daarin die Marie fascineerde. Terwijl Jacoba zich intensief vanuit een creatief-artistieke drang in deze richting ontwikkelde, zette Marie, die een meer extravert karakter had, zich financieel en publicistisch in voor de nieuwe richting in de schilderkunst.

Marie Tak verzamelde niet alleen werk van haar vriendin, maar ook van andere modernen. De bekende kunstcriticus Friedrich Markus Huebner, die zijn boek Holland in de serie Moderne Kunst in den Privatsammlungen Europas (1921) aan Marie Tak van Poortvliet opdroeg, gaf haar collectie internationale faam. Dankzij zijn bezoek aan haar verzameling weten wij dat deze omstreeks 1920 al honderdvijftig werken omvatte. Huebners mededeling dat er een gedrukte catalogus van de collectie bestond – waarvan nog geen exemplaar werd teruggevonden – wordt bevestigd door de correspondentie van Jacoba van Heemskerck en Marie Tak met Herwarth Walden, de leider van het artistieke centrum der expressionistische kunstenaars 'Der Sturm' in Berlijn.

In haar publicistische werk richtte Marie Tak van Poortvliet zich op drie in haar visie samenhangende terreinen: de moderne schilderkunst, muziek en antroposofie. Aangezien ze zich oriënteerde op de Berlijnse 'Sturm', is het niet verwonderlijk dat ze in Nederland een klankbodem vond in het Duitsgezinde weekblad De Toekomst (1915-1918). Als muziekrecensente besprak ze hierin onder meer uitvoeringen van Duitse operavoorstellingen in Den Haag en van de Wagnervereeniging te Amsterdam. Ook recenseerde ze in dit blad de Sturm-tentoonstellingen die ze met Jacoba bezocht.

Antroposofisch en biologisch-dynamisch

Waarschijnlijk vanuit de theosofie – die ook ook de grote vernieuwers Mondriaan en Kandinsky inspireerde – omarmde Marie Tak de antroposofie van Rudolf Steiner. In 1919 verzorgde zij de Nederlandse vertaling van Rudolf Steiners De kern van het sociale vraagstuk. Steiner ontvouwde in dat boek zijn idee van de 'Driegeleding van het sociale organisme'. Via de latere architect Jan Buijs, die Jacoba van Heemskerck in 1916 op een expositie had ontmoet, maakte ze kennis met de jonge medicus en antroposoof Willem Zeylmans van Emmichoven. Met Jacoba van Heemskerck testte hij de kleurgevoeligheid bij Domburgse kinderen in verband met karakter en emotie, en Marie Tak van Poortvliet financieerde zijn promotieonderzoek: De werking der kleuren op het gevoel, waarop hij in 1923 in Utrecht promoveerde. Hij droeg het op ter nagedachtenis van Maries levensgezellin Jacoba van Heemskerk, die dat jaar was overleden.

Zelf schreef Marie Tak een jaar na de dood van haar vriendin een Engelstalige bijdrage aan deel 7 van het Sturm-Bilderbuch, dat geheel was gewijd aan Jacoba van Heemskerck (1924). Ook bleef ze contact houden met 'Sturm'-kunstenaars, zoals de dramaturg Lothar Schreyer, die haar hogelijk waardeerde. In de eerste jaargangen van het Hollandsch bijblad van Goetheanum (sinds 1924) schreef Marie Tak beschouwingen over het toneelwerk van Albert Steffen. Uit correspondentie met Herwarth Walden blijkt dat ze ook andere 'Sturm'-kunstenaars financieel steunde.

In 1926 was Marie Tak betrokken bij de oprichting van de nu nog florerende NV ‘Cultuurmaatschappij Loverendale’ in Domburg. Opzet was landbouw en veeteelt te bedrijven op biologisch-dynamische grondslag volgens de door Rudolf Steiner gegeven richtlijnen.

In de jaren dertig verkocht Marie Tak enige stukken uit haar collectie aan Nederlandse musea. Marie Tak van Poortvliet overleed op 8 juli 1936 in haar toenmalige woonplaats Dornach (Zwitserland), in de leeftijd van 65 jaar. Ehrenfried Pfeiffer, directeur van Cultuurmaatschappij Loverendale, trad op als haar executeur-testamentair. Krachtens legaat kwam een deel van haar kunstcollectie – werken van onder meer Mondriaan, Filla, Kandinsky, Léger, Feininger en Marc – terecht bij het Haags Gemeentemuseum, het Museum Boymans en het Stedelijk Museum in Amsterdam. Sinds 1994 heeft Domburg een Marie Tak van Poortvliet Museum.

Naslagwerken

BWN; Bodo von Plato red., Anthroposophie im 20. Jahrhundert: ein Kulturimpuls in biographischen Porträts (Dornach 2003).

Archivalia

Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Berlijn: Sturm-Archiv [correspondentie met Herwarth, Nell Walden, Knoblauch, Schreyer, Adolf Behne, Georg Muche].

Publicaties

Behalve de hierboven genoemde publicaties schreef Tak van Poortvliet in Het nieuwe leven. Maandschrift (1919-1920) [herdrukt in Tableau. Tijdschrift voor beeldende kunst 5 (1982-1983) 221-226], Op de hoogte (1921) en Der Ararat, Glossen, Skizzen und Notizen zur neuen Kunst (1921).

Literatuur

  • P.C. Labrijn, Het Brabantsch-Zeeuwsche geslacht Tak (z.p.1916).
  • F.M. Huebner, ‘Die Sammlung Tak van Poortvliet im Haag’, Der Ararat, Glossen, Skizzen und Notizen zur Neuen Kunst 1 (1921) 262-264.
  • Nell Walden en Lothar Schreyer, Der Sturm. Ein Erinnerungsbuch an Herwarth Walden und die Künstler aus dem Sturmkreis (Baden-Baden 1954).
  • D. Hannema, Flitsen uit mijn leven als verzamelaar en museumdirecteur (Rotterdam 1973).
  • J. Kuilman. 'Enige historische gegevens over Loverendale' (Den Haag 1978) [onuitgegeven typoscript].
  • J.E. Zeylmans van Emmichoven, Willem Zeylmans van Emmichoven. Ein pionier der Anthroposophie (Arlesheim 1979).
  • W.F. Veltman, Rudolf Steiner. Een biografie (Zeist 1980).
  • A.H. Huussen jr., Een vergeten schilder en zijn dochter: Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894) en zijn dochter Jacoba van Heemskerck (1876-1923); Reacties op het werk van Jacoba van Heemskerck 1924-2004 (Cahiers uit het Noorden I en II; Haren 2004).
  • A.H. Huussen jr. en J.F.A. van Paaschen-Louwerse, Jacoba van Heemskerck 1876-1923. Schilderes uit roeping (Zwolle 2005).
  • Brieven van Jacoba van Heemskerck en Marie Tak van Poortvliet aan Herwarth en Nell Walden en anderen 1911-1923, A.H. Huussen jr. ed. (Cahiers uit het Noorden X; Haren 2006).

Illustratie

Marie Tak van Poortvliet, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg).

Auteur: A.H. Huussen jr.

laatst gewijzigd: 07/11/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.