02/08/1629

 
English | Nederlands

02 - 08 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De gedeputeerden in Arnhem melden d.d. 21/31 juli dat de vijand zijn brug bij IJsseloord heeft opgebroken en deze stroomafwaarts heeft gebracht. Het is niet duidelijk of de brug op wagens geladen is of dat ze deze de rivier hebben laten afdrijven.
HHM vragen de gedeputeerden de steden aan de IJssel zo veel mogelijk te voorzien van levensmiddelen en andere benodigdheden. Alhier is men druk doende soldaten te verzamelen om de steden te hulp te komen.

2 Commissaris Hoogenhouck stuurt d.d. Hamburg 15/25 juli enkele berichten over het regiment van Dumenij.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 De Bewindhebbers van de WIC ter Kamer Rotterdam te Dordrecht d.d. 31 juli vragen HHM om binnen zes à acht dagen opnieuw te mogen beschikken over de soldaten die zij op 27 juli naar Arnhem gestuurd hebben.
Er wordt geen resolutie genomen.

4 Op verzoek van de WIC , impetrant van revisie tegen Tonis Westerholt, schrijven HHM aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier en de voor de revisie gecommitteerde adjuncten, om de consequenties van deze zaak goed in het oog te houden.

5 Op hun verzoek verlenen HHM Geertruijt en Johanna van Wassenaer, dochters van de heer van den Bosch, een sauvegarde om zich met hun gevolg in Roosendaal te vestigen.

6 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 25 juli op de remonstrantie die op 20 juli door de stad Büderich bij HHM werd ingediend, betreffende de opschorting van de Gulikse contributies. De RvS heeft eerder geadviseerd tot opschorting van de executies in het algemeen, maar weet niet hoe HHM op dit punt besloten hebben. Gezien de armoede en ellende van de supplianten meent de RvS dat de contributies in dit geval wel mogen worden opgeschort.
HHM besluiten om conform het vandaag bezorgde antwoord van HHM aan de graaf zu Schwarzenberg, gezant van de keurvorst van Brandenburg, de executie van de contributies van de supplianten op te schorten, met de uitdrukkelijke last aan alle betrokkenen zich daaraan te houden.

7 Na lezing van het biljet met de bekendmaking van de verpachting van een kwart van de konvooien en licenten besluiten HHM dat deze zal plaatsvinden op 20 aug., wat door middel van deze biljetten zal worden bekendgemaakt.

8 Tobias de Mulder, werkmeester, verzoekt betaling van zijn ordonnantie van 32.000 gld. op de ontvanger-generaal, of ten minste de omzetting van deze ordonnantie in een obligatie met rente.
HHM vragen de RvS om advies.

9 HHM verlengen op diens verzoek de sauvegarde van de heer van Merode, op 4 mei 1628 door Z.Exc. toegekend, met een jaar.

10 HHM lezen het advies van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 23 juli op het rekest van Wouter van Rymsdyck d.d. 11 juli om zijn zoon, Jan van Rymsdyck, naast hem aan te stellen als konvooi- en licentmeester van Grave en om een akte te verlenen waarin zijn zoon als zijn opvolger wordt aangewezen. Het advies aan HHM luidt dat het gezien zijn verdiensten een goed voorbeeld zou stellen de suppliant op deze wijze voor zijn trouw en ijver te belonen.
HHM verklaren dat Jan van Rymsdyck zijn vader mag assisteren in geval van ziekte of afwezigheid.

11 Op het verzoek van de Raden en de Generaals van de Munt verlenen HHM voorschrijven aan de burgemeesters en schepenen van Rotterdam om een kort geding in de zaak die door de officier met medeweten van de supplianten is aangespannen tegen iemand die valse dukaten en verboden goudguldens hier te lande gedistribueerd heeft, die hem uit vijandelijke gebied waren toegezonden.

12 Gerardt Jansz., schipper uit Greetsiel, verzoekt het schip dat hij in Vlaanderen heeft losgekocht, dat vervolgens door staatse schepen is aangehaald en te Rotterdam is opgebracht, vrij te geven. Indien dit niet mogelijk is, vraagt hij om een beslissing waarmee hij zich tegenover zijn reders kan verantwoorden.
HHM antwoorden dat zij niet kunnen ingaan op dit verzoek totdat de gedeputeerden van de provincies advies hebben uitgebracht over de toedracht van deze en andere zaken. HHM verklaren dat de suppliant dagenlang getracht heeft om een resolutie te verkrijgen.

13 Ontvangen is een brief van de gedeputeerden te velde vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 27 juli, die vragen luitenant Olivier de Mazeres de helft van 8 gld. vooruit te betalen voor ieder van de vierhonderd man die hij ter versterking van het regiment van kolonel Cecijl zal rekruteren. Tevens vragen zij de luitenant een schrijven aan Joachimi te verlenen ter bevordering van deze lichting.
Deze zaak wordt uitgesteld.

14 HHM lezen het rekest van Anna Jacobsdr., weduwe van Pauwels Leendertsz., en de weeskinderen van de zusters van wijlen Jan Leendertsz., die de Generaliteit in 1612 877 gld. 1 st. schuldig bleven aan pacht van zout. De suppliante verzoekt HHM ter betaling van het restant haar huis aan te nemen, op voorwaarde dat zij daarin tot het einde van haar leven mag blijven wonen. De schepenen te Hoorn zou verboden moeten worden te procederen ten laste van haar huis.
HHM wijzen dit verzoek af.

15 Carel du Molijn vraagt in een rekest ontslagen te worden van de verplichting hem bij apostille d.d. 16 jui opgelegd om zijn mening te geven, daar het eerder nadelig voor hem was toen andere kooplieden op Moskovië over zijn handelwijze vernamen. Molijn verzoekt Eck te gelasten zijn zaak bij de grootvorst van Moskovië aan te bevelen, indien hij oordeelt dat deze zaak de handel met dat land kan bevorderen.
HHM laten weten dit verzoek niet te kunnen behandelen als de zaak van de suppliant niet uit de doeken wordt gedaan.

16 HHM lezen de propositie van de RvS aangaande het onderhoud van de troepen van de maarschalk van Zweden, de onlangs in Het Vlie uit Denemarken aangekomen zes compagnieën Fransen, Engelsen en Schotten, de tweeduizend ontboden Duitse soldaten van Ferents of Dumenij, de inzet van de door de WIC geworven soldaten, de compagnie uit 's- Gravenhage, de gelichte burgers uit Dordrecht, Amsterdam en Gorinchem, alsmede het tijdelijke onderhoud van de troepen van Morgan.
HHM laten deze propositie samen met een vermanende brief rondsturen.

17 Beaumont wordt gecommitteerd om de zaak van Pierre de Thosse te onderzoeken en de uitkomsten te vergelijken met de informatie van de Admiraliteit in het Noorderkwartier . HHM verwachten daarvan rapport.

18 Johan Rausen, kamerjonker van Julius Friedrich, hertog van Württemberg, legt HHM een missive van zijn meester d.d. 20 juni voor, waarin deze meldt dat God hem gezegend heeft met een gezonde zoon. Hij verzoekt HHM het peterschap aan te nemen.
HHM bedanken de hertog en gelasten agent Brederode hen te vertegenwoordigen bij de doop. HHM zullen hem van 1.000 gld. als pillegift voorzien en 200 gld. om te schenken in de kamer.

19 Walta compareert ter vergadering en beveelt de benoeming aan van kapitein Hettinga als commandant van Leerort. Hettinga verschijnt vervolgens voor HHM zoals hem op 6 juli was aangeschreven.
De zaak wordt uitgesteld.

20 President Clant wordt gemachtigd het besluit dat aan de graaf zu Schwarzenberg zal worden overhandigd, te paraferen. Gedeputeerden Noortwijck, Bas en Beaumont worden gecommitteerd dit besluit bij de graaf te bezorgen, alsmede hem de resolutie d.d. 24 juli ter hand te stellen. Ze moeten daarbij verklaren dat laatstgenoemde resolutie niet volledig is opgenomen in het uiteindelijke besluit, aangezien dit eerst voorgelegd moet worden aan de stenden van Gulik [Jülich], Kleef en aan de keizer, die aanstoot zouden kunnen nemen aan de integrale resolutie. Ten slotte bevelen ze de graaf de betaling van 8.000 rijksdaalder aan de vrouwe van Putlitz aan, door hem geassigneerd op het Kriegszahlambt.

21 HHM zullen de graaf zu Schwarzenberg bij zijn vertrek met een gouden keten ter waarde van 800 gld. te vereren.

22 Gerestein deelt mee dat de Gedeputeerde Staten van Utrecht om wapens voor de compagnie van kapitein Traffert verzoeken alsmede om schoppen, spaden en buskruit.
De RvS laat weten dat aan de commies te Delft is geschreven. De spaden, schoppen en zesduizend pond buskruit zijn reeds naar Utrecht verzonden
Hierbij wordt deze zaak gelaten.