03/04/1630

 
English | Nederlands

03 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Het rapport van Huijgens en andere gedeputeerden van HHM wordt gehoord. Zij hebben conform de resolutie van HHM besprekingen gevoerd met de gedeputeerden van de stad Emden.
Enkele gedeputeerden zullen de uitkomst hiervan meedelen aan Z.Exc.

2 De RvS zal de provincies aanschrijven de kapiteins van de vijftig compagnieën die in 1628 op de been zijn gebracht 5 gld. te betalen voor iedere man die door hen ter versterking van hun compagnie wordt aangenomen en 5 st. dagelijks tot de dag van aanmonstering, net zoals verleden jaar.

3 Schaffer rapporteert conform de resolutie van HHM van 30 maart resident Carlaton thuis te hebben ontboden. Hij heeft hem de inhoud van de resolutie eerst mondeling meegedeeld, en daarna voorgelezen. Carlaton had geantwoord dat HHM nu andere grondregels volgt dan voorheen. Hij zou hiervan aan ambassadeur Vane verslag doen.
Er wordt geen resolutie genomen.

4 President Rantwijck deelt mee dat ambassadeur De Beaugij sterk aandringt op ontslag van het schip van Jan Pissot.
HHM zullen zo spoedig mogelijk besluiten in deze zaak.

5 HHM lezen de deductie van Govert Govertsz. Boormaecker over hetgene tussen hem en Evert Roos is voorgevallen betreffende de borgtocht die door Boormaecker was gesteld voor Gerridt Willemsen van Nijeucoop, voormalige kapitein op de kaapvaart.
HHM besluiten over deze zaak het advies van rechtsgeleerden in te winnen.

6 Dirck Aelbrechtsz. c.s., voerlieden wonend te Zaltbommel, verzoeken om betaling van 1.413 gld. 14 st. als rest van een groter bedrag aan wagendiensten, door hun in 1627 te velde verricht.
HHM verzoeken de RvS te zorgen voor betaling.

7 Heijmen Gysbrechsz. wonend te Andel, Arien Meerten c.s. wonend te Aalburg alsmede Adriaen Pauwelsz. c.s., allen opgezetenen van het platteland in het Land van Altena, verzoeken ter bebouwing van hun land enkele paarden te mogen uitvoeren.
HHM stellen dit rekest ter hand aan de RvS voor een beslissing.

8 Ontvangen is een brief van de burgemeesters, schepenen en de raad van de stad Tiel d.d. Tiel 16 maart. Een groep vijandelijke soldaten van het garnizoen te Venlo hebben de kaag van Hendrick Jansz. Wacker geplunderd. Deze was gelegen onder het tolhuis om stroomopwaarts te varen. Ook zijn diens knechten in gevangenschap weggevoerd, ondanks het paspoort van de Infanta van Spanje dat de schipper bezat. Het stadsbestuur van Tiel verzoekt HHM erop toe te zien dat de door Wacker geleden schade door de vijand wordt herstellen.
Deze missive zal de RvS ter hand worden gesteld teneinde die van het garnizoen ertoe te brengen het schip te herstellen en de knechten vrij te laten.

9 HHM lezen het nadere advies van de RvS d.d. 31 jan. na resumptie van het advies van 4 dec. 1629, naar aanleiding van het verzoek van Jan van de Wal, Abraham Francq en Herman Slypenbeeck. Zij verzochten HHM op 17 nov. 1629 om een beloning voor hun goede diensten bij de verovering van Wezel.
Mede gelet op de bescheiden die door Jan van de Wal op 17 jan. zijn ingediend besluiten HHM conform het advies Jan van de Wal eenmalig 600 gld. toe te kennen, waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd. Het verzoek van Abraham Franck en Harman Slypenbeeck wordt niet gehonoreerd.

10 HHM lezen het verzoek van Herman van den Hoevel, dat vergezeld gaat van een brief van de graaf van Bentheim d.d. Bentheim 11 maart. De laatste verzoekt om expeditie van justitie in de zaak die de suppliant heeft uitstaan voor het Hof van Holland en Zeeland tegen Bernardt van Bloembergen.
HHM besluiten dit verzoek met de brief te verzenden aan de president en andere raden van het Hof, met de aanbeveling daarop acht te willen nemen, ter handhaving van de justitie.

11 Charles de Latfeur en Philippe Calandrin, kooplieden te Amsterdam, hebben ter vergadering van HHM een wisselbrief getoond van 4.000 gld., door de Oosterwijck op 15 maart op hen vanuit Venetië getrokken. Zij verzoeken opdracht te geven de wisselbrief te accepteren en deze te betalen.
De ontvanger-generaal zal de wisselbrief accepteren. De gedeputeerden van Holland wordt verzocht deze te Amsterdam op de vervaldag te laten betalen door ontvanger Reael. Het bedrag mag voor dit lopende jaar 1630 in mindering worden gebracht op de ordinaris en extraordinaris consenten van hun provincie.

12 Ontvangen is een brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 23 maart, met advies over het op 28 feb. bij HHM ingediende verzoek van 24 scheepskapiteins. Zij wensen te worden doorbetaald, of zij nu in dienst zijn of niet.
Er wordt geen resolutie genomen.

13 Ontvangen is de brief van de gedelegeerde rechters in de kwestie Amboina [Ambon] d.d. 's-Gravenhage 28 maart met antwoord op de brief van HHM van 19 maart. De gedelegeerde rechters zien zich op sterk aandringen van de beschuldigde rechters van Amboina, op grond van de in Engeland ingewonnen informatie en de door agent Carleton daarover en andere ingediende stukken, alsmede de door fiscaal Sille reeds bij hen ingeleverde en nog in te leveren stukken en bewijsstukken, genoodzaakt recht en justitie te bedienen en op alles toezicht te houden.
Fiscaal Sille wordt binnen ontboden om de resolutie te vernemen die HHM gisteren heeft genomen betreffende de expeditie van deze zaak. Hij dient Vane, extraordinaris ambassadeur van de koning van Groot-Brittannië, nogmaals de staat waarin het proces zich bevindt uiteen te zetten. Tevens moet hij hem trachten te bewegen af te zien van de in diens op 28 nov. 1629 ingediende memorie gestelde voorwaarden aan het horen van de Engelse getuigen. Deze dienen te worden gehoord en geconfronteerd door de voorgedragen rechters op de voor de Hoge Raad en het Hof van Holland en Zeeland in criminele zaken gebruikelijke wijze. Daarna moet Sille over zijn lotgevallen in de vergadering rapporteren. Deze zaak wordt in overweging gehouden.

14 HHM lezen en resumeren de repartitie gemaakt in de jaren 1601, 1602, 1603, 1604, 1605, 1606, 1607, 1608 en 1609 over hetgene wijlen Z.Exc. in deze jaren is toegekend voor zijn extraordinaris kosten te velde. De 42.000 pond die op 1 maart om dezelfde reden aan Z.Exc. zijn toegekend, zullen over de vijf provincies van zijn gouvernement naar rato van ieders huidige quote, worden gerepartieerd.