9
HHM lezen een groot memoriaal van de
Franse ambassadeur.1
Nadat D'Espesses eergisteren bij HHM heeft aangedrongen op het dikwijls verzochte paspoort, heeft hij zijn memorie gezonden aan
Oranje. Deze heeft beloofd een spoedige toekenning van het
paspoort te regelen.
Even later is de stadhouder in vergadering met HHM gegaan. 's
Avonds heeft de
griffier niettemin aan de
secretaris van D'Espesses verteld
dat
er niets aan is gedaan omdat daarvoor te weinig heren op de
vergadering
waren. Na de rustdag onderneemt D'Espesses deze week een nieuwe
poging. De goederen zijn ingeladen en hem is opgedragen deze op 16
maart
Frankrijk in te voeren. Zonder de problemen rond
het
paspoort zou dit eenvoudig te doen zijn: de landwind was
buitengewoon gunstig, hetgeen doorgaans zeldzaam is op deze
kusten. De situatie doet zowel denken aan het verlies van
Bahia
de Todos
os
Santos en als aan de vertraging van de ambassadeurs van
HHM.2Bovendien zijn HHM nog steeds rekenschap schuldig
aan
zijn
koning over het schip van de
heer
De Thoirax dat is genomen bij
Texel. De wind was goed toen met het paspoort werd
ingestemd. Men stelde de expeditie echter uit totdat de wind keerde
en
alle Franse schepen bij Texel
door de Engelsen werden
verjaagd. D'Espesses zou het betreuren als men gelijksoortig
uitstel
zou
gebruiken in het nadeel van de dienst van zijn koning. Hij zal druk
blijven uitoefenen totdat HHM hierover een besluit nemen.
Intussen heeft de
Krijgsraad
zaterdag geprocedeerd tegen twee Fransen, onder wie de in zijn propositie van 17 feb. genoemde dienaar van D'Espesses. De dienaar heeft zijn plicht gedaan toen vijf staatse officieren nabij de vensters van de Staten-Generaal D'Espesses' koetsier trachtten te vermoorden. Sindsdien heeft hij zich ook rechtschapen gedragen bij een gelijksoortig incidenten in herberg De Helm. D'Espesses heeft de verklaring over deze zaak gezonden aan zijn koning en wacht diens last af, hetgeen HHM ook zouden moeten doen.
D'Espesses vindt het merkwaardig dat men deze rechtszaak over openlijk in 's-
Gravenhage gebeurde feiten na bemoeienis van het ordinaris
Hof
van justitie overlaat aan de
Krijgsraad. Hij vraagt of HHM weten dat de in de Krijgsraad tot
assessor gekozen heer
De
Fouilloux de
meeste schuld droeg van de vijf personen die
zijn koetsier verraderlijk hebben aangevallen. Toen D'Espesses in
de
Republiek
aankwam heeft De Fouilloux zich hier gevestigd om zich te
onttrekken
aan een in
Montpellier opgelegde veroordeling
wegens
een lafhartig uitgevoerde
schaking. Door bemiddeling van D'Espesses heeft hij een compagnie
gekregen. HHM weten wat hij waard is en hoeveel moeite het hem
kostte
zich vrij te pleiten voor het niet nakomen van zijn plicht toen
zijn garnizoen in
Sluis bijna was verrast.
De andere in de Krijgsraad gekozen personen hebben belang bij de zaak of zijn door afwezigen sluw bedrogen jongelui.
De
heer
De Haulterive was afwezig in de
Raad, evenals de heer
D'Estiaux.
De heer
De
Maleguet heeft D'Espesses na afloop van de Krijgsraad
op het hart gedrukt dat er alleen is gesproken over een kwestie en
dat er geen
personen of omstandigheden zijn genoemd.
Indien men de twee soldaten uit D'Espesses' huis wil halen, behoren alle goede dienaren van de koning dit te voorkomen. Zolang hij ademt moet hij de hem gegeven rechten beschermen. Officier
De Maison Neufue heeft gezien dat D'Espesses' koetsier in diens bijzijn werd
geschonden, maar heeft niet zijn degen getrokken.
Het officierscorps heeft D'Espesses verklaard niet te kunnen geloven
dat men iets zou willen ondernemen tegen zijn huis. Alle eerlijke
Fransen zullen liever met hem sterven dan dat er kwaad
wordt
gedaan aan de twee genoemde soldaten.
D'Espesses vraagt hoe HHM denken dat andere naties hierop zullen reageren. Tegelijkertijd wordt een minister van
Engeland ondervraagd en wordt die van
Zweden bedreigd omdat hij aan zijn
koning
de waarheid heeft geschreven. Dan zwijgt D'Espesses nog over wat de
ambassadeur van Venetië is
overkomen.
Sinds enige tijd is er geen enkele christelijke ambassadeur of
resident
geweest die niet is geschoffeerd. HHM behandelen hen niet met
respect
maar als een mohammedaan. D'Espesses zal niet nalaten
aan zijn koning of HHM de waarheid te zeggen.
HHM nemen de bespreking van dit memoriaal in overweging.
13/03/1628, 9
1
Het in het Frans gestelde memoriaal is
geïnsereerd in S.G. 3187 en in vertaling gedrukt in:
Aitzema, S. & O. kwarto II,
610-613/folio I,
768-770.
2
De ambassadeur verwijst hier naar de door
slecht
weer vertraagde vloot bij het ontzet van Bahia de Todos os Santos
in
1624 en het uitstel van het buitengewone gezantschap naar
Frankrijk.