28/03/1628, 9

 
English | Nederlands

28/03/1628, 9

9 De heren van Friesland presenteren een brief van de Staten van Friesland . Zij verzoeken deze alleen te openen en te lezen in aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS aangezien de Staten dit van hen verlangen. Omdat Z.Exc. tegenwoordig op zijn kamer blijft en er niet uit gaat, besluiten de andere provincies de brief te openen. Als zij dit nodig achten kunnen zij de brief vervolgens aan Z.Exc. en de RvS ter hand te stellen.
HHM lezen de brief. De Staten van Friesland hebben vernomen dat enkele onruststokers hen verdacht proberen te maken bij HHM door te beweren dat zij de besluiten van de Nationale Synode van Dordrecht niet hebben onderschreven. De Staten sturen HHM daarom een uittreksel van hun resolutie daarover van 3 juli 1619 waarmee zij hun goedkeuring hebben verleend aan alles wat in de Synode is besloten inzake de leer (de kerkorde vonden zij toentertijd niet uitvoerbaar). Verder hebben de Staten ter vrijpleiting van de genoemde laster naar aanleiding van de resolutie hun afgevaardigden in de Staten-Generaal en de RvS gelast onder alle omstandigheden de gereformeerde leer - zoals deze op de Synode is uitgelegd - te helpen bewerkstelligen en onveranderd te handhaven, en de kerken vrij van onenigheid te houden en op te treden tegen wat daartegen wordt ondernomen.
HHM verklaren dat de genoemde laster nooit in hun vergadering is voorgekomen. Niettemin danken zij de Staten van Friesland voor de voortzetting van hun goede ijver en de resolutie tot handhaving van de ware leer en de rust van kerk en het gemene vaderland. Zij verzoeken hun zich hieraan te blijven houden en geven de brief aan Z.Exc. en de RvS.