02 - 02 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Commissaris
Cracou schrijft d.d. Kopenhagen 31 dec. 1628 dat de
koning
van Denemarken geneigd is om al zijn bezittingen
in
Oost-Indië aan de
VOC
te
verkopen.
HHM nemen geen besluit.
2
De gezanten van HHM in
Frankrijk schrijven d.d. Parijs 20 jan.
HHM nemen geen besluit.
3
Ontvangen zijn een missive van vice-admiraal
Lieffhebber geschreven aan boord van het schip Den
Vliegenden
Draeck bij Beachy Head d.d. 28 jan.
en diens journaal gehouden sinds 15 dec. 1628.
HHM nemen geen besluit.
4
Ontvangen zijn een missive van de
Directeurs van de Levantse Handel
d.d. Amsterdam 29 jan., een rekening van het geld dat zij aan dr.
Pynacker hebben gegeven, een andere rekening van 1.000 realen van
acht die dezelfde onder borg van agent
Verhaer
in
Tunis van een Turk geleend heeft en een
derde rekening van 520 realen van acht die
Verhaer in een wissel aan
Pynacker heeft gegeven.
5
HHM lezen de remonstrantie van
Jacob van Nispe, generaal van de Munt, aangaande het slaan van nieuwe munten
van verschillende waarden uit de door de
WIC
op
de zilvervloot veroverde buit.
HHM verzoeken
Bruninxs de remonstrantie nader te onderzoeken en er verslag over uit
te brengen.
6
HHM kennen
Jan Backer, extraordinaris bode, uit medelijden de som van 30 gld. toe,
waarvoor hem ordonnantie verleend zal worden.
7
Pieter Beijens uit Wezel, ontvanger-generaal van de licenten op de
Rijn en omgeving, verzoekt om een paspoort van
zes
maanden om vrij rond te reizen in vijandelijke en neutrale steden
en
gebieden.
HHM wijzen het verzoek af.
8
Davidt Lommelin vraagt om een bijdrage van 100 daalder om enkele uit het
Engels vertaalde
teksten te drukken.
HHM wijzen het verzoek af.
9
De
Staten van Zeeland
schrijven d.d. Middelburg 11 jan. dat vele katholieke inwoners van
Bergen op Zoom op zondag in groten getale naar
Halsteren en
andere dorpen in het markizaat gaan om er de
mis bij te wonen. De pastoors spreken zich daarbij in hun
preken uit tegen de Republiek en de gereformeerde godsdienst. Deze
katholieken beschikken overigens over een grotere vrijheid om op
attestatie van de pastoors naar
Brabant te reizen
en er
hun zaken te doen dan de niet-katholieken, wat een grote
aantrekkingskracht uitoefent. De Staten verzoeken HHM hiertegen de
nodige maatregelen te nemen.
HHM vragen advies aan de RvS.
10
HHM lezen het rekest van
Jan van der Veecken, geschreven op last van de Raad van
Münster
en magistraat van
Coesfeld. Hij verzoekt HHM
Jan Jansz. van Coesvelt en de
Rijngraaf, die van
de genoemde Coesvelt een akte heeft verkregen
tegen
Harmen Crabbe uit Dorsten, te
bevelen dat
zij tegen de inwoners van het bisdom Münster of de stad Coesfeld
geen
represailles of militaire dwangmaatregelen nemen, maar het
recht
zijn loop laten hebben in de zaak van Coesvelt tegen Crabbe.
HHM stellen de RvS het rekest en de bijbehorende stukken ter hand om deze nader te onderzoeken en er verslag over uit te brengen.
11
HHM lezen het rekest van
Jacob van der Rosieren c.s., ordinaris klerken van de Admiraliteit te
Amsterdam. Deze
Admiraliteit
betaalt hem
sinds 1624
jaarlijks 150 gld. en de andere supplianten 200 gld. voor hun
huishuur,
in plaats van hen gratis te huisvesten. De gecommitteerden in de
Generaliteitsrekenkamer
weigeren
deze
bijdrage te valideren in de rekeningen. Om die reden verzoeken de
supplianten HHM om de gecommitteerden op te dragen dat alsnog te
doen.
De gedeputeerden van
Holland nemen het rekest over om er uitgebreider onderzoek naar te
doen.
12
Op het verzoek van
Antony van Haerst verlenen HHM hem gratis paspoort om vanuit
Frankrijk door vijandelijk gebied naar de
Republiek te
komen.
13
De gecommitteerde raden van de Colleges ter Admiraliteit verzoeken in een remonstrantie het gebruikelijke transportgeld te ontvangen voor de verplaatsing vanuit hun provinciën en steden naar de Colleges waarin zij gecommitteerd zijn.
De gedeputeerden van
Holland nemen de remonstrantie over voor nader onderling overleg en
onderzoek.
14
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 1 feb. op het rekest van twee postmeesters van de Generaliteit om een loonsverhoging te verkrijgen.
HHM volgen het advies van de RvS en besluiten dat een toekenning een te groot precedent zou scheppen, aangezien iedereen kan zeggen dat zijn traktement nu groter moet zijn dan het vroeger was. Als het leger te velde zal zijn, kan met de door de supplianten aangehaalde argumenten rekening gehouden worden, tenminste als ze dan goede diensten bewijzen.
15
De RvS schrijft d.d. 's-Gravenhage 1 feb. dat zij krachtens de resolutie van HHM d.d. 26 jan. hebben geïnformeerd naar het octrooi dat die van
Steenbergen verkregen zouden hebben van de
Raad van
Brabant
om stadslasten te heffen in de omliggende
streek
en naar de contributie van 130 gld. aan de vijand. De RvS heeft in
de
griffie van HHM naar de instructie van de Raad van Brabant gezocht
om
te
zien op welke manier een dergelijk octrooi verleend zou kunnen
zijn. De Raad heeft deze niet kunnen vinden en kan alleen twee
afschriften
van de octrooien die de Raad van Brabant aan de eigenaars
van de omliggende landerijen heeft gegeven, voorleggen.
HHM ontbieden de
griffier van de Raad van Brabant in de vergadering en geven hem de twee afschriften. Zij
vragen hem hun mee te delen met welke autorisatie de genoemde
octrooien
verleend zijn.
16
HHM resumeren de resolutie d.d. 31 jan. aangaande het versturen van de repartitie van de schulden van de Admiraliteiten aan de respectievelijke provinciën.
HHM besluiten deze resolutie nog even op te schorten.
17
Beaumont brengt verslag uit over het rekest en de bijbehorende
documenten van de reders en de bevrachters van de boeier van
Juriaen Jansz.. Diens schip was
door een
kapitein
van
de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
in
beslag genomen en de lading bij vonnis geconfisqueerd. De
supplianten hebben daartegen een mandement van revisie ingediend,
waarop de
fiscaal van de
Admiraliteit beweerd
heeft dat dit
niet
volgens de regels is gebeurd en deze dus wegens verstek zonder
gevolg
gebleven is.
HHM verklaren het verstek ongeldig en bepalen dat de fiscaal het revisieproces moet vervolgen met de laatste retroacta. Als de zaak zo in staat van wijzen gebracht is, zullen HHM reviseurs aanstellen in deze zaak.
18
Ontvangen zijn een missive van de gezanten van HHM in
Engeland d.d. Londen 29 dec. 1628 en een duplicaat van een missive van
dezelfde gezanten aan hun collega's in
Frankrijk
d.d. 13 dec.
1628.
HHM nemen geen besluit.