Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2i. Fusie Europese uitvoerende commissies; positie van het Europese parlement
(Brief van Luns, 11-02-1964, nr. 22729, met bijlagen)

In de discussie staat vooral de positie van het EP centraal. Een deel van de raad meent dat de voorgestelde wijzigingen het EP ten goede komt, terwijl een ander deel juist het tegenovergestelde van mening is. Ook is er enige onvrede over de wijze waarop deze nota de ministerraad heeft bereikt. Scholten vindt dat de grondslagen van het staatsbestuur in het geding zijn, en vindt dat staatsrechtgeleerden hierover moeten adviseren. Hij twijfelt over de wenselijkheid van de goedkeuring door het EP van de leden van de EC, omdat het EP nog onvoldoende vorm heeft gekregen. Verder is er onenigheid over de omvang van de EC. Marijnen vindt het zorgelijk dat de economische integratie geen gelijke tred houdt met de politieke integratie. De nota wordt voorlopig aangehouden tot de volgende vergadering.