Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3f. Kamerbehandeling goedkeuringswet EEG-verdrag.
Van der Beugel heeft reeds eerder gewezen op de mogelijkheid van een amendement op de goedkeuringswet, waarin gesteld wordt, dat bij de uitwerking en toepassing van het EEG-verdrag rekening zal worden gehouden met de demografische gesteldheid van ons land. Tegenover aanneming van het amendement zou het standpunt kunnen worden ingenomen dat aanvaarding niemand bindt en dat de Kamer het genoegen moet hebben dit gebaar tegenover het bedrijfsleven te maken. Spreker huldigt dit standpunt niet. Hij meent dat als men zich louter richt tot de regering is een motie de juiste vorm. Als het amendement zich ook richt tot de andere vijf regerlingen moet de Nederlandse regering verklaren dat het geen betekenis heeft, of ze moeten ermee akkoord gaan, wat niet te verwachten is. Spreker stelt voor om de zaak met de Kamercommissie te bespreken.