Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01067
03-10-1955
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Memo aan Beyen en Zijlstra. Boodschap aan Prof. Verrijn Stuart en de heer Linthorst Homan.
Hoewel het ministerieel overleg over het mogelijk maken van kwantitatieve restricties in de definitieve periode en over de monetaire bevoegdheden van de gemeenschap nog niet is afgerond, is een verduidelijking van het Nederlandse standpunt noodzakelijk.
1) Ook Nederland acht kwantitatieve restricties op grond van betalingsbalansmoeilijkheden in de definitieve periode niet passend bij het tot stand komen van een gemeenschappelijke markt. Dit moet duidelijk worden gesteld.
2) Ook het vraagstuk van de monetaire bevoegdheden van de Gemeenschap hangt nauw samen met de vraag, of voorzien is in een kredietsysteem tussen de vijf landen. Wanneer de verduidelijking van het standpunt tot gevolg heeft dat de partners de logica ervan gaan inzien, dan dient te worden gesteld, dat het hier een nieuw feit betreft, omdat alle discussies ervan zijn uitgegaan, dat een zodenig systeem niet zou bestaan.
Het bovenstaande heeft tot doel de delegatie enige manoevreermogelijkheid te laten behouden voordat het ministeriële overleg in Nederland tot definitieve resultaten heeft geleid.

N.B. Na correctie verstuurd naar Brussel.