S01318
03-03-1960
Actoren
Memorandum
Samenvatting
469. Commissie-voorstellen inzake versnelde uitvoering EEG-verdrag.
Deze op 1/3 ontvangen voorstellen (waaronder het maken van een begin met een gemeenschappelijk buitentarief per 1/7/1962 ipv 1-1-1962) hebben tot doel de eenheid en de cohesie van de zes tegenover de buitenwereld en vooral tegenover de zeven te accentueren en te versterken en voorts van de gunstige conjunctuur gebruik te maken om de handelsbelemmeringen extra snel af te breken. In de voorstellen moet ment het deel betreffende de versnelde uitvoering van het verdrag moeten scheiden van de speciale verlaging van de toekomstige EEG-buitentarieven met 20%. Hiermee hoopt de Commissie de Benelux en W-Duitsland over te halen in te stemmen met versnelde uitvoering van het verdrag, waarbij Nederland echter omhoog moet. Wezenlijk hebben beide zeer weinig met elkaar te maken. Nederland zal daarom beide zaken op hun merites moeten bezien.
De voorstellen zullen door de zeven worden gezien als een verscherpte stellingname van de zes en een verdere stap in de richting van economische splitsing van Europa. Dit betekent dat de voorstellen voor Nederland weinig aantrekkelijk zijn vanwege de verscherping van de handelspolitieke discriminatie. Ook voor de zes (en met name Nederland) zijn de voorstellen weinig aantrekkelijk. Conclusie is dat de potentiële nadelen van de versnellingsvoorstellen niet opwegen tegen de attractie van de verlaging van het toekomstig buitentarief.
Deze op 1/3 ontvangen voorstellen (waaronder het maken van een begin met een gemeenschappelijk buitentarief per 1/7/1962 ipv 1-1-1962) hebben tot doel de eenheid en de cohesie van de zes tegenover de buitenwereld en vooral tegenover de zeven te accentueren en te versterken en voorts van de gunstige conjunctuur gebruik te maken om de handelsbelemmeringen extra snel af te breken. In de voorstellen moet ment het deel betreffende de versnelde uitvoering van het verdrag moeten scheiden van de speciale verlaging van de toekomstige EEG-buitentarieven met 20%. Hiermee hoopt de Commissie de Benelux en W-Duitsland over te halen in te stemmen met versnelde uitvoering van het verdrag, waarbij Nederland echter omhoog moet. Wezenlijk hebben beide zeer weinig met elkaar te maken. Nederland zal daarom beide zaken op hun merites moeten bezien.
De voorstellen zullen door de zeven worden gezien als een verscherpte stellingname van de zes en een verdere stap in de richting van economische splitsing van Europa. Dit betekent dat de voorstellen voor Nederland weinig aantrekkelijk zijn vanwege de verscherping van de handelspolitieke discriminatie. Ook voor de zes (en met name Nederland) zijn de voorstellen weinig aantrekkelijk. Conclusie is dat de potentiële nadelen van de versnellingsvoorstellen niet opwegen tegen de attractie van de verlaging van het toekomstig buitentarief.