Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01483
29-01-1969
Samenvatting
Benoeming van een communist in het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers.
In de nota van minister Roolvink 'infiltratie van communisten in EEG-organen' wordt de aandacht gevestigd op het feit, dat de Franse regering op haar voordracht voor leden van dit Comité twee leden van de communistische vakbond CGT heeft geplaatst. Roolvink acht benoeming van een communist een politiek ongewenste zaak, waartegen hij principieel stelling wil nemen. Hij meent a) dat de democratische grondslagen van de EG in het geding zijn, b) dat er een precedent wordt geschapen voor andere raadgevende comités in de sociale sector. Hij stelt voor dat Nederland tegen zal stemmen.
DIE meent dat de bezorgdheid van Roolvink zeer overtrokken is. Bovendien is de Raad uitdrukkelijk gehouden te streven naar een billijke vertegenwoordiging van verschillende belangengroepen. Ook het precedentsgevaar lijkt zeer overtrokken. Bovendien hebben de Nederlandse vakbonden geen bezwaar tegen de gewraakte benoeming.
Het belangrijkste argument tegen het voorstel van Roolvink is wel dat een Nederlandse tegenstem of onthouding in Brussel een slag in de lucht kan zijn. Geen der lidstaten zal zulk een standpunt delen. Bovendien zou dit verzet kunnen leiden tot Frans verzet tegen Nederlandse kandidaten bij andere gelegenheden.
Thema
Trefwoorden
Personen