Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01639
19-11-1959
Actoren
Brief
Samenvatting
Europese Economische Associatie; Raadsvergadering van de EEG op 23 november 1959.
In de REA van 12 nov. werd gesproken over het standpunt dat Nederalnd in deze vergadering zou innemen. Daarbij ging de REA akkoord met de nota van 9 nov. In Speciaal Comité van 14 nov. bleek dat het verzet van de Europese Commissie en Frankrijk tegen voortzetting van het streven om tot een Europese multilaterale oplossing te geraken, nog steeds groot is, zo niet sterker is geworden. De gedachten m.b.t. de tariefmaatregelen die per 1-7-1960 genomen moeten worden, lopen uiteen. De Commissie stelt voor om de tarieven nogmaals met 10% unilateraal te verlagen. Daarnaast is er het Nederlandse standpunt (zie nota van 9 nov.) en een Frans voorstel om in 1960 de tarieven niet met 10% maar onderling met 20% te verlagen, waarmee vooruitgelopen wordt op de verlaging die het verdrag per 1-1-1962 voorschrijft. Tegelijkertijd zou er dan een eerste schede moeten worden gezet naar harmonisatie van de buitentarieven.
Dit voorstel is echter koel ontvangen. De Coördinatie-commissie besloot aan de Ministerraad voor te stellen dat Nederland zo mogelijk met de Benelux-partners een ontwerp-resolutie zal indienen, waarin het Nederlandse tariefvoorstel wordt verwerkt. IN de considerans zal het streven naar een liberale oplossing moeten worden vastgelegd en tevens moeten worden gesteld dat de weg naar een associatie moet worden opengehouden.