Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4i. Financiering van de EEG; beperking landbouwoverschotten.
Witteveen stelt dat in de Europese ministerraad begrip bestond voor de Nederlandse bezwaren tegen de afdracht van douanerechten. Alle delegaties stemden in met de gedachte dat een in 1974 in te voeren communautaire belasting naar toegevoegde waarde het meest in aanmerking komt. De Nederlandse suggestie inzake een aan het BNP gerelateerde verdeelsleutel werd gesteund door Soy en Colombo. Witteveen vraagt de raad hem te machtigen om, wanneer t.a.v. de lastenverdeling een voor Nederland bevredigend resultaat wordt bereikt, in te stemmen met een bepaald schema van geleidelijke afnemende afdracht van douanerechten. De raad gaat hiermee akkoord.
De Block gaat ervan uit dat Nederland erop zal toezien dat in Brussel niet een systeem wordt uitgewerkt dat voor Groot-Brittannië voor de toetreding onaanvaardbaar zou zijn. Verder wil hij dat vastgehouden wordt aan de in de REZ gemaakte afspraken over de relatie tussen de financiering van de gemeenschap, de regeling van de landbouwfinanciering in zijn totaliteit en de vermindering van de productieoverschotten. Ook Witteveen meent dat het akkoord over de lastenverdeling ook voor de toetreding van Engeland aanvaardbaar moet zijn.
Lardinois verwacht niet dat in de komende EEG-Raad over het overschotprobleem al conclusies worden getrokken.