Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02406
28-10-1970
Samenvatting
1036. Coördinatiecommissie 29 oktober 1970.
In feite gaat het om twee problemen waarbij een conflict bestaat tussen L&V en de andere departementen over de Engelse toetreding. Door de langdurige discussies in de werkgroep-Hartogh is de omvang van de conflicten wel verminderd. Het verschil van mening is dat Landbouw zich opwerpt als hoedster van de communautaire orthodoxie, terwijl BuZa en EZ eerder letten op de haalbaarheid van een bepaald standpunt in de onderhandelingen en met name oog hebben voor het gevaar van een 'indirect veto'. Financiën neemt een tussenstandpunt in.
Het eerste conflict betreft de aanpassing van de Engelse landbouw en met name de vraag of het VK direct de deficiency payments en producententoeslagen moet afschaffen ofwel in 1 à 2 jaar. Landbouw wenst afschaffing ineens, de anderen kiezen voor geleidelijkheid.
Het tweede conflict betreft de financiering en komt erop neer dat Landbouw meent dat vanaf 1978 de regels van de financiering zonder correctiefactoren moeten gelden zowel voor oude als voor nieuwe leden. De andere departementen vinden dit onvoldoende omdat zij menen dat dan de overgangsperiode maar 4 jaar duurt. Zij menen dat de deze periode 5 jaar moet duren plus nog een nader te bepalen aantal jaren van correctie.
Het sterkste argument is dat het van groot belang is in de onderhandelingen voldoende flexibiliteit in te bouwen, vooral met het oog op de Fransen.
Zie ook