Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02407
02-10-1970
Samenvatting
4g. Rechtstreekse verkiezing van het Europees Parlement.
De Franse delegatie heeft zich op de laatste EEG-Raad keer op keer verzet tegen voorstellen inzake verdere studie over rechtstreekse verkiezingen. De Koster stelde voor dat een werkgroep van het parlement en de raadswerkgroep samen zouden vergaderen om tot een gezamenlijk voorstel aan Raad en parlement te komen. Dit stuitte op Frans verzet. Uiteindelijk werd men het eens dat de beide werkgroepen hun werkzaamheden zouden voortzetten en dat de voorzitters daarvan regelmatig contact met elkaar zouden onderhouden.
Voorts heeft de Kiesraad inmiddels een negatief advies uitgebracht over het initiatiefontwerp van Westerterp inzake rechtstreekse verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement. De Koster zou het betreuren als dit ontwerp in deze vorm nog dit najaar zou worden aanvaard. Spreker zou als regeringsstandpunt naar voren willen brengen dat de regering voorstander is van rechtstreekse verkiezingen en bij gebrek aan beter wil meewerken aan een nationale oplossing, maar dat zij de voorkeur aan geeft hiervoor binnen de zes of tien een oplossing te vinden.
Beernink verklaart dat het negatief advies is gebaseerd op technische bezwaren tegen het houden van verkiezingen op dezelfde dag als verkiezingen voor Nederlandse vertegenwoordigende lichamen.
Besloten wordt de parlementaire behandeling van het wetsontwerp af te wachten en hierover vooraf geen uitspraak te doen; intussen zullen de Nederlandse initiatieven in de EEG worden voortgezet.