Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02708
04-09-1974
Actoren
Memorandum
Samenvatting
79. Uitgangspunten Europese Unie.
1. De EU, voorzien in 1980, kan niet gezien worden als een eindfase in het proces van Europese eenwording. Het is een tussenfase op een weg die nog zeer lang is en waarvan het eindpunt nog niet behoeft te worden gepreciseerd. Dus geen ambitieuze blueprints, waarvan verwezenlijking onwaarschijnlijk geacht moet worden.
2. De EU moet wel een stap vooruit zijn. Dat kan niet alleen met codificatie van het thans bereikte stadium van integratie. De vooruitgang moet betrekking hebben op aanvulling en verbreding van de bestaande integratiedoeleinden, rationalisatie en verbetering van inmiddels ontstane werkwijzen, samenvoeging van inmiddels ontstane en gedeeltelijk naast elkaar werkende integratiepatronen. Daarnaast moet de EU de potentie hebben voor verdere ontwikkeling naar een volgende fase van eenwording.
3. De EU moet worden voorbereid en niet uit de lucht komen vallen.
4. Koppeling tussen EU en EMU niet te strikt. Er is inmiddels sprake van twijfel over de realisering van de EMU in 1980.
5. De EU zou een drieluik kunnen zijn: de gemeenschappen, de EPS en de Europese samenwerking op defensiegebied. Het laatste luik zou voorlopig nog onbeschilderd kunnen blijven.