Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02761
30-06-1972
Actoren
brief en memorandum
Samenvatting
Memorandum van de Nederlandse Regering inzake de rol van de Gemeenschap op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking.

1) Bij de Nederlandse regering leeft de wens dat de gemeenschap zich intensief gaat bezighouden met het vraagstuk van de samenwerking met ontwikkelingslanden.
2) twee redenen voor de Gemeenschap om tot ontwikkelingsbeleid te komen: relevante thema's zoals de handelspolitiek en het landbouwbeleid zijn buiten de nationale souvereiniteit komen te liggen en steeds meer onder communautaire beleidsvorming komen te staan; De EEG is een van de grootste economische groeperingen in de wereld geworden.
4) Bij opbouwen van ontwikkelingsbeleid zijn bestaande verantwoordelijkheden van belang: GASM-landen en de LGO. De relaties moeten verder worden uitgebouwd met andere landen.
5) problemen van de Derde Wereld moeten op wereldwijde schaal worden aangepakt. Dit betekent een verruiming van de verantwoordelijkheden van de EEG.
6) De EEG moet zo effectief mogelijk bijdragen aan de realisatie van de in de VN aanvaarde Ontwikkelingsstrategie.
7) De volgende beleidsvragen moeten worden beantwoord: Hoe wil de EEG het noodzakelijk evenwicht tot stand brengen tussen haar huidige oriƫntatie op Afrika en het Middellandse Zee-gebied en haar verantwoordelijkheden ten opzichte van andere regio's; De wijze waarop de Gemeenschap zijn ontwikkeoingsplannen zal bundelen met die van andere betrokken landen en organisaties.