Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02892
02-04-1974
Samenvatting
Verslag 282e zitting Raad van Ministers der EG, 1 en 2 april 1974 te Luxemburg.
4. Gemeenschappelijke verklaring voorzitters Raad en Commissie. Voorzitter Scheel las de prioriteiten voor communautaire aktie in de naaste toekomst voor. Van der Stoel noemde dit een realistisch werkprogramma, en zei alle mogelijke inspanning te willen getroosten om dit binnen redelijke termijn te realiseren. Men moet niet stilstaan bij het verworvene, maar verdere voortgang maken.
Callaghan stelde het lidmaatschap van zijn land afhankelijk van hernieuwde onderhandelingen over de toetredingsvoorwaarden. Voorwerp van diepgaand onderzoek door de Britse regering was met name de werking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de bijdragen aan het EG-budget, de handelspolitiek van de EG tegenover de Gemenebestlanden en de vraag of de geldende regels het mogelijk maken een effectief regionaal, fiscaal en industriebeleid te voeren. Het doel om in 1980 de EMU te realiseren noemde hij 'dangerously ambitious' en plaatste een duidelijk vraagteken bij de voor 1980 geplande Europese Unie.
Van der Stoel stelde de Britse voorstellen te willen afwachten. Ook voor de Britse problemen zal de Commissie praktische oplossingen kunnen voorstellen.
Scheel concludeert dat het VK het bestaan van de EG niet heeft tegengesproken. Het wachten is op gedetailleerde voorstellen. Hij stelt dat het gevaarlijk is alleen nationale belangen te laten gelden: er is een hoger eigen Europees belang.