Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03103
28-01-1977
Actoren
Memorandum
Samenvatting
11. Deense opvattingen inzake deelname van Europese Gemeenschap aan economische topconferentie westelijke geïndustrialiseerde landen.
Kooijmans ontving de Deense ambassadeur die erop wees dat voor zijn regering de gelijkwaardigheid van de lidstaten voorop stond en dat zijn regering daarom de aanwezigheid van alle lidstaten gewenst achtte. Het Belgische voorstel kon daarom niet worden aanvaard.
Kooijmans antwoordde dat ook Nederland deze benadering het meest gewenst achtte, maar dat het een vraag was of dit wel te realiseren viel. Een uitbreiding van het aantal delegaties met zes zou het karakter van de conferentie wijzigen en daarom niet meer aanvaardbaar zijn voor de tot dusver aan deze conferenties deelnemende landen. De moeilijke keus is tussen geen vertegenwoordiging van de Gemeenschap of vertegenwoordiging door de voorzitters van Raad en Commissie, waarbij ook 4 lidstaten afzonderlijk aanwezig zouden zijn. Onder zulke omstandigheden is het beter 'to cut our losses' en de laatste mogelijkheid te aanvaarden. Van belang is wel de voorbereiding van de conferentie binnen de Gemeenschap.
Zie ook